Raadsnotulen
Enkhuizen, 13 maart 2001.
Zakelijk verslag van het verhandelde in de extra openbare vergadering
van de raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op dinsdag 13 maart 2001
te 19.30 uur,
in het stadhuis, Breedstraat 53, 1601 KA Enkhuizen.
Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester. Secretaris: de heer F. Chattellon, loco-gemeentesecretaris.
Aanwezig 13 leden, namelijk:
de dames:
E.F. Dangermond-Hilderink (vvd) en
mevrouw Th. Dekker (pvda, wethouder) alsmede
de heren:
H.F.P. Bode (pvda),
C.H. Boland (d66),
N.P. Dol (vl/gl, wethouder),
H. van Doornik (cda, wethouder),
W. Hæntjens (vvd),
J.W. Hekkert (vvd),
J. Lok (vl/gl),
D. van Pijkeren (rpf/sgp),
W. Rieuwerts (vl/gl),
K.P. van der Veen (pvda) en
D. Wiersma (cda).
Tevens zijn aanwezig
bij agendapunt 4:
mevrouw L.E.A. Zeilstra-Hilders (provincie Noord-Holland) alsmede
de heren
drs. H.M. ter Beek (Cap Gemini Ernst & Young),
drs. H.B. Eenhoorn (Cap Gemini Ernst & Young) en
J.E. de Graaf ra (Cap Gemini Ernst & Young).
Met kennisgeving afwezig
4 leden, te weten:
de heren
Th. de Geus (rpf/sgp),
J. Hart (eb),
F.C. Jans (eb) en
drs. J.S. Tesselaar (eb).
Agenda
Voorstelnr
Opening.
Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.
Huisvesting gemeentelijke organisatie na de neo.
28
Rapportage Cap Gemini Ernst & Young met betrekking tot de bestuurlijke
herindeling
Rondvraag.
Sluiting.
1. Opening.
De voorzitter
opent de vergadering en heet allen van harte welkom bij deze extra
vergadering van de gemeenteraad van Enkhuizen. Deze bijeenkomst is
uitgeschreven om het resultaat van het door Cap Gemini Ernst & Young
uitgevoerde zogenaamde `vesd-onderzoek' te bespreken. De onderzoekers
van het genoemde bureau en mevrouw Zeilstra van de provincie
Noord-Holland zullen om circa 21.00 uur aanwezig zijn.
Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt om het uitgestelde onderwerp
`huisvesting gemeentelijke organisatie' te agenderen. Hopelijk kan dat
nu tot een goed einde worden gebracht.
Berichten van verhindering zijn ontvangen van de gehele eb-fractie en
de heer De Geus.
2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.
De voorzitter
trekt penning nummer 13 uit het mandje, waarna de secretaris meedeelt
dat volgens de presentielijst eventuele hoofdelijke stemmingen zullen
aanvangen bij de heer Van der Veen.
3. Huisvesting gemeentelijke organisatie na de neo.
(Voorstel nummer 28, 2001.)
De fractie van Enkhuizer Belang heeft naar aanleiding van dit agendapunt het volgende schrijven aan burgemeester en wethouders gestuurd.
`Geacht college,
Betreft: Extra Raadsvergadering op 13 maart a.s. De fractie van Enkhuizer Belang betreurt het, dat u tijdens de extra ingelaste raadsvergadering van 13.03.01 de huisvesting van de Gemeentelijke Organisatie na de neo aan de orde stelt. Door omstandigheden kan onze fractie helaas in haar geheel niet aanwezig zijn. Daarom verzoeken wij u dringend een eventueel besluit over de voorgestelde plaatsing van semi-permanente kantoorunits uit te stellen.
Wij verzoeken u de overige leden van de Gemeenteraad van dit schrijven in kennis te stellen.
Vertrouwende op uw medewerking in dezen verblijven wij, hoogachtend,
F.C. Jans, Secr. Kiesver. Enkhuizer Belang.' Een kopie van deze brief wordt ter vergadering aan alle raadsleden uitgereikt.
De heer Wiersma
(cda) stipt aan dat volgens de neo een hergroepering zal plaatsvinden, te weten van drie sectoren naar vijf productengroepen. Daaruit vloeit een herhuisvesting voort, die ook voorziet in een semi-permanente werkruimte, bestemd voor tien mensen, bij het huidige stadkantoor. In de Westerstraat blijft ruimte over, maar die is nodig om de groepen met publieksfuncties bij elkaar te kunnen houden. Volgens de cda-fractie is het een goede zaak de publieksgerichte afdelingen in het stadskantoor te concentreren. In dezen moet geen verschil worden gemaakt tussen `front office' en `back-office', respectievelijk de ambtenaren aan het loket en de medewerk(st)ers die niet direct contact met het publiek hebben.
De productgroepen bestaan uit een aantal clusters, waarvan sommige geen publiekstaak hebben. In het kpmg-rapport wordt gesteld dat clusters niet bij elkaar behoeven te worden gehuisvest, indien dat vaktechnisch onnodig is, want dat zal de ontkokering ten goede komen; een goed standpunt.
Het realiseren van de semi-permanente ruimte kost f 750.000,--. Daarbij moet rekening worden gehouden met jaarlijkse onderhoudskosten ad f 50.000,--. Bovendien moet worden voldaan aan de eisen die de arbo-wet stelt en daarmee is een niet onaanzienlijk bedrag gemoeid. Al met al rijst de vraag of de voorgestelde oplossing de meest wenselijk is. Er zijn voldoende argumenten om nog eens goed na te denken.
* Niemand weet nog hoe de gemeentelijke herindeling in West-Friesland zal aflopen.
* Enkhuizen is bezig met de verzelfstandiging van bepaalde gemeentelijke bedrijfsonderdelen. Deze operatie zal direct en indirect ruimte opleveren.
* Het gemeentebestuur heeft zich voorgenomen binnen een termijn van zes jaar f 2 miljoen te bezuinigen en dat zal zich hoofdzakelijk via minder fte's moeten gebeuren.
* In de Westerstraat is ruimte over.
De fractie van het cda vraagt zich af of, zolang onduidelijk is hoe de definitieve situatie er zal uitzien, niet met aanzienlijk minder ingrijpende en dus goedkopere maatregelen kan worden volstaan.
De heer Hekkert
(vvd) memoreert dat tijdens eerdere gelegenheden veel vragen over deze
materie zijn gesteld, maar die zijn lang niet allemaal beantwoord en
derhalve kan op dit moment geen gefundeerd oordeel over de
voorgestelde uitbreiding van de huidige huisvesting worden gegeven.
Volgens de voorzitter kunnen het gemeentehuis en het stadskantoor qua
publieksfunctie als één locatie worden beschouwd. Uiteraard is het
gewenst dat alle publieksfuncties bij elkaar worden ondergebracht,
maar dat lost de ruimtenood kennelijk niet op. Vanuit de raad zijn
daarvoor praktische oplossingen aangedragen, zoals
* de leeskamer als werkplek inrichten;
* andere locaties voor de afdeling p&o, collegeleden en/of de
gemeentesecretaris;
* verplaatsing automatisering.
Alleen ten aanzien van het laatste punt is een reactie gekomen. Daarin
wordt gemeld dat dan sprake zal zijn van een desinvestering, maar niet
helder is aan welk bedrag daarbij moet worden gedacht.
De vvd-fractie ziet het niet als een probleem dat momenteel 58
medewerk(st)ers in het stadskantoor zijn gehuisvest, want binnen
termijn van zes jaar zal het aantal formatieplaatsen worden
gereduceerd. Overigens is niet duidelijk wáár de fte-bezuinigingen
precies gestalte zullen krijgen, maar of die hoofdzakelijk dan wel
uitsluitend met privatiseringsoperaties te maken moeten hebben, zoals
het college stelt, is zeer de vraag.
Tot slot een `oprisping'. Mocht ècht in de directe omgeving van het
stadskantoor ruimte moeten worden gevonden, dan is het goed te
bedenken dat een kantoortje van de firma De Bruin zal vrijkomen.
Alles overziende is de vvd-fractie vooralsnog van oordeel dat de
blijkbaar benodigde ruimte met enig schuifwerk bìnnen de huidige
bebouwing kan worden gevonden.
De heer Bode
(pvda) begrijpt de zorg die de heer Wiersma heeft uitgesproken. De
gemeente heeft zich voor de komende jaren bezuinigingsdoelen gesteld
en derhalve moet heel kritisch naar de uitgaven worden gekeken. Aan de
andere kant is het ook zo dat met betrekking tot de organisatie een
verandertraject is ingezet dat onder meer voorziet in herhuisvesting
van het ambtelijk apparaat. Vanzelfsprekend dient dat met zo min
mogelijk kosten gepaard te gaan. Herhuisvesting van het gehele
apparaat in één gebouw is echter onhaalbaar en zelfs ongewenst, omdat
binnen afzienbare termijn - circa vier à vijf jaar - een andere
bestuurlijke indeling van West-Friesland aan de orde zal zijn. Toch
moet er iets gebeuren. Daarover is ook met de ondernemingsraad en
ambtelijke medewerk(st)ers gesproken en dat heeft verwachtingen
gewekt. Vandaar dat het onzorgvuldig zou zijn nu opeens de
beleidsrichting te wijzigen. Wel dienen de in dat kader nodige
uitgaven kritisch te worden beoordeeld.
De pvda-fractie heeft, gelet op het voorgaande, geen moeite met het
collegevoorstel een maximumbedrag te voteren. De fractie wil
vervolgens wel van alle op het traject te zetten stappen,
mogelijkheden en daarmee samenhangende kosten op de hoogte worden
gehouden. Alles moet naar de daarvoor in aanmerking komende
raadscommissie worden teruggekoppeld en daar bespreekbaar zijn. In dat
kader kunnen uiteraard ook de punten en vragen aan de orde komen die
de vvd-fractie zojuist heeft belicht.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) haakt op de woorden van de heer Bode in. Als werkgeefster
heeft de gemeente tegenover haar medewerk(st)ers bepaalde
verantwoordelijkheden, één daarvan is zorgen voor goede werkplekken.
Uit de neo en gemaakte berekeningen is naar voren gekomen dat de
gemeente momenteel een tiental werkplekken te kort komt. De eerste
twee sprekers hebben erop aangedrongen nog eens goed te onderzoeken of
dat inderdaad zo is; misschien kan door middel van verschuivingen met
een kleiner aantal worden volstaan. Hoe dan ook, het aantal dat echt
nodig is, zal naar de mening van de vl/gl-fractie daadwerkelijk dienen
te worden gerealiseerd. Het gaat de fractie echter te ver al op dit
moment een blanco cheque ter waarde van f 750.000,-- te ondertekenen.
Dat bedrag is weliswaar in de begroting gereserveerd, maar momenteel
ligt geen concrete invulling noch een offerte op tafel. Bovendien is
nog niet helder hoeveel werkplekken exact in het geding zijn.
Kortom: met de gekozen richting en het uitgangspunt dat de
publieksfuncties moeten worden gecentraliseerd, heeft de fractie van
Verenigd Links/groenlinks geen enkele moeite, integendeel, maar het is
nog te vroeg daarvoor geld uit te trekken. Zodra bekend is wat er
precies moet gebeuren en hoeveel dat kost, zal deze raad uit de
begrotingspost van f 750.000,-- de benodigde kredieten beschikbaar
kunnen stellen.
De heer Boland
(d66) betoogt dat gegeven de huidige situatie en de gemeentelijke
mogelijkheden naar de meest optimale oplossing moet worden gezocht.
Daarbij is de gekozen beleidsrichting volstrekt helder. Volgens het
college is voor één en ander f 750.000,-- nodig, maar dat is
ongeloofwaardig. In het rapport van Cap Gemini wordt gesteld dat
huisvesting in een nieuwe situatie f 100.000,-- per arbeidsplaats
kost. In dit licht is het vreemd dat een arbeidsplaats voor een
beperkte periode, in dezen vier à vijf jaar, een zelfde bedrag vergt.
Dat zal het college moeten uitleggen en er zijn meer punten die
beargumenteerd moeten worden.
* Tijdens de begrotingsbehandeling is ten aanzien van de voorgenomen
bezuiniging over natuurlijk verloop en een bepaalde periode
gesproken. Nu is de zaak niet meer zo helder, want blijkbaar wordt
thans rekening gehouden met de mogelijkheid dat een paar jaar meer
nodig zal zijn om de beoogde besparing te halen.
* Een ander onduidelijk punt vormt de automatisering ten aanzien
waarvan het college voor een desinvestering waarschuwt, maar geen
exact bedrag noemt.
* Ook de kosten van de nodige arbo-maatregelen blijven wat duister.
Voor zover spreker zich kan herinneren werd vorig jaar juli gemeld
dat die kosten in het opgevoerde bedrag waren verwerkt.
* Met het oog op de herindeling is gesteld dat het nog wel zes à
acht jaar kan duren voordat een nieuwbouw zal zijn gerealiseerd.
Dat kan best waar zijn, maar volgens schema zal de herindeling
over drie à vier jaar een feit zijn en dan zullen de samengevoegde
gemeenten in ieder geval over een heleboel dislocaties beschikken.
Ook hierop dient te worden gelet.
* Met betrekking tot het bedrag van f 750.000,-- is gesteld dat het
als het maximum moet worden gezien. Daarmee kan de d66-fractie
vrede hebben, indien dat bedrag op een redelijke wijze is
berekend. Een marge van 10 % meer of minder is geen probleem, maar
aanzienlijk grotere percentages zijn onaanvaardbaar.
De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) is ingenomen met het feit dat na de vergadering van de
raadscommissie aboz heel snel alsnog een aantal vragen is beantwoord.
Momenteel kan niet nog op alles een antwoord worden gegeven, denk aan
de aanstaande gemeentelijke herindeling.
Op dit moment gaat het om een bedrag van f 750.000,--. Duidelijk is
dat op het gebied van de huisvesting iets moet worden ondernomen, maar
dit is geen commissievergadering waarin details worden besproken. De
rpf/sgp-fractie wil daarom met algemene opmerkingen volstaan.
De procedure kan zonder bezwaar worden gestart, waarbij aan het aanvragen van offertes enzovoort moet worden gedacht. Mocht het herindelingsproces heel vlot verlopen, dan mag worden verwacht dat de provincie binnen een aantal maanden met een concreet voorstel zal komen. Dat is een goed moment om te beoordelen of semi-permanent dan wel permanent moet worden gebouwd. In ieder geval is het voor de medewerk(st)ers belangrijk dat aan het traject wordt begonnen. Anderen hebben al gezegd dat sprake moet zijn van een gefaseerde aanpak om steeds terugkoppelingen en beoordelingen mogelijk te maken.
De voorzitter
herinnert zich van de laatste aboz-vergadering dat de dikke stapel
stukken en de toelichting van de heer Slagter aanleiding zijn geweest
te vragen de kern van één en ander op papier te zetten om de
gedachtewisselingen in de raadsfracties te vergemakkelijken. Overigens
bestond de indruk dat de commissie de denkrichting volkomen begreep.
Die denkrichting vindt haar oorsprong in de neo. In de discussie over
dat stuk is naar voren gekomen dat, indien de organisatiestructuur
wordt veranderd, bouwkundige aanpassing niet achterwege kunnen
blijven. Aanpassingen zijn sowieso nodig, omdat momenteel sprake is
van ruimtegebrek. De werkgroep die zich daarmee heeft beziggehouden,
is aanvankelijk op pad gestuurd met de wens tot één nieuwe,
geconcentreerde huisvesting te komen. Later is daarop met het oog op
de mogelijke gemeentelijke schaalvergroting teruggekomen. Na de
herindeling zou immers kunnen blijken dat de nieuwe huisvesting op de
verkeerde plaats staat, te omvangrijk is of wat dan ook. Bovendien is
in deze collegeperiode afgesproken dat de huidige formatie binnen een
termijn van zes jaar zal worden verkleind, in welk verband het bedrag
van f 2 miljoen is genoemd. Tegen deze achtergrond is een
semi-permanente huisvesting logisch.
Een volgend punt is de vraag of tien werkplekken echt nodig zijn. Het
college kan begrijpen dat sommigen een vraagteken bij dit getal hebben
gezet. In de nadere uitwerking zal enerzijds worden gelet op neo,
publieksfuncties, knelpunten et cetera, maar anderzijds ook worden
gekeken naar de gemeentelijke herindeling, afslanking enzovoort. Die
beoordeling moet tot achter de komma opleveren hoeveel werkplekken
dienen te worden ingericht. Met andere woorden: bij de invulling moet
goed in de gaten worden gehouden dat de situatie over twee of vier
jaar heel anders kan zijn dan thans.
Vanuit het zojuist geschetste beeld stelt het college voor de volgende
stap te zetten, in casu offertes bij leveranciers aanvragen enzovoort.
Naar aanleiding van een gedane suggestie is nog contact opgenomen met
het Nicolaas Verpleeghuis om te horen hoe men daar te werk is gegaan.
Van de daar opgedane ervaringen kan worden geleerd. Alle op het
traject te nemen besluiten, zoals aanbestedingen enzovoort, zullen aan
de commissie aboz worden gerapporteerd en daar worden besproken, omdat
op commissieniveau de mogelijkheid bestaat deskundige ambtenaren
toelichtingen te laten geven. Mocht een bepaalde stap volgens de
commissie een brug te ver zijn, dan kan altijd nog een uitspraak aan
de gemeenteraad worden gevraagd.
In het kpmg-rapport staat inderdaad de nogal overtuigend klinkende zin
dat afstand moet worden genomen van de `eilandjescultuur' en nieuwe
schotten achterwege dienen te blijven. Tegen deze achtergrond is het
onnodig elke productgroep per se op één bepaalde plek onder te
brengen. Aan de andere kant moet ook worden vastgesteld dat de bewuste
zin niet altijd van toepassing is, denk bijvoorbeeld aan de
publiekstaken die in het stadskantoor zijn gevestigd; front-office en
back-office moeten daar zoveel mogelijk bij elkaar blijven.
Er is wel degelijk bekeken of het mogelijk is de automatisering elders
onder te brengen om ruimte vrij te maken. Het mainframe weghalen en
ergens anders plaatsen, zal aanzienlijk meer geld kosten dan enige
tienduizenden guldens. Over dit soort aspecten kan in de commissie
nader van gedachten worden gewisseld. Laat wel helder zijn dat het
vrijmaken van een leeskamertje hier en een hoekje daar niet dè
algehele oplossing voor de huidige problematiek kan betekenen.
Desondanks zijn alle suggesties welkom, bijvoorbeeld het in de
toekomst vrijkomende kantoor van De Bruin, maar voor zover spreker
zich het inwendige van het gebouw voor de geest kan halen, is dat geen
ideale huisvesting. Misschien kan mevrouw Dekker daarover straks meer
zeggen.
Spreker is het eens met de opmerkingen die over de
verantwoordelijkheid van de werkgeefster tegenover de medewerk(st)ers
zijn gemaakt. Er is fors op het neo-proces ingezet en dat vraagt veel
van het personeel. Een werkgroep is uiterst zorgvuldig met één en
ander bezig geweest. De groep is halverwege haar werkzaamheden door
het college teruggefloten met de mededeling dat een nieuwe,
geconcentreerde huisvesting, hoe wenselijk ook, in de huidige
omstandigheden geen reële optie is. Vervolgens is het nu geschetste
pad ingeslagen en daaraan is hard gewerkt.
Concluderend: in het voorliggende raadsstuk wordt niet gevraagd een
blanco cheque af te geven, integendeel. In het stuk wordt van een
bepaalde richting uitgegaan. De raadscommissie zal steeds over
concrete stappen worden geïnformeerd.
Tot slot. In het stuk is uitgegaan van een semi-permanente uitbreiding
waarvoor een krediet van f 750.000,-- wordt gevraagd, dat levert een
jaarlast van f 75.000,-- op. Daarmee hangt een jaarlijkse
exploitatielast tot een bedrag van f 50.000,-- samen. Ten aanzien van
de arbo-voorzieningen, die naar verwachting eveneens een jaarlast van
circa f 50.000,-- opleveren, zal later een nauwkeurig inzicht kunnen
worden gegeven. Op dit moment bestaat het beeld dat, gelet op de
inspanningsverplichting, de jaarlijkse exploitatielast tot f 25.000,--
kan worden beperkt, zodat voor de semi-permanente uitbreiding en de
exploitatie daarvan met een jaarlast van ongeveer f 100.000,-- kan
worden volstaan. De precieze cijfers zullen tijdens het traject op
tafel komen en dan kan de commissie over de besteding van het budget
of delen daarvan een oordeel kenbaar maken.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) neemt aan dat de nieuw te creëren werkplekken zonder meer
volgens de arbo-eisen zullen worden ingericht en het door de
voorzitter genoemde bedrag van f 50.000,-- is bestemd om in de gehéle
organisatie arbo-maatregelen te kunnen nemen.
De voorzitter
: Ja.
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) onderstreept dat de begrotingspost ad f 750.000,-- níét
volledig móét worden uitgegeven, integendeel, dat bedrag is het
maximum. Daarin zijn echter geen arbo-maatregelen begrepen, maar het
is uiteraard mogelijk de extra inspanningsverplichting op te nemen ook
die maatregelen daaruit te dekken. Overigens gelden de arbo-eisen niet
alleen voor de te realiseren uitbreiding maar ook voor de andere
werkplekken. Hoe dan ook, op grond van de nu bekende gegevens kan
helaas geen preciezer getal worden genoemd dan in de begroting 2001 is
opgenomen.
Het gaat vanavond om het principe dat er iets aan de huisvesting moet
worden gedaan en dat wordt door vrijwel iedereen onderschreven, zij
het dat is gevraagd te bekijken hoe dat zo goedkoop mogelijk kan.
Welnu, het college zal, indien de raad vanavond akkoord gaat, contact
opnemen met bedrijven die zich met de plaatsing van semi-permanente
voorzieningen bezighouden. Dan zal blijken aan welke omvang moet
worden gedacht, hoeveel geld nodig is enzovoort. Misschien is dan ook
bekend wat de provincie met betrekking tot West-Friesland heeft
besloten. Mocht daaruit naar voren komen dat Enkhuizen versterkt
zelfstandig verder kan gaan, dan is het wellicht verstandig aan een
permanente uitbreiding te denken. Kortom: een stapsgewijze benadering
die steeds naar de raadscommissie aboz zal worden teruggekoppeld.
De heer Wiersma
(cda) laat geen misverstand bestaan over het uitgangspunt dat de neo
een vervolg moet hebben en front-office en back-office bij elkaar
horen. Wel kan men zich afvragen of ook de clusters per se bij elkaar
moeten worden gehuisvest.
Volgens de voorzitter kan het anders benutten van, bijvoorbeeld, de
leeskamer niet tot dè oplossing leiden, maar toch is het niet
onverstandig aan dergelijke mogelijkheden te denken. In de calculatie
die aan het bedrag van f 750.000,-- ten grondslag ligt, wordt
uitgegaan van 30 m2 per werkplek en een bedrag van f 2.500,-- per m2,
zodat elke werkplek f 75.000,-- kost. Op het moment dat wordt besloten
twee mensen in de leeskamer onder te brengen, valt in de grove
calculatie ongeveer f 150.000,-- vrij. Met andere woorden: elke
werkplek die niet per se aan een publiekstaak is gekoppeld en dus niet
in de semi-permanente bouw behoeft te worden gecreëerd maar elders kan
worden gevonden, levert simpelweg een besparing van circa f 75.000,--
op. Bovendien moet worden bedacht dat geen enkele medewerk(st)ers echt
30 m2 nodig heeft; in die oppervlakte zijn ook begrepen gangen,
toiletten, rookruimte enzovoort. Dit betekent dat het scheppen van
werkplekken in bestaande gebouwen ook tot gevolg heeft dat de
brutoruimte in de semi-permanente bouw niet alleen direct maar ook
indirect minder omvangrijk behoeft te zijn. De oppervlakte per nieuwe
werkplek in het semi-permanente gebouw zal dan kunnen worden
teruggebracht tot, bijvoorbeeld, 20 m2 of misschien zelfs 15 m2.
De exploitatie was oorspronkelijk op f 50.000,-- begroot. Kennelijk
stoelt dat bedrag op nattevingerwerk, want het is in een ommezien
gehalveerd. Getallen laten zich heel gemakkelijk manipuleren, maar dat
is niet praktisch.
De toegezegde terugkoppeling naar de raadscommissie aboz is een goede
zaak, maar nu al is duidelijk dat in de uitbreiding geen cent aan
arbo-maatregelen behoeft te worden uitgegeven, want men mag toch
aannemen dat de semi-permanente (aan)bouw `arbo-proof' is, een
conditio sine qua non!
De heer Hekkert
(vvd) heeft net als de heer Van Pijkeren de indruk dat nu een
discussie op commissieniveau wordt gevoerd. Hieruit mag worden
afgeleid dat nog geen helderheid is gecreëerd over datgene wat het
gemeentebestuur eigenlijk wil bereiken, integendeel. Wel is duidelijk
dat zo mogelijk de publieksfuncties op één locatie bijeen moeten
worden gebracht en op een werkbare wijze uitvoering aan de neo moet
worden gegeven, hierover bestaat geen enkel misverstand.
Er wordt met de begrippen `front-office' en `back-office' geschermd.
Volgens sommigen behoren front-office en back-office bij elkaar te
worden gehuisvest. Waarom is echter niet duidelijk gemaakt. Bij gebrek
aan betere informatie blijft de vvd-fractie van oordeel dat de
neo-doelstellingen heel goed door middel van herplaatsingen binnen de
nu beschikbare gebouwen kunnen worden gerealiseerd. Het college heeft
niet aangegeven dat deze opvatting onuitvoerbaar is. Vandaar dat de
fractie niets voelt voor de gedachte nu aan het door het college
uitgestippelde traject te beginnen.
Wethouder Dol
(vl/gl): Hebben de in de afgelopen jaren geproduceerde stukken niet
voor de commissie ter inzage gelegen of heeft de vvd-fractie die
misschien niet goed gelezen? Alles wat de heer Hekkert kennelijk mist
is daarin terug te vinden!
De heer Hekkert
(vvd): Kan de wethouder uit de kilo's papier een stuk tevoorschijn
toveren waarin staat hoe, rekening houdend met de publieksfuncties
enzovoort, de locaties `stadskantoor' en `Westerstraat' het beste
kunnen worden ingedeeld?
De heer Bode
(pvda) was ingenomen met het eerste gedeelte van het betoog van de
heer Hekkert. Daarin kwam immers naar voren dat, net zoals het college
voorstaat, de noodzakelijke werkplekken vanuit de neo-principes moeten
worden gecreëerd. Burgemeester en wethouders zullen op basis van dat
uitgangspunt later in de commissie met concrete voorstellen komen. Dan
kan worden getoetst of het daarvoor nodige bedrag, maximaal
f 750.000,--, verantwoord is. Uiteraard kan het als een gemis worden
ervaren dat nu geen offertes en uitgewerkte plannen voorliggen, maar
aan de ander kant zou daarmee wel voor de muziek uit worden gelopen.
Het college heeft toegezegd dat in de raadscommissie aboz nog alle
gelegenheid zal worden gegeven om over financiën en alternatieven te
spreken, zodat dit raadsvoorstel ook door de vvd-fractie zonder
bezwaar kan worden geaccepteerd.
Tot slot. De pvda-fractie is tevreden met de uitleg die aan het bedrag
van f 50.000,-- ten behoeve van arbo-maatregelen is gegeven.
De heer Lok
(vl/gl) zal niet ontkennen dat een flink pak papier over de materie is
geschreven, integendeel. Daaruit kan alle gewenste informatie worden
gedistilleerd, ook de overwegingen die aan de voorgestelde oplossing
te grondslag liggen.
De heer Hekkert
(vvd): Die overwegingen zijn de vvd-fractie zeker niet ontgaan. Mede
op basis daarvan huldigt zij nog steeds de mening dat door een
herschikking binnen de bestaande gebouwen de functies van de neo op
een behoorlijke wijze kunnen worden uitgevoerd. Tot nu toe is niet
aangetoond dat deze gedachte onjuist is, te veel geld kost of wat dan
ook.
De heer Lok
(vl/gl): Dan moet over allerlei details worden gediscussieerd en dat
gaat op dit moment te ver. Volgens de meest technocratische benadering
kan worden gesteld dat vier arbeidsplaatsen in het kantoor
`Westerstraat' overcompleet zijn. Die benadering neemt niet weg dat
voor de vijf à zes resterende plaatsen een andersoortige oplossing
moet worden bedacht. Dat probleem zal ook de vvd-fractie zeer
waarschijnlijk niet zijn ontgaan.
De heer Rieuwerts
(vl/gl) vreest dat de hoop van de heer Hekkert, te weten de nodige
werkplekken bìnnen de huidige locaties vinden, ijdel zal blijken.
Spreker is niet duidelijk welke meerwaarde de punten 3 en 4 in het
ontwerpbesluit hebben ten opzichte van datgene wat reeds in de
begroting is vermeld. In de begroting staat dat f 750.000,--
beschikbaar is voor de (her)huisvesting die uit de neo voortvloeit. In
het ontwerpbesluit wordt feitelijk precies hetzelfde gezegd. Zijn
inziens moet het ontwerpbesluit worden aangescherpt, in die zin dat
duidelijk dient te worden opgenomen dat het geld of een deel daarvan
pas zal worden ingezet na instemming van de raadscommissie aboz en de
gemeenteraad.
De heer Boland
(d66) juicht niet over de uitwerking van dit raadsvoorstel, maar wil
voorkomen dat daarover zonder concrete offertes enzovoort oeverloos
wordt gediscussieerd en stemt daarom met het geschetste pad in. Dat
maakt het wel noodzakelijk de tekst van het ontwerpbesluit nog even
kritisch te bekijken.
`1. in te stemmen met het (principe-)besluit van het college om
tot een centralisatie van de publieksgerichte taken te komen en
deze activiteiten te concentreren rondom het Stadskantoor.'
De term `(principe-)besluit' is in verband met het toentertijd nog
niet bekend zijnde standpunt van de or opgenomen. Als `(principe-)'
verdwijnt, staat er dat de raad met het collegebesluit instemt en dat
gaat de d66-fractie op dit moment te ver. De tekst zou als volgt
moeten worden gewijzigd.
`1. in te stemmen met het besluit van het college om te streven naar
een centralisatie van de publieksgerichte taken . . .'
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): De bedoeling is dat de raad met het principe `centralisatie' -
in dit geval bij het stadskantoor - akkoord gaat, maar dit houdt níét
in dat daarvoor per se het volledige bedrag van f 750.000,-- zal
moeten worden uitgegeven.
De voorzitter
: Juist, het gaat om een principe, geen dogma.
De heer Boland
(d66): Oké, met die interpretatie kan de d66-fractie leven, mits die
niet betekent dat over een aantal maanden bij het overleggen van een
bepaalde prijs wordt gezegd: `De raad heeft tot concentratie besloten
en dus is er geen weg terug.' Als die prijs naar de mening van de
fractie tè hoog is, moet zij `nee' kunnen zeggen.
Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): Die uitleg kan het college niet onderschrijven. Gelet op alle
informatie over knelpunten enzovoort en gehoord de discussies moet nu
worden besloten iets aan de werkplekken te doen, en wel door middel
van een semi-permanente bouw aan het stadskantoor. Mocht een besluit
van de provincie daartoe aanleiding geven, dan zal in de richting van
een permanente uitbreiding van het stadskantoor worden gewerkt. Hoe
dan ook, de uitwerking van één en ander zal stap voor stap in de
raadscommissie aboz worden behandeld.
De voorzitter
: In het kader van de neo is besloten de publieksgerichte functies in
het stadskantoor te centraliseren. De consequentie daarvan is nu aan
de orde, maar die houdt niet in dat bij voorbaat elke prijs moet
worden geaccepteerd. In deze gedachtewisseling is helder uitgelegd in
welke rìchting zal worden gewerkt.
De heer Boland
(d66): Volgens het raadsvoorstel mag dat eventueel f 750.000,--
kosten, maar zover is de d66-fractie nog niet.
De voorzitter
: Nogmaals, op dit moment wordt níét besloten f 750.000,-- uit te
geven. Wel besluit de raad de effecten van de neo gestalte te geven.
Dit betekent, zie het onderzoek van de heer Slagter, dat daarvoor in
het uiterste geval misschien f 750.000,-- nodig is, maar vanavond is
het duidelijke signaal gegeven dat geen sprake kan zijn van een blanco
cheque. De precieze bedragen, stoelend op afschrijvingstermijnen,
offertes et cetera, zullen pas kunnen worden uitgegeven nadat de
commissie daarmee heeft ingestemd.
De heer Boland
(d66): Ik heb nog twijfels. Overigens is punt 3 van het ontwerpbesluit
iets te vrijblijvend geformuleerd.
`3. hiervoor een krediet beschikbaar te stellen van f 750.000,--
waarbij dit bedrag als een maximumvolume wordt gezien en waarbij
wij periodiek zullen terugkoppelen naar de commissie aboz inzake
de voortgang en detaillering van het herhuisvestingplan;'
Op grond van deze tekst behoeft het college de commissie slechts te
informeren en is daarmee de kous af.
De heer Lok
(vl/gl): De heer Boland heeft volstrekt gelijk. Hetgeen de voorzitter
heeft toegezegd, moet in punt 3 tot uitdrukking worden gebracht.
De heer Boland
(d66): Helder dient te zijn dat de commissie aboz feitelijk een
bindend advies geeft. Als het de bedoeling is tevens de raadscommissie
rof in te schakelen, dient dat eveneens in het raadsbesluit te worden
vermeld.
De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) betreurt dat de heer Hekkert niet met het raadsvoorstel
akkoord gaat, omdat hetgeen nu voorligt een uitvloeisel is van het op
17 juli 2000 genomen raadsbesluit. Bovendien wijst de praktijk uit dat
het niet anders kan dan het nu gaat. Elk onderdeel zal worden
teruggekoppeld op welk moment een uitspraak kan worden gedaan. Dat
geldt ook voor de suggesties die vanavond naar voren zijn gekomen,
zoals intern schuiven met werkplekken en gebruik maken van de
leeskamer. Na de uitleg van de kant van het college kan de fractie van
de rpf/sgp dan ook volledig met het geschetste traject instemmen.
De voorzitter
reageert als volgt op de in tweede instantie gemaakte opmerkingen en
gestelde vragen.
De cda-suggestie naar de leeskamer te kijken, zal zeer zorgvuldig op
haar bruikbaarheid worden getoetst. Als de leeskamer kan worden
gebruikt - oorspronkelijk een idee van de vvd-fractie -, heeft dat
inderdaad direct een positief effect op het aantal beschikbare
werkplekken, investeringslasten en exploitatiekosten.
De heer Hekkert
(vvd): Toen maakte ons idee geen enkele indruk, integendeel!
Voortschrijdend inzicht kan blijkbaar heel snel gaan.
De voorzitter
: Toegegeven moet worden dat de vvd-fractie gewoon gelijk heeft; dat
idee had eerder enthousiast moeten worden omarmd. Door dat niet te
doen is de heer Hekkert en de zijnen onrecht aangedaan. Het college
houdt zich trouwens ook voor andere suggesties van harte aanbevolen.
Jammer dat de vvd-fractie aan het rapport niet de waarde toekent die het verdient. Men kan moeite hebben met de hoogte van het bedrag of van mening zijn dat sneller dient te worden afgeslankt, maar in het gedetailleerde rapport is heel veel ambtelijke tijd en inzet gestoken en bovendien is het stuk door de heer Slagter uitvoerig toegelicht. Los van het politieke oordeel dat iedereen mag hebben, heeft de heer Hekkert de ambtelijke medewerk(st)ers iets te kort gedaan.
In de richting van de pvda-fractie kan worden opgemerkt dat, zoals in de discussie is aangegeven, `de arbo-knip' wordt gemaakt.
Tijdens deze beraadslagingen zijn toezeggingen gedaan en
verduidelijkingen aangebracht. Op grond daarvan moet het
ontwerpbesluit worden aangepast. Spreker zal niet trachten dat tot op
de komma nauwkeurig te doen, maar volstaan met het aangeven van de
grote lijnen.
a. De term `(principe-)besluit' werd opgenomen, omdat de or nog moest
adviseren. Nu wordt daaronder verstaan dat de raad de in het
collegevoorstel aangegeven richting omarmt.
b. Het opgevoerde bedrag ad f 750.000,-- is geen krediet dat nu wordt
gevoteerd, maar het absolute maximum dat voor de herhuisvesting
beschikbaar is.
c. Uit de voorgaande punten vloeit dus níét voort dat de raad groen
licht geeft aan uitgaven ten behoeve van de herhuisvesting. Wel
zullen college en ambtelijke medewerk(st)ers de nodige
voorbereidende stappen zetten, zoals offertes aanvragen, invulling
van werkplekken bekijken, suggesties onderzoeken enzovoort.
d. Alle onder c bedoelde stappen en daarmee samenhangende bedragen
zullen aan de raadscommissie aboz worden gerapporteerd. De
commissie heeft dan de mogelijkheid met een bepaalde stap òf
akkoord te gaan òf die naar de raad te verwijzen.
Spreker zegt toe dat het oorspronkelijke ontwerpbesluit in deze zin
zal worden aangepast.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van
burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangepaste
ontwerpbesluit aanvaard, onder aantekening dat de vvd-fractie geacht
wil worden te hebben tegengestemd.
Het later gewijzigde raadsbesluit is onderstaand volledig weergegeven. `De raad van de gemeente Enkhuizen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
d.d. 27 februari 2001, nummer 28;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
1. in te stemmen met het besluit van het college om tot een centralisatie van de publieksgerichte taken te komen en deze activiteiten te concentreren rondom het Stadskantoor;
2. in principe in te stemmen met het besluit van het college om, gelet op de te beperkte capaciteit, over te gaan tot een uitbreiding van het Stadskantoor en deze uitbreiding te laten plaatsvinden in een semi-permanente uitvoering (kantoorunits);
3. het college opdracht te geven om deze hoofdlijn van denken verder uit te werken en voor te bereiden;
4. vast te stellen dat voor deze huisvesting in het Beleidsprogramma 2001 een investeringsbedrag is opgenomen van f 750.000,-- en dat een uitbreiding gehouden is aan een financieel kader met dit bedrag als maximale bovengrens, en met als randvoorwaarde dat tijdens het proces zowel inhoudelijke als financiële keuzes, waaronder het beoordelen van offertes, periodiek ter instemming zullen worden voorgelegd aan de raadscommissie aboz;
5. ook overigens de bestaande gebouwen aan te passen aan de geldende arbo-normen, maar voorstellen van het college hieromtrent af te wachten;
Besloten in de openbare vergadering
van 13 maart 2001
De secretaris, De voorzitter,'
De voorzitter
schorst vervolgens de vergadering voor 10 minuten.
(Schorsing.)
De voorzitter
heropent de vergadering en heet de inmiddels aan tafel aangeschoven
onderzoekers van Cap Gemini Ernst & Young, namelijk de heren Ter Beek,
Eenhoorn en De Graaf, alsmede de waarneemster van de provincie
Noord-Holland, te weten mevrouw Zeilstra, van harte welkom.
4. Rapportage Cap Gemini Ernst & Young
met betrekking tot de bestuurlijke herindeling.
De voorzitter
meldt dat de niet aanwezige fractie van Enkhuizer Belang haar
standpunt over het nu aan de orde zijnde onderwerp in een brief heeft
weergegeven.
De fractie van Enkhuizer Belang heeft naar aanleiding van dit agendapunt het volgende schrijven aan burgemeester en wethouders gestuurd.
`Betr.: gemeentelijke herindeling.
Geacht college,
Zoals bekend heeft Enkhuizer Belang volledig meegewerkt aan het onderzoek naar een eventuele schaalvergroting in vesd verband. Ook aan het onderzoek door Cap Gemini Ernst & Young heeft Enkhuizer Belang haar bijdrage geleverd.
Na kennisname van de rapporten van Cap Gemini Ernst & Young die ook nog recentelijk zijn bekend gemaakt is er donderdag j.l. unaniem door de leden van Enkhuizer Belang het volgende standpunt ingenomen.
- Enkhuizer Belang is voor een zelfstandig versterkt Enkhuizen met uitbreiden grenscorrecties richting Andijk en Stede Broec. - Het kwam ons gewenst voor u hiervan middels dit schrijven in kennis te stellen.
Hoogachtend,
J. Hart, fractievoorzitter Enkhuizer Belang.' Een kopie van deze brief wordt ter vergadering aan alle raadsleden uitgereikt.
De voorzitter
tekent aan dat deze raadsvergadering een commissieachtig, adviserend karakter heeft. Dat maakt het mogelijk ook anderen dan raadsleden aan het woord te laten. Alle opmerkingen, standpunten et cetera die vanavond naar voren worden gebracht, zullen in een collegevoorstel worden gegoten waarover in de raadsvergadering van 3 april een officieel besluit zal worden genomen. Dat besluit gaat vervolgens naar de provincie Noord-Holland.
Het is verstandig straks eerst eventuele informatieve vragen over het onderzoeksrapport door de onderzoekers te laten beantwoorden. Daarna zal gelegenheid worden gegeven voor het kenbaar maken van inhoudelijke meningen.
De heer Eenhoorn
(Cap Gemini) wil zich niet met de vergaderschema's van de gemeente Enkhuizen bemoeien, maar ziet 3 april toch als een mogelijk probleem. Wat ter tafel ligt is een voorlopig rapport dat onvolkomenheden bevat en waaraan nog enig `slijpwerk' moet worden verricht, bijvoorbeeld naar aanleiding van deze raadsvergadering of commentaar van het provinciaal bestuur. Met het oog daarop is vanmiddag in de stuurgroep vastgesteld dat het definitieve rapport niet eerder dan medio week 13
- 27/28 maart aanstaande - gereed zal kunnen zijn. Dat is slechts vijf à zes dagen voor 3 april.
De voorzitter
ziet het probleem. Deze raad is geen voorstander van extra vergaderingen, want die verstoren vergaderschema's en privé-afspraken. De eerstvolgende raadsvergadering na 3 april zal op 8 mei plaatsvinden. Als de provincie geen moeite heeft met de gedachte dat de gemeente Enkhuizen pas op 8 mei aanstaande haar definitieve standpunt zal bepalen, is het probleem opgelost.
Mevrouw Zeilstra-Hilders
(provincie Noord-Holland): Prima.
De voorzitter
: Dank voor het feit dat u ons eerste probleem direct hebt opgelost.
De heer Boland
(d66) toont zich eveneens ingenomen met de datum 8 mei, omdat dan op
de gebruikelijke wijze overleg met achterban en (steun)fractiegenoten
kan worden gevoerd. Met betrekking tot de nu voorliggende stukken, die
pas jongstleden vrijdag werden ontvangen, was dat onmogelijk.
De voorzitter
constateert dat alle punten die de orde en de procedure betreffen naar
tevredenheid zijn afgehandeld. Hij geeft de onderzoekers graag de
gelegenheid hun stukken toe te lichten.
De heer Eenhoorn
(Cap Gemini) wijst er nogmaals op dat de voorliggende stukken geen
volledig afgerond verhaal vormen. Hier en daar ontbreken puntjes,
moeten verduidelijkingen worden aangebracht en onvolkomen worden
gecorrigeerd.
Aan de rapportage is, onder andere op verzoek van de provincie, een
groot aantal varianten toegevoegd. Die varianten zijn in tegenstelling
tot de oorspronkelijke bedoeling niet in een parallelrapport
aangeboden. Met andere woorden: de later toegevoegde
onderzoeksopdrachten zijn niet separaat uitgewerkt, maar in de
voorliggende rapportage meegenomen. Er is tevens een quick-scan
gemaakt van de bestuurlijke en ambtelijke cultuur in de vier
vesd-gemeenten. De eerste versie daarvan is besproken in een
gezamenlijke vergadering van de vier gemeenteraden. De toen getrokken
conclusies zijn in de voorliggende, definitieve versie verwerkt.
Voorts zijn uiteraard ook de samenvattende conclusies van het
financiële onderzoeksdeel in de rapportage opgenomen.
Hoewel tal van varianten werden bekeken, bleek toch behoefte te
bestaan aan onderzoek van één bepaalde variant, te weten
I. Enkhuizen apart, in welke vorm dan ook, en
II. de combinatie Venhuizen, Stede Broec en Drechterland.
Vanmiddag is namens Cap Gemini toegezegd dat die variant zal worden
toegevoegd. Weliswaar zijn de daarvoor nodige gegevens al bekend, maar
die moeten nog in de tabellen worden verwerkt.
De heer Bode
(pvda): Verrassend! Wie heeft daartoe de opdracht gegeven?
De heer Eenhoorn
(Cap Gemini): Vanmiddag is dit element tijdens de in de projectgroep
en de stuurgroep gevoerde bespreking naar voren gekomen en gevraagd
die variant toe te voegen. Helaas is gebleken dat de uitnodiging voor
die vergadering niet in Enkhuizen is terechtgekomen. Welke oorzaak
daaraan ten grondslag heeft gelegen, is niet bekend.
De heer Bode
(pvda): Van de andere, wel aanwezige partijen had mogen worden
verwacht dat het besluit een extra variant te onderzoeken, in dit
geval vsd en Enkhuizen apart, niet eerder zou zijn genomen dan nadat
het met een vertegenwoordiging van deze gemeente was besproken.
De voorzitter
: Ik vernam zojuist dat hier een e-mail is ontvangen die als een
uitnodiging voor de projectgroep, dus het ambtelijke voorportaal, is
opgevat. De secretaris heeft in diens reactie laten weten niet
aanwezig te kunnen zijn. Later hebben de andere gemeenten kennelijk
besloten ook de stuurgroep te laten vergaderen. Jammer, maar het is
niet anders.
De heer De Graaf
(Cap Gemini) brengt in het onderdeel `Financiële gevolgen van een
mogelijke fusie van vesd-gemeenten' de volgende correctie aan. Op
bladzijde 30 is in `Scenario 1: handhaving huidige formatie' voor
personeel het getal -2.881 opgenomen, dat dient te worden vervangen
door -1.302, zodat het correspondeert met het `Per saldo voordeel' in
de eerste tabel op bladzijde 20. Overigens is vanmiddag in de
stuurgroep en vanavond in de raadsvergadering van Venhuizen
geconstateerd dat de tabel op bladzijde 20 gemakkelijk tot een
misverstand kan leiden en dat heeft mede te maken met de benaming
`Besparing formatie'. Afgesproken is in de toelichting een zodanig
redactie te kiezen dat geen enkel misverstand kan worden opgeroepen.
De heer Wiersma
(cda) verbaast zich over de eerste tabel op bladzijde 20. Achter `Af:
reeds ingezet in Enkhuizen' is f 1 miljoen opgevoerd. Uit de optelling
blijkt echter dat dit bedrag als een negatief getal wordt beschouwd en
dat is vreemd.
De heer De Graaf
(Cap Gemini) begrijpt dat de bewuste tabel tot verwarring aanleiding
geeft en zegt toe in het definitieve stuk en de toelichting daarop
helder te zullen aangeven wat de bedoeling is. Bij de doorrekening van
de scenario's is uitgegaan van de meerjarenperspectieven van de vier
individuele gemeenten. Volgens de meerjarenraming van Enkhuizen zal in
het jaar 2004 een besparing op de ambtelijke formatie van f 1 miljoen
zijn gerealiseerd. Scenario 1 gaat uit van handhaving van de huidige
formatie in de betrokken gemeenten en derhalve moet het bedrag van f 1
miljoen als een nadeel worden opgevoerd. Praktisch betekent één en
ander dat het geld opnieuw wordt geïnvesteerd, in dit geval in de
ambtelijke formatie van de vesd-gemeente.
De heer Boland
(d66) citeert de volgende zin die bijna onderaan op pagina 19 staat.
`In dit scenario heeft de nieuwe gemeente 5,4 fte per 1.000
inwoners, nog altijd een belangrijk lager getal dan onze
referentiegemeenten.'
In de tabel op bladzijde 17 valt op dat ondanks het hoge aantal
formatieplaatsen in Enkhuizen voor de nieuwe gemeente het getal 5,1 is
uitgerekend, terwijl als norm 5,4 wordt opgevoerd.
De heer De Graaf
(Cap Gemini) legt uit dat in scenario 1 is uitgegaan van
instandhouding van de huidige ambtelijke formatie, te weten 5,1 fte
per 1.000 inwoners. Scenario 2 is gebaseerd op de norm van 5,4 fte.
De heer Boland
(d66) neemt aan dat bij de vervaardiging van het definitieve rapport
nog even goed wordt gekeken of wijzigingen in de cijfertjes iets
opleveren.
Met betrekking tot volkshuisvesting en ruimtelijke ordening worden in
het rapport herhaaldelijk problemen en oplossingen genoemd die met
Kooizand te maken hebben. In de gemeenschappelijke vergadering te
Bovenkarspel is helder aangegeven dat Kooizand een gepasseerd station
is en dus is het vreemd dat die `non-optie' nog steeds in het stuk
staat.
De heer Ter Beek
(Cap Gemini) beaamt de laatste opmerking van de heer Boland. In de
definitieve versie zal ten aanzien van dit punt een `update'
plaatsvinden.
De heer Lok
(vl/gl) las dat de opwaardering van het kernwinkelgebied in Enkhuizen
f 11 miljoen zou kosten. Dat bedrag is echter achterhaald en dient te
worden gecorrigeerd.
Verder wordt nog altijd over Krabbersplaat 2 gesproken. Die
mogelijkheid is niet aan de orde en moet dus uit het stuk worden
verwijderd.
De voorzitter
bevestigt dat de herinrichtingsplannen voor de binnenstad thans een
bedrag van f 8,25 miljoen vergen. Voorts is momenteel geen politiek
draagvlak voor Krabbersplaat 2 aanwezig.
De heer Ter Beek
(Cap Gemini) belooft in de verdere verwerking van de stukken met deze
opmerkingen rekening te zullen houden.
De voorzitter
stelt vast dat bij de raad geen vragen meer leven, zodat hij de
fracties de gelegenheid geeft zich inhoudelijk uit te spreken.
De heer Bode
(pvda) houdt het volgende betoog. Alvorens op de voorliggende
definitieve conceptrapportage in te gaan, wenst de pvda-fractie een
zaak aan te roeren die haar in hoge mate heeft verbaasd, te weten het
standpunt van het college van burgemeester en wethouders van Stede
Broec. Dat standpunt - vesd: nee; vsd: eventueel - is geformuleerd nog
vóórdat de raad van die gemeente zich over het onderzoek heeft kunnen
uitspreken. Eén en ander lijkt verdacht veel op de eerder
geventileerde mening dat de gemeente Stede Broec in haar huidige vorm
geen problemen kent: `Eventueel is een landelijke uitbreiding naar
Venhuizen en Drechterland denkbaar, maar Enkhuizen voegt niets toe.'
Dezelfde gedachte maakte het noodzakelijk dat Enkhuizen een jaar
geleden een lijn uitwierp naar het reeds opgestarte
samenwerkingsoverleg tussen de vsd-gemeenten. Dit gekoppeld aan
hetgeen daarstraks is meegedeeld, te weten de opdracht de variant vsd
te onderzoeken zònder dat Enkhuizen bij de besluitvorming betrokken is
geweest, maakt de zaak nog wat schrijnender.
Het toenmalige overleg en ook het nieuwe onderzoek sluiten Enkhuizen
uit. Enkhuizen, in het noorden, oosten en zuiden door water omsloten,
lijkt te worden geïsoleerd door enerzijds het vsd-verband en
anderzijds de wam-combinatie. De uitgeworpen lijn werd in eerste
instantie opgepikt, niet in het minst doordat het cluster `vesd'
vanuit de optiek van met name Venhuizen een stevige alliantie tegen
Hoornse aanspraken zou vormen.
Stede Broec heeft in het volgende proces nimmer gewag gemaakt van
enige werkelijke oriëntatie op een bestuurlijke samenwerking met
Enkhuizen. Signalen hieromtrent brachten deze raad tot het standpunt
dat met het onderzoek naar een te vormen vesd-gemeente akkoord kon
worden gegaan, maar alvorens alle middelen in te zetten zouden de
partners elkaar een duidelijk signaal moeten geven dat de goede weg
werd gevolgd. Het college van Stede Broec heeft diens signaal
inmiddels afgegeven, het heeft duidelijk gemaakt zich niet veel te
bekommeren om een geïsoleerd Enkhuizen, indien vsd en wam in welke
vorm dan ook doorgang vinden.
Dat signaal vraagt om een duidelijke regie en standpuntbepaling van
het provinciaal bestuur. Het kan niet zo zijn dat in oostelijk
West-Friesland samenwerkingsverbanden ontstaan zonder dat Enkhuizen
daarbij uitdrukkelijk is betrokken. Het kan evenmin zo zijn dat
Enkhuizen qua inwoneraantal wordt gemarginaliseerd ten opzichte van
andere gemeenten in oostelijk West-Friesland. Zodoende zou op geen
enkele wijze recht worden gedaan aan het uitgangspunt dat Enkhuizen
het subregionale centrum is. De pvda-fractie zegt aan het adres van
Stede Broec en de provincie nadrukkelijk dat de optie `vsd` niet tot
de mogelijkheden behoort. De provincie mag Enkhuizen in die zin niet
marginaliseren en van de bestuurders in Stede Broec mag worden
verwacht dat zij zich medeverantwoordelijk achten voor de wijze waarop
het gemeentelijke landschap in oostelijk West-Friesland wordt
vormgegeven.
Nu de pvda-reactie op de conceptrapportage. Voorbijgaand aan alle
nuanceringen, toelichtingen en dergelijke stelt de rapportage het
volgende.
* De vesd-gemeenten hebben voldoende onderlinge samenhang om daarop
een bestuurlijke organisatie te kunnen enten. Op een aantal
beleidsgebieden is mogelijk winst te behalen. De nieuwe gemeente
krijgt door het inwoneraantal een duidelijke rol en status ten
opzichte van de andere West-Friese gemeenten, zonder dat aan Hoorn
als regionaal centrum te kort wordt gedaan. Andijk bij dit cluster
betrekken, is vanuit bestuurlijke samenhang onlogisch. Het
vesd-prijskaartje is echter (te) fors, of dat acceptabel is, dient
onderwerp van politieke discussie te zijn. Het vesda-prijskaartje
is nog forser.
* De cluster `Enkhuizen, Stede Broec en Andijk' wordt bestuurlijk
negatief geëvalueerd, en wel, vanuit dezelfde argumentatie als
voor het vesd(a)-alternatief is aangedragen. Financieel zijn de
structurele verliezen nog steeds groot, maar minder dan bij vesd
en fors minder dan bij vesda.
* De cluster Enkhuizen en Andijk levert bestuurlijk weinig
meerwaarde, maar het financiële perspectief naar de toekomst lijkt
gunstig.
De fractie van de pvda kan zich vinden in de gegeven argumentaties
inzake de bestuurlijke voor- en nadelen. Zij beoordeelt de structurele
kosten van een vesd- of vesda-fusie zodanig omvangrijk dat die in een
onevenwichtige verhouding tot de bestuurlijke winst staan. Echter, de
conclusie dat dan maar moet worden opgehouden met nadenken, kan worden
volstaan met een stukje grond aan Enkhuizen toe te voegen - overigens
waar vandaan? - en daarna tot de orde van de dag over te gaan, is te
kort door de bocht. Bovendien worden dan niet de problemen opgelost
die aanleiding zijn geweest om de herindelingsdiscussie te starten.
Ergens in de aangeboden notitie staat een interessante opmerking, te
weten dat een eventueel es-huwelijk structureel een positief
financieel effect zal hebben. Daarnaast is de pvda-fractie ervan
overtuigd dat een evaluatie van de bestuurlijke voordelen van dat
cluster minstens even positief zijn als de bestuurlijke voordelen die
met betrekking tot de vesd-combinatie zijn genoemd. Helaas is deze
optie niet uitgewerkt. Waarom niet? Het meest voor de hand liggende is
niet uitgezocht. Wie legt dat de burgers uit?
De combinatie `Enkhuizen-Stede Broec' biedt de bestuurlijke voordelen
die men zoekt, levert financieel structureel een positief saldo op,
leidt tot een gemeente met een omvang die als `ideaal' wordt
gekenschetst en is daarnaast ook nog eens geografisch homogeen. Spelen
in dezen dan toch de groot geachte bestuurlijke cultuurverschillen een
gewichtige rol? Het lijkt erop, maar dat valt niet uit te leggen. De
ambtelijke culturen sluiten op elkaar aan en de in de organisaties
nagestreefde doelen liggen in elkaars verlengde. Aan politieke
culturen dienen bestuurders geen boodschap te hebben. Elke nieuwe
bestuurlijke organisatie vormt immers een eigen, nieuwe cultuur op
basis van de onderdelen waaruit de betrokken organisatie bestaat.
Als in het onderzoek de es-combinatie aan de orde komt, is dat altijd
in relatie met Andijk, oftewel esa. De negatieve evaluatie van dit
cluster komt elke keer direct voort uit de positie van Andijk ten
opzichte van Enkhuizen en de bij de vsd betrokken gemeenten. Positieve
elementen inzake de samenvoeging van Stede Broec en Enkhuizen worden
niet genoemd. Deze combinatie levert restgemeenten op, Venhuizen en
Drechterland zijn beide te klein om een goede sparringpartner voor
andere gemeenten te kunnen vormen. Is in dit verband een gemeente
Venhuizen, Drechterland en Andijk niet meer voor de hand liggend? Een
sterke groene band tussen de stedelijke agglomeraties Hoorn en Stede
Broec-Enkhuizen.
In provinciale staten van Noord-Holland zal ten aanzien van de
herindeling het laatste woord worden gesproken. Met de bedoeling
vanuit de pvda-fractie geen onduidelijkheid te laten bestaan, wordt
haar standpunt als volgt kort samengevat.
1. Clustering van gemeenten zonder daarbij Enkhuizen te betrekken, is
onaanvaardbaar.
2. De kosten van een vsd-gemeente wegen niet op tegen de bestuurlijke
voordelen.
3. De combinatie `Enkhuizen-Stede Broec' biedt de meeste voordelen,
zowel op het terrein van de bestuurlijke vraagstukken en de
herkenbaarheid voor de burgers als voor wat betreft de kosten die
aan de orde zullen zijn.
4. De fractie pleit voor een sterke groenebandgemeente en acht
daarvoor grenscorrecties aanvaardbaar.
De heer Hæntjens
(vvd) verklaart dat zijn fractie de rapportage met zeer veel
belangstelling heeft bestudeerd, en wel tegen de achtergrond van het
eerder verwoorde standpunt dat Enkhuizen versterkt zelfstandig verder
kan gaan.
De fractie van de vvd heeft de argumenten en cijfers bekeken die voor
een vesd-gemeente zijn aangevoerd. Zij studeert nog op de vraag wat
voor Enkhuizen de meest gunstige oplossing is. Het belang van de
inwoners van deze gemeente moet daarbij vooropstaan. Los van welke
herindeling van West-Friesland dan ook is voor Enkhuizen van groot
belang dat de eigen identiteit wordt behouden en deze gemeente zich in
geval van een fusie als een sterke partner presenteert. Gelet op de
stedelijke problematiek is een zo groot mogelijk bestuurlijk en
organisatorisch draagvlak voor alle Enkhuizers zonder meer een
hoofdzaak.
In de rapportage `Over de brug en door de poort?' wordt ook iets over
functie en uitbreiding van Hoorn gezegd. Het besluit dat provincie en
rijk daarover zullen nemen, is van belang voor de uiteindelijke
herindeling van West-Friesland. In het geval Hoorn in oostelijke
richting mag uitbreiden, zal een vesd-fusie zelfs met verlies van
grondgebied aan Hoorn organisatorisch weliswaar levensvatbaar zijn,
maar valt in politiek-bestuurlijk opzicht toch een niet onbelangrijke
pijler onder de fusie weg.
In het kader van de herindeling spelen punten een rol waarover
zekerheid moet bestaan alvorens definitieve besluiten kunnen worden
genomen. Hierbij moet vooral worden gedacht aan de positie die
Enkhuizen daarin zal bekleden.
Voorts is in de rapportage opgemerkt dat de fusie positief zal
uitwerken, mede omdat dan over de gemeentegrenzen heen kan worden
gekeken, ook met betrekking tot de besluitvorming over bepaalde zaken.
Weliswaar moet enerzijds in grotere verbanden worden gedacht, maar
anderzijds dient het gemeenschapsgevoel in de kernen en de stad
Enkhuizen met haar voorzieningen behouden te blijven. Wanneer daarover
zekerheid bestaat, kan een weloverwogen besluit worden genomen in de
raadsvergadering die daarvoor is geprogrammeerd.
De heer Lok
(vl/gl) roept in herinnering dat hij in de vergadering van 16 oktober
2000 heeft gezegd dat na het vesd-onderzoek wellicht naar andere
mogelijkheden moet worden gekeken. Die opmerking was ingegeven door
zorg over een mogelijk niet positieve uitkomst van het onderzoek. Ook
merkte hij toen namens de fractie van Verenigd Links/groenlinks op dat
in plaats van één gemeente met circa 55.000 inwoners ook twee
gemeenten met ongeveer de helft van dat aantal inwoners aanvaardbaar
zouden zijn. Meerdere tekenen wijzen erop dat die richting wenselijk
is. De heer Bode is niet voor niets vrij uitvoerig op het standpunt
van het college van Stede Broec ingegaan, maar of Enkhuizen, gelet op
dat standpunt, coûte que coûte aansluiting bij die buurgemeente moet
blijven nastreven, lijkt thans een gepasseerd station. Aan de andere
kant moet Enkhuizen waken voor een isolement.
Aan de uitspraak van het college van Stede Broec moet een
gevolgtrekking worden verbonden en spreker kan zich slecht voorstellen
dat burgemeester en wethouders van die gemeente zich dat niet hebben
gerealiseerd. De heer Hæntjens wijst erop dat de belangen van Hoorn
door provincie en kabinet worden erkend, in die zin dat
grenscorrecties zullen plaatsvinden. Welnu, als Stede Broec voor de
vsd-constructie kiest, zal dat ook tot grenscorrecties aan de kant van
Enkhuizen dienen te leiden. De gemeente Enkhuizen moet dan immers
zelfstandig verder gaan. De belangen van Enkhuizen zijn in de visie
van de vl/gl-fractie het beste gewaarborgd, ook op termijn, als thans
naar een gemeente Enkhuizen met circa 25.000 inwoners wordt gekoerst.
De vorige keer heeft spreker zich nogal kritisch over de eerste
rapportage uitgelaten. Nu wil hij niet onder stoelen of banken steken
waardering te hebben voor het onderzoeksproduct dat op tafel ligt. Men
kan de onderzoekers immers niet verwijten dat het proces verloopt
zoals het verloopt. Zeker in de politiek is het weinig zinvol aan
onwillige, laat staan dode paarden te trekken.
De heer Wiersma
(cda) kon zich na lezing van de zaterdagkrant niet aan de indruk
onttrekken dat de gemeente Stede Broec nog steeds het standpunt
huldigt dat zij vanaf het begin heeft ingenomen: `Wij hebben niets
nodig, maar wie zich bij ons wil aansluiten mag dat kenbaar maken.'
Ook in het onderhavige rapport staat dat Stede Broec zichzelf goed kan
redden.
Dat aan het onderzoek de variant `vsd versus Enkhuizen stand alone' is
toegevoegd, lijkt op toeval te berusten, maar duidelijk mag zijn dat
sommigen in de gelukkige omstandigheid verkeren het toeval in
aanzienlijke mate te kunnen helpen!
De herindelingsgesprekken werden ooit gestart met het `Drechterlands
beraad'. Op basis daarvan kwam deze raad tot de slotsom dat Enkhuizen
versterkt zelfstandig verder zou moeten. In die optiek werd aan 20.000
à 25.000 inwoners gedacht en zou Enkhuizen aan de kant van Schepenwijk
meer vrijheid moeten hebben. In dat verband viel ook de naam van
Andijk. Toen vervolgens de vsd-gemeenten over een mogelijke
herindeling spraken, stelde het college van Enkhuizen voor daarbij aan
te haken om te voorkomen dat een wellicht interessante boot zou worden
gemist. Voorop stond dat de voordelen van een mogelijk samengaan voor
de stad Enkhuizen en haar burgers duidelijk zichtbaar zouden moeten
zijn. Vandaar dat een onderzoeksbureau werd ingeschakeld.
Nu ligt een uitgebreid rapport op tafel, maar de conclusies zijn wat
mager.
* Enkhuizen zou een goede evenknie van Hoorn zijn.
* Gewaakt dient te worden tegen een te grote afstand tussen
bestuurders en bestuurden; in dit verband wordt gesuggereerd dat
internet iets kan betekenen.
* Een fusie kost veel geld, afgezien van de frictiekosten f 6
miljoen op jaarbasis. Bovendien moeten de burgers na twee jaar
minstens f 125,-- meer ozb betalen.
Zijn dat voor Enkhuizen aantrekkelijke voordelen? In de huidige
situatie kan deze gemeente zich redelijk goed redden. Op basis van de
aangeboden stukken kijkt de cda-fractie met belangstelling uit naar de
resultaten van het aangekondigde onderzoek. Welke combinatie ook tot
stand komt, vesd of vsd, aan de Hoornse kant zal vrijwel zeker een
grenscorrectie plaatsvinden. In het laatste geval zijn ook aan de kant
van Enkhuizen grenscorrecties denkbaar; dat model heeft sterk de
voorkeur van de cda-fractie, want zij is niet gerust op de inbedding
van de toch wat speciale Enkhuizer structuur in een te vormen
vesd-gemeente.
Concluderend: er is geen sprake van een financieel profijt,
integendeel, terwijl de bestuurlijke voordelen beter in een versterkt
zelfstandig verder gaan kunnen worden gezocht.
De heer Boland
(d66) herhaalt dat hij nog niet in de gelegenheid is geweest met zijn
achterban over de voorliggende stukken te spreken, zodat van hem op
dit moment hij geen doorwrochte bespiegeling mag worden verwacht. In
een later stadium zal de fractie van d66 haar definitieve conclusie
voor het voetlicht brengen.
In het rapport komen nauwelijks analyses voor en zijn geen
kruisverbanden gelegd.
* Zo blijft onduidelijk waarom Enkhuizen een relatief groot aantal
formatieplaatsen kent. Leeft deze gemeente boven haar stand of
heeft zij veel taken te vervullen?
* Hoe zit het Enkhuizer subsidiebeleid in elkaar? Is dit
gemeentebestuur genereuzer of juist zuiniger dan andere
gemeentebesturen?
Interessante vragen waarop het rapport geen antwoord geeft.
Verder worden opmerkingen gemaakt die als strekking hebben: 1 + 1 =
meer dan 1. De onderzoekers zeggen in hun rapport op verschillende
plaatsen dat daar waar meer gemeenten worden samengevoegd meer
draagvlak ontstaat en zij beschouwen dit als een positief punt. Hier
en daar wordt ook op andere positieve effecten geduid, maar die zijn
niet geanalyseerd. Taken die nu door het sow of Hoorn, in de
hoedanigheid van centrumgemeente, worden uitgevoerd, kunnen door
grotere gemeenten weer zelf worden opgepakt.
* Onduidelijk blijft echter of, bijvoorbeeld, de plaatselijke
brandweerkorpsen, die volgens het rapport blijven bestaan, taken
van de regionale brandweer kunnen of moeten overnemen, gesteld dat
die in stand wordt gehouden.
* Hetzelfde geldt voor de recreatie. Deze gemeente worstelt op een
vreselijke manier, met het Enkhuizer Zand. Verwacht mag worden dat
een gemeentelijke herindeling van West-Friesland ook gevolgen
heeft voor het sow en het recreatieschap. Hoe gaan dan de nieuwe,
vergrote gemeenten met de recreatieve voorzieningen om?
Voor gemeenten is het bestuurlijk-ambtelijk interessant te kijken
welke effecten een samenwerking of fusie heeft; daarnaast zou echter
ook naar de ontwikkelingen in het maatschappelijke veld moeten worden
gekeken. Met andere woorden: er zou niet alleen op getalsmatige en
financiële overwegingen moeten worden gelet.
De fractie van d66 wil de aangeboden definitieve conceptrapportage nu
voor kennisgeving aannemen en gebruiken als bouwsteen voor de verdere
besluitvorming. Daarover heeft de fractie trouwens al eerder opgemerkt
dat het publiek zo goed mogelijk dient te worden geïnformeerd om
zodoende een behoorlijk draagvlak voor welke beslissingen dan ook te
creëren. Misschien zijn de onderzoekers bereid alle tussenconclusies
op drie à vier A4'tjes samen te voegen om die als publiekssamenvatting
naar buiten te kunnen brengen.
Vooralsnog blijft de fractie van d66 van oordeel dat Enkhuizen moet
opteren voor een samenwerking met Stede Broec. In het rapport zijn
bepaalde taakvelden met name genoemd, zoals ruimtelijke ordening en
volkshuisvesting, die daarvoor pleiten. Ten aanzien van andere
oplossingen, bijvoorbeeld esa, stelt het rapport dat dan de politieke
verantwoordelijkheid in het geding is, want Venhuizen en Drechterland
mogen niet aan hun lot worden overgelaten. Mutatis mutandis is
hetzelfde voor Enkhuizen van toepassing wanneer de vsd-combinatie tot
stand komt. Kortom: één optimaal cluster samenstellen en tegen de rest
van West-Friesland zeggen: `U zoekt het maar uit,' is onverantwoord.
De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) verwonderde zich over het jongstleden zaterdag verschenen
krantenartikel waarin de visie van Stede Broec werd weergegeven. Heeft
het college van Enkhuizen nagetrokken in hoeverre het bewuste artikel
juist is? Stede Broec had er in ieder geval beter aan gedaan de
behandeling van het rapport af te wachten en dan met een visie naar
buiten te komen.
Het voorliggende rapport stipt punten aan en roept vragen op die voor
de rpf/sgp-fractie van wezenlijk belang zijn.
* Tijdens de op 26 februari gehouden bijeenkomst in Het Rode Hert
heeft sprekers fractie nadrukkelijk gevraagd extra aandacht te
schenken aan de voordelen voor de burgers. Welnu, uit het rapport
blijkt dat het vesd-verband nauwelijks voordelen oplevert,
integendeel, er is sprake van een aanmerkelijke lastenverzwaring,
met name voor Stede Broec en Drechterland.
* Niet geheel duidelijk is hoe de bijdrage uit het gemeentefonds zal
worden berekend. Is in het geval van een samenvoeging de huidige,
gezamenlijke uitkering aan de vier gemeenten de basis of wordt dat
totaalbedrag beduidend minder?
* Een ander punt waarover de rpf/sgp-fractie helderheid wil hebben
is een samengaan met Andijk. Het eerste rapport, behandeld op 26
februari te Bovenkarspel, bevat met betrekking tot Andijk een
negatieve beoordeling. Tijdens die bijeenkomst werd meegedeeld dat
op 1 maart overleg met die gemeente zou plaatsvinden. In hoeverre
was op 26 februari sprake van een vooringenomen standpunt? In het
definitieve concept komt Andijk er als partner van Enkhuizen
immers aanmerkelijk beter af.
* Is het de bedoeling na de bespreking van de voorliggende stukken
ten aanzien van Andijk nog een meer gerichte, definitieve
beoordeling te maken? Zo nee, dan rijst de vraag waarom Andijk en
Enkhuizen niet met elkaar hebben gesproken.
Op dit moment waagt de fractie van de rpf/sgp zich nog niet aan een
uitspraak over de combinatie die de voorkeur verdient, alhoewel uit
eerdere discussies wel duidelijk is geworden waaraan de fractie op de
eerste plaats denkt. In ieder geval dringt de fractie aan op een wat
diepgaander onderzoek naar de combinatie Enkhuizen-Andijk, zeker nu
Stede Broec heeft laten weten niet met Enkhuizen verder te willen
gaan.
Tot slot zij opgemerkt dat de fractie niet in de gelegenheid was de
Cultuurscan vesd-gemeenten te lezen, want die viel pas aan het einde
van de middag in de brievenbus.
De voorzitter
: Stede Broec heeft zich uitgesproken, maar ook Andijk heeft dat
gedaan door de voorkeur te geven aan het wamnk-cluster . Waarom dan
toch een verdieping van het onderzoek in de richting van Andijk en
niet Stede Broec?
De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp): Niet ontkend kan worden dat de meeste bestuurders in Andijk
het meest voor wamnk voelen. Met die gemeente heeft echter geen
overleg plaatsgevonden zoals met Stede Broec is gebeurd. Vandaar dat
op dit moment geen goede afweging kan worden gemaakt.
De voorzitter
attendeert erop dat het zojuist rondgedeelde stuk een jongstleden
woensdag ontvangen e-mail van de gemeentesecretaris van Stede Broec
is. In die e-mail, gericht aan de gemeentesecretaris van Enkhuizen,
wordt het standpunt van het college van Stede Broec uiteengezet.
Burgemeester en wethouders van Enkhuizen brachten de inhoud van dat
bericht niet naar buiten, omdat Stede Broec dat zelf naliet. Aangezien
daarstraks werd gevraagd of het in de krant verschenen standpunt van
Stede Broec correct werd weergegeven, leek het verstandig het bewuste
e-mailtje even te kopiëren en uit te delen.
Uit de gemaakte opmerkingen licht spreker de volgende punten en vraagt
die in de tweede termijn te verduidelijken en/of aan te vullen.
* pvda-fractie. De heer Bode doet met het oog op de aanvullende
onderzoeksvraag van de vsd-gemeenten de suggestie ook de
combinatie Enkhuizen-Stede Broec apart te bekijken en/of te
vergelijken met de uitkomsten van het vsd-onderzoek.
* rpf/sgp-fractie. Analoog aan de suggestie van de heer Bode geeft
de heer Van Pijkeren in overweging nog eens nader te bezien of de
combinatie Enkhuizen-Andijk een wenselijke is.
* Hopelijk kunnen de onderzoekers die suggesties in een matrix
weergeven. Dat behoeft niet op basis van een volledig onderzoek te
geschieden. De bedoeling is dat de drie clusters aan de hand van
dezelfde criteria, zoals financiën, personeel et cetera, naast
elkaar worden gezet, zodat het voor iedereen gemakkelijk is ook de
zojuist genoemde mogelijkheden te beoordelen.
* d66-fractie. De heer Boland bepleit het maken van een
publiekssamenvatting. In overleg met de onderzoekers zal worden
bekeken hoe het rapport, bezien door een Enkhuizer bril, het beste
in een publiekssamenvatting kan worden gegoten. Die samenvatting
zal geschikt moeten zijn voor publicatie in de krant en zal,
afhankelijk van de kosten, wellicht breed kunnen worden verspreid.
Overigens heeft het college in de komende maanden een aantal
wijkavonden gepland en dan zal onder andere dit thema aan de orde
komen.
De heer Eenhoorn
(Cap Gemini) kan zich voorstellen dat om een zeker evenwicht te
creëren de plussen en minnen van de clusters `Enkhuizen-Stede Broec',
`Enkhuizen-Andijk' en `vsd' naast elkaar worden gezet. Eén en ander
zal in een samenvattende matrix worden opgesomd.
De heer Boland
(d66): Prima, want in het rapport zijn de vesd-gemeenten onder de loep
genomen en is vervolgens bekeken wat de toevoeging van Andijk extra
oplevert. Dat doet geen recht aan de waarde van elk mogelijk cluster.
In ieder geval moet het mogelijk zijn gelijkwaardige afwegingen te
maken.
De heer Eenhoorn
(Cap Gemini) noteerde dat de heren Hæntjens, Lok en Wiersma op de
mogelijkheid wezen Enkhuizen versterkt zelfstandig verder te laten
gaan en in dat licht grenscorrecties noemden. In de rapportage zijn
geen opmerkingen over mogelijke grenscorrecties gemaakt. Het onderzoek
is gericht op het samengaan van verschillende gemeenten zoals zij zich
thans manifesteren en dat zal ook in het over 14 dagen te verschijnen
eindrapport tot uitdrukking komen. Het is echter niet uitgesloten dat
het provinciaal bestuur de ideeën die `bottom up' ontstaan van
kanttekeningen voorziet.
De heer Hæntjens
(vvd): In het rapport is wèl de uitbreiding van Hoorn genoemd en die
zal ongetwijfeld consequenties voor Drechterland en Venhuizen hebben.
De heer Eenhoorn
(Cap Gemini): In het onderzoek is slechts antwoord gegeven op de vraag
welke positie Hoorn in het totaal van de gemeentelijke herindeling van
West-Friesland heeft.
De voorzitter
: In het Raadsvoorstel standpuntbepaling gemeentelijke herindeling
(voorstel nummer 128, de dato 5 oktober 2000) is gesteld dat `het
ongedeeld overgaan' geen voorwaarde vooraf moet zijn. Via een lange
omweg is dit punt weer ter sprake gekomen!
De heer Lok
(vl/gl): Het provinciaal bestuur heeft zich tot nu toe nogal afzijdig
gehouden en zeker geen regierol vervuld. Enerzijds is, ingegeven door
het kabinet, wèl uitgesproken dat de grenzen van Hoorn een aanpassing
behoeven om de centrumpositie van die gemeente te waarborgen, maar
anderzijds is níéts gezegd over de consequenties die daaraan voor
andere gemeenten zijn verbonden. Blijkbaar is het principe van
ongedeeld samengaan verlaten en dus zullen de dominostenen vallen.
De heer Bode
(pvda) gaat in op de uitnodiging van de voorzitter iets meer te zeggen
over een onderzoek naar de combinatie `Enkhuizen-Stede Broec'.
Overigens moet worden voorkomen dat elke raadsvergadering twee of meer
onderzoeksvragen oplevert!
De heer Eenhoorn
(Cap Gemini): Dat werk wordt allemaal gratis gedaan!
De heer Bode
(pvda): Genoteerd!
Ook in het vorige gesprek heeft de pvda-fractie gesuggereerd andere
clusters te bezien. De onderzoekers hebben dat opgevat als `Andijk
koppelen aan het vesd-cluster' en `Andijk koppelen aan de
es-gemeenten'. De fractie had graag gezien dat ook zou zijn gekeken
naar deelclusters bìnnen het vesd-gebied, met name naar de
es-combinatie. Spreker ondersteunt dan ook graag het verzoek van de
voorzitter een samenvattende matrix te vervaardigen.
De heer Lok
(vl/gl): Er zijn talloze varianten denkbaar die voor onderzoek in
aanmerking komen, maar gelet op hetgeen de heer Bode in de eerste
termijn naar voren heeft gebracht, ligt het voor de hand dat de
pvda-fractie ook pleit voor onderzoek naar de combinatie
Drechterland-Venhuizen-Andijk.
De heer Bode
(pvda): De pvda-fractie is vooral geïnteresseerd in het cluster
`Enkhuizen-Stede Broec'.
Voor alle duidelijkheid zij nogmaals gewezen op de punten 3 en 4 van
het samengevatte pvda-standpunt, te weten
3) De combinatie `Enkhuizen-Stede Broec' biedt de meeste voordelen,
zowel op het terrein van de bestuurlijke vraagstukken en de
herkenbaarheid voor de burgers als voor wat betreft de kosten die
aan de orde zullen zijn.
4) De fractie pleit voor een sterke groenebandgemeente en acht
daarvoor grenscorrecties aanvaardbaar.
Sommige fracties geven de voorkeur aan een versterkt Enkhuizen. Dat
betekent, gelet op het gegeven dat een gemeente 25.000 à 35.000
inwoners moet hebben, een grenscorrectie in Stede Broec. In wezen is
de combinatie `Enkhuizen-Stede Broec' ook als een grenscorrectie te
beschouwen, en wel grofweg vanaf Grootebroek. Vanaf de àndere kant
bezien is Grootebroek dan eveneens de grens. Op dit moment kan echter
beter nog niet over mogelijke grenscorrecties worden gesproken, maar
die zullen op enig moment zeker aan de orde komen om ervoor te zorgen
dat een sterke groenebandgemeente ontstaat.
In dezen is de fractie benieuwd naar het provinciale standpunt.
Overigens heeft de heer Lok terecht gezegd dat de regierol van de
provincie meer gestalte dient te krijgen. In dit verband moet erop
worden gewezen dat alleen die varianten nader dienen te worden bekeken
waarvoor een politiek draagvlak bestaat, ook op provinciaal niveau.
De heer Hæntjens
(vvd) vestigt de aandacht op het tijdens deze vergadering uitgereikte
stuk `Bestuurlijk oordeel concept-rapportage 06032001.doc'. Daarin is
het voorlopige bestuurlijke oordeel van het college van Stede Broec
neergelegd. In de bewuste e-mail staat onder meer de volgende,
interessante volzin.
`Het college is dan ook van oordeel dat - alle goede intenties ten
spijt - een fusie met de vesd gemeenten aan de burger niet kan
worden uitgelegd.'
Hoe kan welke gemeentelijke fusie dan ook aan de burgers worden
uitgelegd? Aan de inwoners zal in ieder geval duidelijk moeten worden
gemaakt hoe hun belangen zijn gewaarborgd en welke toegevoegde waarde
een fusie heeft. Verder moet worden voorkomen dat welke combinatie dan
ook tot het isolement van Enkhuizen leidt.
De fractie van de vvd zal tegen de geschetste achtergrond de
rapportage nog eens kritisch doorspitten en haar definitieve oordeel
in de daarvoor bestemde raadsvergadering geven.
De heer Lok
(vl/gl) behoeft weinig toe te voegen aan datgene wat hij namens zijn
fractie in de eerste termijn heeft verwoord.
Voor de goede orde moet nog wel worden gemeld dat ook de fractie van
Verenigd Links/groenlinks een voorlopig standpunt heeft ingenomen,
maar dat zal waarschijnlijk niet veel afwijken van het definitieve
oordeel.
De heer Hæntjens heeft burgemeester en wethouders van Stede Broec
geciteerd. Dat college heeft alle recht diens categorische mening te
ventileren. Die laat echter nauwelijks of geen ruimte voor welke
samenwerking dan ook.
De heer Hekkert
(vvd): Uiteraard heeft het college van Stede Broec het recht een
mening te ventileren. In hetzelfde stuk geeft dat college ook toe dat
sprake moet zijn van een grenscorrectie, want het laat weten:
`Duidelijk is dat de doelmatige en robuuste gemeente een aantal inwoners telt tussen 24.000 en 35.000 inwoners.'
Eigenlijk zeggen burgemeester en wethouders van Stede Broec: `Beste
Enkhuizen, doe het alleen en daarvoor krijgt u een stukje van onze
gemeente.' Een genereus aanbod!
De heer Lok
(vl/gl): Zó letterlijk wil ik de e-mail van de buurgemeente niet
opvatten, maar in de eerste termijn heb ik wel op die mogelijke
implicatie gewezen.
De heer Wiersma
(cda) gaat allereerst in op de suggestie van de heer Boland een
publieksamenvatting van het rapport te maken. Betwijfeld mag worden of
voor drie à vier A4'tjes veel lezers kunnen worden gevonden.
De voorzitter
: Aangenomen mag worden dat in overleg met Cap Gemini een goed
leesbare, populaire samenvatting van deze materie kan worden gemaakt.
De heer Wiersma
(cda): Probeer de omvang tot een half A4'tje te beperken. De suggestie
iets aan voorlichting van het publiek te doen, verdient zeker
ondersteuning. Overigens graag eerder dan op de momenten dat het
college de wijken ingaat.
Op zich is het interessant naast het cluster `vsd versus e' de
combinatie Enkhuizen-Stede Broec wat nader te bekijken, maar
vooralsnog gelooft de cda-fractie niet dat die mogelijkheid een
verbetering inhoudt, integendeel. Daarnaast moet men zich wel
realiseren dat de es-combinatie de vraag doet rijzen hoe het met de
andere gemeenten in oostelijk West-Friesland moet.
Voor het overige moet worden afgewacht welke definitieve standpunten
de verschillende gemeenten zullen innemen en hoe het provinciaal
bestuur daarover denkt. Spreker wacht dat allemaal in geloof en
vertrouwen af.
De heer Lok
(vl/gl): Dit is zeker niet de meest effectieve raad, maar wel de
leukste!
De heer Boland
(d66) hamert op zijn voorstel het publiek voor te lichten. De vorm
waarin dat moet gebeuren, laat hij echter graag aan anderen over. In
ieder geval gaat het er om dat burgers van Enkhuizen bij dit proces
worden betrokken.
In de e-mail van het college van Stede Broec staan uit het rapport
overgenomen opmerkingen waarvan spreker het vermoeden heeft dat die
oorspronkelijk zijn gemaakt in interviews met ambtenaren. Zo wordt in
de e-mail de volgende conclusie aangehaald.
`Voorbeelden: Stede Broec heeft geen specialist op het terrein van
detailhandel en kennis over de uitbreiding van winkelcentra (?).'
Duidelijk is dat dergelijke uitspraken heel pijnlijk in Stede Broec
overkomen!
De heer Eenhoorn
(Cap Gemini): Die tekst is een parafrase op hetgeen de vorige keer in
deze raad is gezegd.
De heer Boland
(d66): O.
Over de hoofden van de aanwezigen zegt spreker in de richting van
Stede Broec en de provincie dat niet uitsluitend naar de plusjes en de
minnetjes mag worden gekeken. Bestuurders mogen niet zonder gevoel
voor solidariteit en gezamenlijke verantwoordelijkheid de goedkoopste
variant kiezen en anderen met hun problemen laten zitten. De gemeente
Enkhuizen heeft herhaaldelijk aandacht voor haar stedelijke
problematiek gevraagd, een problematiek die haar vanuit de historie
toevallig is toebedeeld. Ook met dergelijke omstandigheden moet
rekening worden gehouden bij het beoordelen van de cijfertjes. In dit
licht meent de d66-fractie dat het tenminste de moeite waard is heel
goed naar het es-cluster te kijken en de resultaten daarvan aan het
onderzoeksrapport toe te voegen.
De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) benadrukt nogmaals dat ook het cluster `Enkhuizen-Andijk'
dient te worden bekeken. Volgens de rpf/sgp-fractie bevat die
mogelijkheid elementen die nader dienen te worden bestudeerd. In ieder
geval moeten de mensen in Andijk de gelegenheid krijgen hun inbreng te
leveren om vervolgens tot een evenwichtige matrix te kunnen komen.
Spreker kan de heer Wiersma het geloof niet geven, maar deze weet dat het wordt geschonken aan degene die er om vraagt.
De heer Wiersma
(cda): In dit geval zal ik er niet om vragen!
De heer Eenhoorn
(Cap Gemini) vermeldt dat de onderzoekers een poging hebben gedaan te
voorkomen dat financiële uitkomsten van vergelijkingen bepalend worden
voor de richting van de bestuurlijke vernieuwing. Desondanks vormen
die uitkomsten één van de wegingsfactoren naast bestuurlijke,
ambtelijke, organisatorische en andere zaken. In dat samenstel van
afwegingen, plussen en minnen op alle terreinen moet steeds worden
gekeken of de negatieve punten voor één of meerdere gemeenten opwegen
tegen de positieve punten voor andere gemeenten. De vanavond geleverde
bijdragen zullen helpen bij het maken van een juiste afweging. Daarin
zullen de twee aanvullende onderzoeksvragen zo goed mogelijk worden
meegenomen.
Nogmaals, getracht zal worden het financiële aspect niet de boventoon
te laten voeren, want de bestuurlijke uitdaging waarvoor dit deel van
West-Friesland staat, omvat meer dan woonlasten alleen. Het gaat om
het gezamenlijk oplossen van de bestuurlijke problematiek die op de
lokale besturen afkomt. Dat moet uiteindelijk culmineren in voldoende
materiaal voor de betrokken gemeentebesturen om aan hun burgers te
kunnen uitleggen waarom voor een bepaalde mogelijkheid is gekozen.
Mevrouw Zeilstra-Hilders
(provincie Noord-Holland) zegt dat zij van deze discussie de nodige
aantekeningen heeft gemaakt en die aan de betrokken provinciale
bestuurder zal voorleggen.
De voorzitter
rondt de gedachtewisselingen af met de onderzoekers en mevrouw
Zeilstra te bedanken voor hun aanwezigheid en de gegeven
toelichtingen. Als aandenken zal aan de heren een stroopdas en aan de
dames een shawltje worden uitgereikt.
5. Rondvraag.
Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.
6. Sluiting.
De voorzitter
wenst allen wel thuis toe en sluit de vergadering (22.30 uur).
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Enkhuizen op dinsdag 3 april 2001.
De secretaris, De voorzitter,
(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)