Werkloosheid stabiel
De werkloosheid is nog steeds stabiel. In de maanden december-februari kwam
het aantal geregistreerde werklozen gemiddeld uit op 184 duizend. Dit
blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS.
Werkloosheid stabiel op laag niveau
In de maanden december 2000 - februari 2001 waren er gemiddeld 184 duizend
geregistreerde werklozen. Dat is drieduizend minder dan in de maanden
november 2000 - januari 2001. Door seizoensinvloeden is een stijging van de
werkloosheid in deze periode gebruikelijk. Na verwijdering van de
seizoeneffecten komt het werkloosheidscijfer dan ook achtduizend lager uit
dan in de vorige driemaandsperiode. De cijfers van de geregistreerde
werkloosheid zijn gebaseerd op steekproefonderzoek en hebben een
onnauwkeurigheidsmarge. De tendens van de werkloosheid kan daarom het beste
over een langere periode worden vastgesteld. Vergeleken met een halfjaar
geleden is het aantal werklozen nu zesduizend lager. In de afgelopen zes
maanden lieten de cijfers eerst een lichte stijging zien, gevolgd door een
lichte daling. De verschillen vallen echter binnen de steekproefmarges. De
werkloosheid is dus stabiel. Het niveau van de geregistreerde werkloosheid
is daarbij met 2,5 procent van de beroepsbevolking historisch gezien laag.
Technische toelichting
Geregistreerde werklozen zijn mensen die bij een arbeidsbureau staan
ingeschreven, direct beschikbaar zijn voor een baan van minstens twaalf uur
per week en geen werk hebben of werk van minder dan twaalf uur per week. De
cijfers over de geregistreerde werkloosheid zijn gebaseerd op de
registratie van de arbeidsbureaus en de Enquête beroepsbevolking van het
CBS, een steekproef-onderzoek dat maandelijks onder ruim tienduizend mensen
in Nederland wordt gehouden.
De geregistreerde werkloosheidscijfers hebben een onnauwkeurigheidsmarge
omdat ze gebaseerd zijn op een steekproefonderzoek. Alleen uit grote
veranderingen of uit veranderingen die zich gedurende een langere periode
aftekenen mogen conclusies worden getrokken over de tendens van de
werkloosheid.
Naast de maandelijkse cijfers van de geregistreerde werkloosheid,
publiceert het CBS jaarlijks een breder scala van indicatoren van het
onbenut arbeidsaanbod. Eén daarvan is de werkloze beroepsbevolking: mensen
die niet of minder dan twaalf uur werken en actief zoeken naar werk voor
twaalf uur of meer. Het Centraal Planbureau gebruikt dit cijfer voor
economische analyses.
Een nog bredere afbakening van het onbenut arbeidsaanbod is: alle mensen
die niet of minder dan twaalf uur werken en betaald werk voor twaalf uur of
meer zouden willen hebben (ongeacht of men direct in staat is om te werken,
op zoek is naar werk, enzovoorts).
Een andere indicatie van het arbeidspotentieel is het aantal mensen met een
bijstands- of ww- uitkering.