Titel: Typologierapport van de Financial Action Task Force
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
FM 2001/241-M
Onderwerp
Typologierapport van de Financial Action
Task Force on money laundering
Bijgaand doe ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, het jaarlijkse typologierapport van de Financial Action Task Force on money laundering (FATF) toekomen. Het rapport bevat een weerslag van de bijeenkomst van deskundigen (6 en 7 december 2000 te Oslo), waar trends en technieken van het witwassen en mogelijke tegenmaatregelen zijn besproken. Het rapport bevat de volgende hoofdonderwerpen.
On-line banking en internetcasinos. De deskundigen onderkenden dat er
witwasrisicos kleven aan internetactiviteiten. Deze hangen samen met
de gemakkelijke toegang tot het internet, het doorbreken van het
persoonlijk contact tussen klanten en instellingen, de anonimiteit op
het internet en de snelheid waarmee transacties plaatsvinden.
Overigens is van daadwerkelijke witwasactiviteiten (nog) nauwelijks
iets gebleken.
De witwasbestrijding inzake internetactiviteiten kent als specifieke
aandachtspunten de identificatieproblematiek bij internettransacties
alsmede het gebrekkig toezicht op en het internationale karakter van
internetactiviteiten. Het feit dat bij het uitvoeren van
internettransacties digitale sporen zullen worden nagelaten werd als
positief ervaren.
Met betrekking tot trusts en non-corporate entities wees een aantal
deskundigen op het feit dat deze organisaties veelal legale
doelstellingen nastreven en een nuttige maatschappelijke functie
vervullen. Anderen wezen daarentegen op het feit dat de activiteiten
van trustmaatschappijen, vanwege het per definitie vertrouwelijke
karakter van de trust, risicovol zijn als het gaat om de
witwasmogelijkheden. De trust biedt immers de mogelijkheid om naast
legale ook illegale activiteiten af te schermen.
Met betrekking tot advocaten, notarissen, accountants en andere vrije beroepsbeoefenaren geven de deskundigen aan dat de genoemde professionals door de aard van hun activiteiten betrokken kunnen raken bij witwasactiviteiten. Dat wil overigens niet zeggen dat zij zich ook altijd bewust zijn van het feit dat zij bij dergelijke activiteiten worden betrokken. In sommige gevallen is het onderscheid tussen bewuste en onbewuste medewerking aan witwasactiviteiten fragiel. In het typologierapport worden enkele - aan de buitenlandse praktijk ontleende - gevallen besproken waarin duidelijk sprake is van bewuste betrokkenheid van vrije beroepsbeoefenaren bij witwassen.
Tijdens de typologiebijeenkomst is kort stilgestaan bij de uitbreiding
van de werkingssfeer van de anti-witwas EU-richtlijn (91/308/EEG).
Deze richtlijn beoogt te voorkomen dat het financiële stelsel voor
witwasactiviteiten wordt gebruikt en zal door de uitbreiding
vermoedelijk ook van toepassing worden op accountants,
belastingadviseurs, makelaars in onroerend goed, notarissen, advocaten
en handelaren in goederen van grote waarde. Daardoor zal een
meldplicht inzake ongebruikelijke en verdachte transacties voor hen
ontstaan. Op het moment ligt het voorstel bij het Europese parlement
ter tweede lezing.
Contant geld vormt nog steeds de belangrijkste basis voor
witwasactiviteiten. De deskundigen hebben nauwelijks voorbeelden
aangetroffen van witwasmethodieken die voortkomen uit nieuwe
betaalmiddelen of betalingsmethodieken. Enkele deskundigen
signaleerden dat ingeval van Swift-transacties niet altijd alle
relevante gegevens bij de transacties worden vermeld.
Tot slot is gesproken over witwassen en terrorisme. Gelden die voor
terroristische activiteiten worden aangewend zijn in de regel
afkomstig van traditionele criminaliteitsvormen zoals smokkel,
afpersing en fraude. Met andere woorden: op illegale wijze verkregen
gelden worden aangewend voor illegale activiteiten. In zuivere zin is
er dan geen sprake van witwassen.
In de Nederlandse bijdrage aan de typologierapportage is de Hit and
Run Money laundering-methode ofwel de HARM-methodiek uiteengezet. Naar
aanleiding van de doormelding door het MOT van een door een financiële
instelling gemelde ongebruikelijke transactie wordt in het kader van
deze methodiek vrijwel direct actie ondernomen.
DE MINISTER VAN FINANCIËN