Titel: Betaling door de ontvanger op een uitgesloten rekening
Betaling door de ontvanger op een uitgesloten rekening
Directie rechtstoepassingsbeleid Belastingdienst
Besluit van 16 maart 2001, nr. RTB2001/1081M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris
van Financiën het volgende besloten.
Mij is gebleken dat in de praktijk regelmatig vragen rijzen met
betrekking tot betalingen die door de ontvanger zijn verricht op een
andere rekening dan de door de belastingplichtige gewenste rekening.
Om te bereiken dat de belastingdienst op uniforme wijze omgaat met
deze problematiek worden de volgende richtlijnen gegeven.
I. Betaling op een rekening ten name van de belastingplichtige
1. De ontvanger kan een geldverbintenis voldoen door het uit te
betalen bedrag op een rekening ten name van de belastingplichtige te
doen bijschrijven, tenzij de belastingplichtige betaling op die
rekening geldig heeft uitgesloten (artikel 6:114, eerste lid, BW). Van
zon uitsluiting kan op verschillende manieren blijken. In ieder geval
is sprake van een geldige uitsluiting indien de belastingplichtige op
zijn aangifte of in zijn verzoek om een teruggaaf heeft verzocht (het)
terug te betalen bedrag(en) op een bepaalde rekening te voldoen.
De rekening die niet exclusief op naam staat van de belastingplichtige
(en/of rekening) wordt in dit besluit begrepen onder de rekening op
naam van de belastingplichtige.
2. Ingeval de betaling van een aan de belastingplichtige terug te
geven bedrag heeft plaatsgevonden op een geldig uitgesloten rekening:
a. heeft de ontvanger voldaan aan de verbintenis indien de
belastingplichtige de betaling (stilzwijgend) accepteert;
b. dient de ontvanger alsnog uit te betalen indien de
belastingplichtige de betaling weigert.
3. De belastingplichtige kan de betaling op een uitgesloten rekening
slechts weigeren met terugbetaling van het bedrag waarmee hij ten
gevolge van de betaling op de uitgesloten rekening is verrijkt. De
belastingplichtige is in deze niet verrijkt voorzover het bedrag hem
niet ter beschikking is gekomen (daadwerkelijk ten goede is gekomen).
Het gaat hier om bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld een betaling
op een uitgesloten rekening waarvan het negatieve saldo vóór de
betaling is betrokken in een dading met betrekking tot een sanering,
waarbij het bedrag van de betaling geen rol heeft gespeeld (hetgeen in
HR 28 februari 1997, NJ 1998, 218 (Staat/Meijer) aan de orde was). Een
ander voorbeeld betreft de betaling op een uitgesloten rekening die op
naam staat van de belastingplichtige en zijn ex-partner (geen
wettelijke gemeenschap van goederen) waarbij de ex-partner na de
uitbetaling van de teruggaaf het saldo van de rekening heeft opgenomen
voordat de belastingplichtige op de hoogte was dat de teruggaaf was
uitbetaald. De ontvanger komt in dit laatste geval een vordering ter
zake van verrijking toe op de ex-partner.
4. De ontvanger verrekent de hem toekomende vordering ter zake van
verrijking met de schuld die hij bedoelde te voldoen. De ontvanger kan
verrekening achterwege laten voorzover hij daarmee in voorkomend geval
zijn schadeplichtigheid kan beperken (zie hierna onder III). Daarbij
kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie dat de
belastingplichtige niet op korte termijn kan voorzien in de
alternatieve financiering van zonder (verder) uitstel te verrichten
uitgaven. De ontvanger informeert daartoe bij de belastingplichtige of
en zo ja, in hoeverre deze schade zou lijden indien verrekening zou
plaatsvinden. De ontvanger behoudt in geval van een tweede uitbetaling
een vordering uit verrijking die hij later (als concurrente schuld)
alsnog kan invorderen.
II. Betaling op een rekening ten name van een ander dan de
belastingplichtige
1. Ingeval de ontvanger een aan de belastingplichtige uit te betalen
bedrag doet bijschrijven op een rekening ten name van een ander dan de
belastingplichtige heeft hij, indien die ander niet bevoegd is tot
ontvangst van de betaling, in beginsel niet bevrijdend betaald. In dat
geval dient de ontvanger opnieuw uit te betalen. Hij vordert tevens
het onverschuldigd betaalde bedrag terug van degene aan wie hij
(eerst) heeft betaald.
2. In een aantal gevallen is, ondanks betaling aan een derde die
onbevoegd is tot ontvangst van de betaling, wel sprake van een
bevrijdende betaling dan wel kan daarop een beroep worden gedaan door
de ontvanger. Hier wordt gewezen op de volgende gevallen:
- de belastingplichtige bekrachtigt de betaling of is er door gebaat
(artikel 6:32 BW);
- de belastingplichtige heeft de schijn gewekt dat de ander bevoegd
was de betaling te ontvangen;
- de ontvanger heeft op redelijke gronden aangenomen dat degene aan
wie is betaald als schuldeiser tot de prestatie was gerechtigd of dat
uit anderen hoofde aan hem moest worden betaald (artikel 6:34, eerste
lid, BW). De ontvanger die betaalt op een rekening die niet (meer) op
naam staat van de belastingplichtige, niet beter wetende dan dat de
rekening (nog) op naam staat van de belastingplichtige, heeft
bevrijdend betaald indien hij in de gegeven omstandigheden ook niet
beter behoorde te weten. Daarvan is sprake indien de belastingdienst
de rekening waarop daadwerkelijk is betaald ter verificatie
(bijvoorbeeld via het aangiftebiljet) aan de belastingplichtige had
aangeboden. De ontvanger is in dat geval ten tijde van de betaling
subjectief én objectief te goeder trouw.
3. In de gevallen van een bevrijdende betaling op een rekening die
niet op naam staat van de belastingplichtige speelt doorgaans niet de
problematiek van de betaling op een geldig uitgesloten rekening.
Ingeval wel sprake is van een betaling op een geldig uitgesloten
rekening, is het bepaalde onder I.2 tot en met I.4 van toepassing.
Gewezen wordt op de betaling op een rekening ten name van een ander
dan de belastingplichtige terwijl de belastingplichtige door de
betaling is gebaat (het betaalde is in zijn vermogen gevloeid, artikel
6:32BW). Er kan hierbij worden gedacht aan de betaling op een rekening
ten name van de partner van de belastingplichtige ingeval sprake is
van een wettelijke gemeenschap van goederen.
III. Vergoeding van rente en schade
Indien het bedrag van de teruggaaf is uitbetaald met vertraging en de
belastingplichtige verzoekt om vergoeding van rente, handelt de
ontvanger overeenkomstig artikel 28, § 2, vierde lid, van de Leidraad
Invordering 1990. Daarbij wordt een vertraging ten gevolge van een
eerdere betaling van het bedrag van de teruggaaf op een uitgesloten
rekening of een rekening ten name van een ander dan de
belastingplichtige toegeschreven aan de belastingdienst. Een verzoek
om schadevergoeding anders dan renteschade wordt door de ontvanger,
voorzien van een feitenbeschrijving en een advies, ter behandeling
gezonden aan de directie Bestuursondersteuning Belastingdienst. Voor
de mogelijkheid van beperking van schade zij verwezen naar hetgeen is
bepaald onder I.4.