Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Regeling reiniging en ontsmetting mestwagens mond- en klauwzeer 2001 dd.15-03-2001 13:00 uur

15 maart 2001

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224) en op artikel 9, eerste en derde lid, van Richtlijn nr. 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395); Gelet op artikel 30, eerste lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

Artikel 1

* Vervoermiddelen, bestemd of kennelijk bestemd voor het vervoer van mest van vee of pluimvee, en de daarbij behorende voorwerpen, worden voordat zij een erf van een bedrijf verlaten, gereinigd en ontsmet bij een installatie die water levert van voldoende druk voor een uit oogpunt van voorkoming van verspreiding van mond- en klauwzeer deugdelijke en efficiënte reiniging en ontsmetting.
* De in het eerste lid bedoelde reiniging en ontsmetting geschiedt overeenkomstig bijlage II van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 . Artikel 2

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling reiniging en ontsmetting mestwagens mond- en klauwzeer 2001.

Artikel 3

Deze regeling wordt op 15 maart 2001 om 13.00 uur bekendgemaakt aan de media en treedt onmiddellijk daarna in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

Toelichting voor de Staatscourant

Sinds 22 februari 2001 zijn preventieve maatregelen getroffen teneinde de insleep en de mogelijke verspreiding van mond- en klauwzeer vanuit het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk tegen te gaan. Heden treedt een regeling in werking op grond waarvan het vervoer en het uitrijden over het land van de meststoffen op individuele bedrijven die evenhoevigen uit Frankrijk hebben ontvangen verboden is totdat onomstotelijk vaststaat dat de evenhoevigen niet besmet zijn met mond- en klauwzeer.

Meer ten algemene geldt dat indien een bedrijf besmet is geraakt met het mond- en klauwzeervirus dit virus ook zal voorkomen in dierlijke mest. Gelet op de huidige onduidelijke mond- en klauwzeersituatie binnen Europa en het mogelijke gevaar dat het virus overgebracht wordt naar Nederland, is het noodzakelijk dat een extra maatregel getroffen wordt om te voorkomen dat deze uiterst besmettelijke ziekte zich daadwerkelijk binnen Nederland manifesteert. Deze extra maatregel houdt in dat elk vervoermiddel, waarin mest van vee of pluimvee wordt getransporteerd of kennelijk bestemd is voor het transport van mest, inclusief de daarbij behorende voorwerpen, moet worden gereinigd en ontsmet vlak voordat het vervoermiddel een bedrijf verlaat. Deze reiniging en ontsmetting dient minimaal plaats te vinden volgens de voorwaarden die zijn gesteld in bijlage II van de Regeling hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2001.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,