Meisjes besteden meer tijd aan huiswerk
Leerlingen in de eerste klas van het voortgezet onderwijs besteden gemiddeld ruim anderhalf uur per dag aan hun huiswerk. De meeste tijd besteden zij aan de vakken wiskunde, Engels en Nederlands. Meisjes zijn ongeveer één uur en drie kwartier met het huiswerk bezig. Dat is een kwartier meer dan jongens.
Gemiddelde huiswerktijd
Leerlingen van het vbo besteden gemiddeld één uur en een kwartier aan hun huiswerk, terwijl havo-leerlingen gemiddeld één uur en veertig minuten per dag hiermee bezig zijn. In elk onderwijstype besteden meisjes meer tijd aan huiswerk dan jongens.
Een op de vijf leerlingen vindt dat ze veel tijd besteden aan huiswerk maken. Het grootste deel van de leerlingen vindt dat ze niet veel, maar ook niet weinig tijd aan het huiswerk kwijt zijn.
Zes van de tien leerlingen beginnen binnen een uur na thuiskomst van school met het maken van hun huiswerk. In het weekend wordt vooral in de middaguren huiswerk gemaakt. Vooral zondagmiddag is een populair tijdstip.
Ouders helpen nauwelijks bij huiswerk maken
In het eerste jaar van de middelbare school helpen de meeste ouders hun kinderen nauwelijks ooit bij het maken van huiswerk. Meer dan 80% doet dit hoogstens enkele keren per maand. Ouders vertrouwen erop dat hun kind het huiswerk maakt. Meer dan 60% ziet het huiswerk als de eigen verantwoordelijkheid van het kind, terwijl 16% van de ouders tenminste enkele keren per week het huiswerk controleert.
Huiswerkbemoeienissen van ouders
Ouders met een dochter in de brugklas vinden vaker dat hun kind voldoende tijd aan huiswerk besteedt dan ouders van een brugklaszoon. Meisjes worden dan ook minder "achter de broek gezeten" dan jongens. Jongens worden vaker gecontroleerd en aangespoord tot het maken of leren van hun huiswerk.
Sabine Lucassen
Bron: CBS; Kwartaalschrift Onderwijsstatistieken 2000-IV