Bert Anciaux: Constructief gesprek over DAC-regularisering culturele
sector (13/03/01)
Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux heeft vandaag
vertegenwoordigers van de vakbonden ontvangen die hun eisen i.v.m. de
regularisering van de DAC'ers binnen de cultuursector kwamen
toelichten.
De Vlaamse regering engageerde zich in haar regeringsverklaring tot de
regularisering van de tewerkstellingsprogramma's. Gezien de omvang van
deze operatie werd op 26 november 1999 door de regering beslist de
regularisering gefaseerd te laten verlopen.
In het Vlaams intersectoraal akkoord social profit 2000- 2005,
daterend van 29 maart 2000, was de regularisering dan ook een
prioriteit. In samenspraak met de sociale partners werd voor de
regulariseringsoperatie in de social profit dan ook maar liefst 1,9
miljard BEF uitgetrokken. Tevens verbond de Vlaamse regering zich
ertoe - binnen de enveloppe van 1,9 miljard - op korte termijn een
stappenplan voor de regularisatie over de verschillende deelsectoren
aan de sociale partners voor te leggen.
In uitvoering van het bovenvernoemd social profitakkoord keurde de
Vlaamse regering dan ook op 30 juni 2000, in samenspraak met de
sociale partners, een implementatienota inzake de regularisering goed.
Naar timing toe werd afgesproken dat in de periode 2001 tot 2004 de
DAC'ers die tewerkgesteld zijn in organisaties binnen de welzijns- en
gezondheidssectoren en binnen gelijke kansen zullen geregulariseerd
worden. In 2005 zullen de ongeveer 1300 DAC'ers binnen de culturele
deelsectoren geregulariseerd zijn.
De reden waarom de DAC'ers binnen de culturele deelsectoren pas in
2005 zullen geregulariseerd zijn is zowel van inhoudelijke als van
budgettaire aard.
Op inhoudelijk vlak kan men niet om de vaststelling heen dat de
toekenning van de DAC-projecten binnen de culturele deelsectoren nogal
arbitrair is gebeurd. Naargelang men de weg naar de extra financiering
meer of minder kon bewandelen, slaagden sommige organisaties er in
meerdere extra werknemers aan te werven, terwijl anderen geen enkele
subsidie binnen haalden. Meer dan de helft van de DAC'ers werkt
bovendien in door de Vlaamse gemeenschap niet erkende organisaties.
Ten einde geen ongewenste neveneffecten te creëren dient de
regularisering dan ook nauwgezet administratief te worden voorbereid.
Het inpassen van de projecten binnen de erkennings- en
subsidieregelgeving vergt dan ook tijd.
Verder houdt de regularisering in dat de DAC'ers een reguliere
arbeidsovereenkomst krijgen en dat ze worden ingeschaald in de
geldende loonschalen. Dit vereist de toekenning van een weddesubsidie
aan de werkgevers, bestaande uit het bedrag dat de VDAB nu reeds
betaalt, vermeerderd met de regularisatiekost en de patronale lasten.
Naast de overheveling van de VDAB-budgetten, betekent dit een
jaarlijkse bijkomende kost op de cultuurbegroting van ongeveer 270
miljoen BEF. Het vrijmaken van deze middelen kan maar in een
meerjarenperspectief.
Niettegenstaande deze moeilijkheden van inhoudelijke en budgettaire
aard engageert minister Anciaux zich om het regulariseringsproces te
versnellen en naar aanleiding van de begrotingsopmaak 2002 binnen de
regering additionele middelen te bepleiten.
Daarnaast zal de minister laten onderzoeken of het mogelijk is om bij
subsidieverhogingen aan organisaties die "erkende DAC'ers"
tewerkstellen, die subsidieverhoging mede afhankelijk te maken van een
voorafgaande regularisering van de DAC'ers die er werken. Verder
garandeert minister Anciaux de DAC'ers werkzekerheid. Dat kan in hun
huidige werkplek voor DAC'ers die werken bij een erkende organisatie.
Het is logisch, mede gelet op het cultuurpact, dat de erkende
organisaties eerst aan bod komen. Met betrekking tot de DAC'ers
tewerkgesteld in niet erkende organisaties wordt onderhandeld met de
sociale partners over een goede oplossing. Daartoe zullen de betrokken
projecten worden gescreend op hun initiële projectaanvraag en op hun
actuele rol in het culturele veld.
Tot slot gaat minister Anciaux graag in op de vraag van de vakbonden
om met de sociale partners na de paasvakantie een
Rondetafelconferentie over de werknemersproblematiek in de culturele
sector te organiseren.
Auteur:
Kabinet van de Vlaams minister van Cultuur
Bert Anciaux, VU&ID-minister
Meer informatie:
Contactpersoon: Koen T'Sijen, woordvoerder
Telefoon: (02) 553 28 11
E-post: koen.tsijen@vlaanderen.be