Rijksuniversiteit Groningen

12 mrt 2001

Nummer 25 12 maart 2001

gewone Zuiderzeelijn maar 1%

Maatschappelijk rendement magneetzweefbaan 4%

Banengroei vooral in Flevoland, Friesland en Groningen Wet van behoud van reistijd
Noot voor de pers

Nieuw onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen laat zien dat het maatschappelijk rendement van àlle snellere spoorverbindingen tussen de Randstad en het Noorden positief is. Wel zijn er grote verschillen tussen de varianten. De magneetzweefbaan met een metro-dienstregeling - zes treinen per uur, zes tussenstops - heeft het hoogste rendement, namelijk 4,1%. Een magneetzweefbaan met minder tussenstops haalt een rendement van 3,6%, terwijl een hoge snelheidslijn met TGV-treinen nog 3,0% scoort. Het maatschappelijk rendement van een Zuiderzeelijn met klassieke treinen tot 160 km/uur komt echter niet hoger dan 1%. Dit blijkt uit het slothoofdstuk van een net verschenen boek over de Magneetzweefbaan Schiphol-Groningen.

Het boek doet verslag van het symposium 'Zweven naar de toekomst', dat 17 november 2000 werd georganiseerd door de sectie Ruimtelijke Economie van de Rijksuniversiteit Groningen. Het maatschappelijk rendement, dat wordt becijferd in het slothoofdstuk, bestaat uit een groot aantal verschillende aspecten, zoals reistijdwinst, lagere prijzen, een grotere variëteit aan diensten, nationale banenwinst, minder congestie in het verkeer en baten op de woningmarkt.

Banengroei vooral in Flevoland, Friesland en Groningen

Volgens het symposiumverslag is de zweefbaan in beginsel zonder blijvende overheidsondersteuning te exploiteren. Dat is voor openbaar vervoersprojecten een zelden voorkomende situatie. Uit het verslag blijkt voorts dat het consortium voor de aanleg van een magneetzweefbaan eigenlijk nog versterking behoeft met een vervoersmaatschappij. Ook bevat het verslag een overzicht van de aantallen reizigers die verschillende varianten van de Zuiderzeelijn zullen trekken en worden de indirecte effecten van de verschillende varianten in kaart gebracht. Nationaal gaat het bij de magneetzweefbaan om 3.200-3.700 extra arbeidsplaatsen. Voor Flevoland, Friesland en Groningen gaat het gezamenlijk om 9.000-9.600 extra banen; een extra groei die deels ten koste gaat van de werkgelegenheidsgroei in vooral Drenthe, Overijssel en Gelderland.

Wet van behoud van reistijd

Het boek bevat daarnaast de verslagen van de workshops die tijdens het symposium zijn gehouden. Milieudeskundigen wezen op de wet van behoud van reistijd die tot langere ritten aanleiding zal geven, terwijl het energiegebruik ook nog eens kwadratisch zal stijgen met de snelheid van de gekozen vervoerswijze. Deskundigen uit het "Amsterdamse" gaven duidelijk aan niet te geloven in de becijferde voordelen van een snellere verbinding voor hun eigen regio. De workshop onder leiding van Hayo Apotheker ontwikkelde vier verschillende stedenbouwkundige concepten voor de stationslocatie Heerenveen. Volgens de rapporteur (Hans Alders) met een voorkeur voor een mengvorm tussen een "mierenhoop" en een "spinnenweb" model, die Heerenveen beter in de regio positioneert en die de effecten van de zweefbaan voor de regio kan maximeren. De weergave van de tijdens het symposium gehouden discussies laat tenslotte zien hoe op dit terrein invloedrijke leden van de Tweede Kamer tegen de magneetzweefbaan aankijken.

Noot voor de pers


* Nadere inlichtingen: Prof.dr. Jan Oosterhaven, tel. (050) 363 37 28 en dr. Dirk Strijker tel. (050) 363 37 26.
* Het boek kost fl. 55,- en kan besteld worden via tel. (050) 363 37 40, of e-mail: vleuten@eco.rug.nl .