CBS

Verdere daling aantal runderen en varkens

Het aantal runderen en varkens is vorig jaar opnieuw afgenomen. Eind 2000 waren er 5 procent minder runderen en 2 procent minder varkens dan een jaar ervoor. Dit blijkt uit gegevens van het CBS.

Ontwikkeling van de rundveestapel
In 1984 is de omvang van de rundveestapel in Nederland op zijn hoogtepunt met 5,4 miljoen dieren. Vanaf dat moment daalt het aantal snel tot 4,5 miljoen stuks in 1988. Dit is vooral een gevolg van de invoering van het melkquotumsysteem. Daarna fluctueert de omvang van de stapel licht, maar gemiddeld genomen is er tot januari 1996 geen sprake van een afname. Wat echter opvalt is dat in deze periode de samenstelling van de rundveestapel zich gaandeweg wijzigt. In 1984 bestaat 46 procent van de stapel uit melk- en kalfkoeien en 17 procent uit vleesvee. In 1996 is het aantal melk- en kalfkoeien gedaald tot 38 procent en is het aandeel vleesvee toegenomen tot 27 procent. Vanaf 1997 tot eind 1999 neemt de rundveestapel gemiddeld af met ruim 2 procent per jaar. In november 2000 zijn er nog 3,9 miljoen runderen, 5 procent minder dan in 1999. Deze afname is niet voor alle categorieën hetzelfde. Bij het gedekte jongvee en ander rundvee bestemd voor de fokkerij neemt het aantal in die periode zelfs met 8 procent af.

Ontwikkeling van de varkensstapel
Van 1984 tot 1987 neemt de varkensstapel jaarlijks toe met gemiddeld 7 procent. Het aantal varkens in 1987 bedraagt 14 miljoen stuks. Net als bij de rundveestapel breekt dan een stabiele periode aan tot 1996, waarbij het aantal varkens rond die 14 miljoen blijft schommelen. Na de uitbraak van de varkenspest in februari 1997 daalt het aantal varkens tot 11,4 miljoen in december 1997. Een jaar later is dit weer toegenomen tot 13,4 miljoen varkens. Vanaf december 1998 neemt de stapel jaarlijks af met 2 procent. Het totaal aantal varkens in december 2000 bedraagt 12,8 miljoen stuks. Het aantal gedekte zeugen daalt tussen december 2000 en het jaar ervoor echter met 4 procent sterker dan de rest van de varkensstapel.

Technische toelichting
Het aantal runderen in Nederland wordt twee maal per jaar door het CBS vastgesteld. Eenmaal in april aan de hand van de integrale landbouwtelling en eenmaal eind november aan de hand van een steekproef onder ongeveer 3000 bedrijven met runderen. Het aantal varkens in Nederland wordt drie maal per jaar door het CBS vastgesteld. Eenmaal in april aan de hand van de landbouwtelling, en tweemaal per jaar (in augustus en december) aan de hand van een steekproef onder ongeveer 3000 bedrijven met varkens.