Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Persbericht Ministerraad
16 maart 2001

UITWERKING ONAFHANKELIJK TOEZICHT IN NIEUWE ORGANISATIE

ARBEIDSBEMIDDELING EN SOCIALE ZEKERHEID

De onafhankelijkheid van het toezicht in de nieuwe organisatiestructuur voor de arbeidsbemiddeling en de sociale zekerheid is verder uitgewerkt. De ministerraad is op voorstel van minister Vermeend en staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met deze uitwerking akkoord gegaan.

In de nieuwe opzet zal het toezicht op de uitvoering worden uitgeoefend door de Inspectie Werk en Inkomen. De Inspectie zal toezicht houden op de uitvoering van wettelijke taken door de Centra voor Werk en Inkomen, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale Verzekeringsbank en de gemeenten. Het College toezicht sociale verzekeringen (Ctsv) en de directie Toezicht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden daartoe samengevoegd.

De Inspectie wordt een zelfstandig onderdeel van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met aan het hoofd een inspecteur-generaal Werk en Inkomen. Daarbij is van belang dat het toezicht onafhankelijk is ten opzichte van het beleid, zodat toezichtsbevindingen niet worden beïnvloed door politiek-bestuurlijke afwegingen. De minister zal zich niet bemoeien met de concrete bevindingen van de Inspectie maar deze, bij de aanbieding aan het parlement, voorzien van zijn oordeel. Het (meer)jarenplan, het jaarverslag en alle door de Inspectie relevant geachte rapportages worden door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan het parlement gezonden.

De bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zullen de Tweede Kamer via een beleidsbrief informeren over de uitwerking van de onafhankelijke positie van de Inspectie, zodat deze kan worden betrokken bij de verdere behandeling van het wetsvoorstel voor een nieuwe uitvoerings-organisatie voor de arbeidsbemiddeling en de sociale zekerheid.

RVD, 16.03.2001