Ministerie van Defensie



Kamervragen en antwoorden


Het oefenprogramma van luchtmachtmilitairen

02-03-2001

Antwoorden op vragen van het Tweede-Kamerlid Van Ardenne-Van der Hoeven (CDA)
(2000106150).

1. Bent u op de hoogte van de inhoud van het artikel waarin bericht wordt over het oefenprogramma van het 313 squadron en het 911 squadron op Vliegbasis Twenthe?

Ja.

2. Klopt het dat de laatste tijd bij het uitvoeren van ceremoniële taken geen rekening gehouden is met het oefenprogramma van de betreffende squadrons en dat men daar-
door niet aan de vooraf geplande inspecties en te vliegen uren is toegekomen? Zo ja, heeft dit gevolgen gehad voor de geoefendheid of operationele inzetbaarheid van ge-noemde squadrons?

3. Op welke wijze wordt in het algemeen rekening gehouden met het vastgestelde oefenprogramma van krijgsmachteenheden bij het plannen en uitvoeren van secundaire taken? Bent u van mening dat het vervullen van deze taken een onacceptabele verhoging van de werkdruk voor het personeel tot gevolg heeft? Zo ja, welke maatregelen stelt u voor om hierin verandering te brengen?

Nee. Aan alle onderdelen van de Koninklijke Luchtmacht wordt jaarlijks in het kader van de Plannings- en Control Cyclus een taakopdracht verstrekt. Daarin zijn alle opdrachten aan het onderdeel vastgelegd. In de taakopdracht worden ook de secundaire taken, zoals ceremoniële diensten die het onderdeel in een bepaalde periode van het jaar dient te verrichten, opgeno-men. De 'vaste' ceremoniële diensten, zoals 'Prinsjesdag', worden op datum vastgelegd. De verdeling van 'incidentele' ceremoniële diensten geschiedt per onderdeel per maand. De opdracht met betrekking tot ceremoniële diensten komt niet eenzijdig tot stand, maar wordt vastgesteld in overleg met de vliegbasiscommandant. Hij is volledig op de hoogte van de eisen ten aanzien van het oefenprogramma en de eisen op het gebied van de operationele inzetbaarheid van het onderdeel. Door deze wijze van toedeling wordt voorkomen dat het uitvoeren van ceremoniële diensten een onverantwoorde of onacceptabele inbreuk maakt op de bedrijfsvoe-ring van het onderdeel alsmede dat de geoefendheid en operationele inzetbaarheid negatief worden beïnvloed.

Het komt soms voor dat specifieke ceremoniële diensten, zoals die worden verricht bij het aanbieden van geloofsbrieven, op relatief korte termijn worden opgedragen. Gezien het incidentele karakter van deelname aan ceremoniële diensten per onderdeel levert dat geen onacceptabele verstoring van de bedrijfsvoering of de geoefendheid op.

De andere krijgsmachtdelen kennen een soortgelijke systematiek bij het opstellen van hun jaaroefenplannen, inbegrepen ceremoniële activiteiten.

4. Op welke wijze zal worden voorkomen dat de plannen voor publieke presentatie van de krijgsmacht zullen leiden tot een taakverzwaring voor het militaire personeel van genoemde squadrons?

De plannen voor publieke presentatie worden in nauw overleg met de Bevelhebbers nader uitgewerkt, zo ook met de Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten. Zoals reeds op de vragen van het kamerlid Van Bommel is geantwoord, ligt het niet in de lijn der verwachting dat de uitvoering van deze plannen tot een taakverzwaring leidt. (Tweede Kamer der Staten-Gene-raal, vergaderjaar 2000-2001, aanhangsel van de handelingen 578).