Beantwoorde kamervragen over opleiding tot huisarts
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DBO-K-U-2154006
2 maart 2001
Antwoorden op kamervragen van de leden Van Gent en Rabbae (GroenLinks) over de opleiding tot huisarts (2000106100)
-
Vraag 1.
Hebt u kennisgenomen van het artikel 'Toename artsen loopt vast op universiteit'? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2.
Kunt u aangeven hoeveel personen zich voor dit jaar hebben aangemeld voor de opleidingsplaatsen (huisarts)geneeskunde?
Antwoord
Het aantal gekwalificeerde gegadigden voor de studie geneeskunde voor het studiejaar
2000/'01 bedroeg 3.999. Het aantal plaatsen voor eerstejaarsstudenten was 2.010.
Het aantal aanmeldingen voor de huisartsopleiding bij de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie
Commissie (HVRC) voor het jaar 2001 bedroeg 820. De HVRC is het bestuursorgaan
dat belast is met de toewijzing van de door de minister van VWS vastgestelde (maximale)
opleidingscapaciteit aan de verschillende universitaire afdelingen Huisartsopleiding. Van het
aantal kandidaten dat zich aanmeldt, solliciteert gewoonlijk tachtig procent daadwerkelijk
naar een opleidingsplaats bij de door hen gekozen universitaire afdeling Huisartsopleiding. Dit
percentage is al vanaf 1998 constant. Er kan dus worden gesteld dat bij 820 aanmeldingen
circa 650 sollicitaties zullen plaatsvinden. Het aantal beschikbare opleidingsplaatsen, de instroom
in de huisartsopleiding, bedraagt dit jaar 420. Hierbij dient te worden opgemerkt dat
door de afname van het aantal aanmeldingen en de toename van het aantal plaatsen de kans
om een opleidingsplaats te verwerven de laatste jaren aanzienlijk is gestegen.
Vraag 3.
Bent u met de medische faculteiten van mening dat het op dit moment niet mogelijk is om
meer dan 500 (huis)artsen per jaar verantwoord op te leiden?
Antwoord
Het Kabinet heeft onder meer met het oog op de voorgenomen uitbreiding van de capaciteit
van de huisartsopleiding besloten de numerus fixus geneeskunde in de jaren 2001/'02,
2002/'03 en 2003/'04 jaarlijks structureel met 130 plaatsen op te hogen van 2.010 in
2000/'01 naar 2.400 plaatsen in 2003/'04. De medische faculteiten hebben aangegeven dat
zij de uitbreiding kunnen toevoegen aan de huidige capaciteit en dat zij daarbij garant staan
voor een kwalitatief hoogwaardige artsopleiding die voldoet aan de wettelijke opleidingseisen.
De universiteiten ontvangen extra geld voor de extra plaatsen. Het Kabinet heeft besloten deze
middelen, uiterlijk bij de voorjaarsnota 2001, aan de OCenW-begroting toe te voegen (zie
brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer d.d. 9 november 2000, kenmerk WO/BS/00/
41463, als antwoord op de motie Melkert c.s., Tweede Kamer, 27 400, nr. 9)..2
De HVRC heeft bij brief van 18 oktober 2000 aan mij meegedeeld dat de instroom in de
huisartsopleiding in het jaar 2001 kan toenemen tot 420 (2000: 360). Na overleg met de
universitaire afdelingen Huisartsopleiding heeft de HVRC op 17 januari 2001 meegedeeld dat,
voor zover dat nu kan worden overzien, de instroom in de huisartsopleiding in 2002 kan toenemen
tot 468 artsen en in 2003 verder kan groeien naar 492 artsen. Aangezien de huisartsopleiding
drie jaar duurt, zal het totale aantal opleidingsplaatsen bij een instroom van 492
artsen uiteindelijk structureel 1.476 bedragen.
De volgende factoren staan op dit moment een verdere uitbreiding van de instroom en de totale
capaciteit van de huisartsopleiding, met behoud van de bestaande kwaliteit van de opleiding,
in de weg:
* De kwalitatief en kwantitatief tekortschietende infrastructuur bij de universitaire afdelingen
Huisartsopleiding.
* Het aantrekken van voldoende gekwalificeerde huisartsen als staflid/huisartsbegeleider en
als huisartsopleider bij een arbeidsmarkt waar sprake is van een groeiend tekort aan huisartsen.
* Het aantrekken van voldoende gekwalificeerd ondersteunend personeel.
Bij de uitbreiding van de instroom en de totale capaciteit van de huisartsopleiding stelt de
HVRC met de universitaire afdelingen Huisartsopleiding als conditie dat de bestaande kwalitatieve
selectie gehandhaafd blijft. Van de afdelingen Huisartsopleiding kan immers niet worden
verwacht dat zij ongeschikte kandidaten opleiden. Ik ben ervan overtuigd dat de HVRC en
de afdelingen Huisartsopleiding alles in het werk hebben gesteld om de instroomcapaciteit van
de huisartsopleiding maximaal uit te breiden. Het teruglopend aantal aanmeldingen voor de
huisartsopleiding is een punt van zorg.
Vraag 4.
Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen om het aantal opleidingsplaatsen voor (huis)artsen uit
te breiden zodat minister Borst haar toezegging 2) kan nakomen? Is de oprichting van een
nieuwe medische faculteit een optie?
Antwoord
Wanneer het aantal aanmeldingen onvoldoende is om voldoende geschikte kandidaten te kunnen
selecteren, heeft het weinig zin de toelatingscapaciteit van de huisartsopleiding uit te
breiden. Inmiddels zijn in het recente verleden en thans maatregelen genomen om het aantal
aanmeldingen te vergroten. Het aantal kandidaten zal naar verwachting toenemen door de in
de jaren negentig gerealiseerde uitbreiding van de toelatingscapaciteit geneeskunde van 1.485
eerstejaars in 1993/'94 tot 2.010 eerstejaars in 2000/'01 en de nog in fasen te realiseren uitbreiding
tot 2.400 eerstejaars in 2003/'04. Bovendien zal de animo om de huisartsopleiding
te gaan volgen kunnen toenemen door een verbetering van de rechtspositie (aanpassing van
het salaris) van de huisarts in opleiding per 1 januari 2001.
Wat betreft het treffen van maatregelen om de toelatings- en totale opleidingscapaciteit van
de huisartsopleiding te vergroten heb ik inmiddels flankerende maatregelen genomen voor verbetering
van de salariëring van de huisartsbegeleiders en voor extra formatieplaatsen voor ondersteunend
personeel. Nu er desalniettemin onvoldoende stafleden/huisartsbegeleiders en
huisartsopleiders zijn voor een verdere uitbreiding, moeten de oorzaken daarvan worden onderzocht.
Ik neem mij dan ook voor met de bij de uitvoering van de huisartsopleiding betrokken
partijen (HVRC, Stichting Beroeps-Opleiding tot Huisarts (SBOH), universitaire afdelingen
Huisartsopleiding) overleg te plegen om na te gaan op welke wijze de instroomcapaciteit van.3
de huisartsopleiding verder kan worden uitgebreid na 2003 en wellicht ook eerder, en welke
maatregelen nodig zijn om dat te bevorderen.
De oprichting van een nieuwe medische faculteit is thans geen optie, omdat uitbreiding van
de toelatingscapaciteit geneeskunde mogelijk is binnen de bestaande medisch faculteiten.
1) NRC Handelsblad, 31 januari jl.
2) Handelingen II, Vergaderjaar 2000-2001 nr. 38, blz. 3099.