Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Forse inhaalslag nodig arbeidsvoorwaarden kunstenaars
16 maart 2001
Persbericht 038
Cap Gemini Ernst&Young bepleit sociaal plan
FORSE INHAALSLAG NODIG ARBEIDSVOORWAARDEN KUNSTENAARS
In vergelijking met andere gesubsidieerde sectoren en de markt zijn er aanzienlijke achterstanden op het gebied van arbeidsvoorwaarden in de kunstensector. Ook ontbreken er nog tal van sociale voorzieningen die in de rest van de samenleving als normaal worden ervaren. Om deze problematiek op te lossen is een verhoging van het budget nodig met ca. 29 miljoen gulden en een eenmalige voorziening van 68 miljoen gulden. Het gaat daarbij om omscholingsregelingen voor musici en dans en de start van kinderopvang. Deze conclusies staan in een rapport van Cap Gemini Ernst en Young in opdracht van staatssecretaris voor Cultuur, dr. F. van der Ploeg, FNV Kunsten Informatie en Media (KIEM) en de Vereniging van Werkgevers in de Kunsten. Vandaag is het rapport aan hen aangeboden. Aanleiding voor het onderzoek naar de achterstanden in de sector is een motie van de Tweede Kamer.
Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van C.H. de Cloe, directeur
Cap Gemini Ernst&Young. De Cloe bepleit een inhaalslag via een op te
stellen sociaal plan voor de kunstensector. Hij formuleert daarbij een
tien punten programma.
1. Inlopen van de beloningsachterstand in de kunstensector. Dit richt
zich met name op de theatersector (acteurs) en de ondersteunende
functies (technici). Zowel bij de orkesten, de dans en het theater
dient de zakelijke leiding hergewaardeerd te worden;
professionalisering en betere beloning. Snellere doorloop en
verlenging van de salarisschalen. De beloning van de remplaçanten
dient opgehoogd te worden naar 85% van het salaris van de vaste
bezetting (nu 70%).
2. Een begin maken met kinderopvang en ouderschapsverlof.
3. De werknemers in het ad hoc-circuit (kortlopend dienstverband)
behoeven dringend verbetering in hun positie t.a.v. sociale zekerheid
en pensioen. Het budget van het Fonds van de Podiumkunsten dient
hiertoe met f 1,5 miljoen verhoogd te worden. Het instellen van een
Sociaal Faciliteringsbedrijf dat als een
arbeidspool/uitzendorganisatie gaat functioneren kan een oplossing
zijn. Het instellen van een transfer-/reïntegratiepunt voor
werklozen.
4. Wijziging van de regels bij subsidietoekenning. Arbeidsvoorwaarden
dienen expliciet te worden meegewogen en er dienen waarborgen
gecreëerd te worden dat deze geoormerkte gelden op de juiste plek
terechtkomen.
5. In het leven roepen van een pensioenvoorziening voor zelfstandige
kunstenaars.
6. Extra maatregelen om het omscholingsfonds van de dans te
handhaven.
7. Instellen van een omscholingsfonds voor musici.
8. Opstellen van een ouderenbeleid van musici en koren
(leeftijdsbewust personeelsbeleid in combinatie met een
vervroegd-uittreden regeling).
9. Ongedaan maken van de gevolgen van de afschaffing van de
beroepskostenaftrek (Wet Inkomensbelasting 2001) door middel van
invoering van een regeling afdrachtvermindering loonbelasting.
10. Betere toerusting en organisatie van de kunstensector aan de
werkgeverskant. Centrale werkgeversorganisatie, kennis en
expertisebundeling, centrale organisatie van de P&O-functie ten
behoeve van kleine instellingen.
FNV KIEM, de Federatie van Kunstenaarsverenigingen en de Nederlandse
Toonkunstenaarsbond vinden dat het onderzoek aantoont dat het tijd is
voor een forse inhaalslag. Werknemers lopen aantoonbaar achter in de
primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden bij collega's in
vergelijkbare sectoren, zowel in de markt- als collectieve sector.
Waardevolle aanbevelingen betreffen verder de positie van zelfstandig
opererende kunstenaars op het terrein van pensioenopbouw, scholing en
indexatie van stipendia.
Werkgevers in de kunsten zijn blij met de constatering dat de grote
aandacht van zowel kunstenaars, als politici voor een bloeiend en
divers kunstenaanbod, in de afgelopen 15 jaar ten koste is gegaan van
.goed werkgeverschap. en .professionalisering.. Het rapport, dat ook
een ijkpunt voor het niveau van verantwoord subsidiëren biedt, geeft
uitzicht op een dusdanige verbetering van de omstandigheden dat
verwacht mag worden dat (voor nu en voor de toekomst)
kwaliteitsverlies wordt voorkomen.
Van der Ploeg vindt dat dit rapport duidelijk inzicht geeft in de
feitelijke omstandigheden op arbeidsvoorwaardengebied in grote delen
van de kunstensector. Hij blijft graag met werkgevers en werknemers in
gesprek over de uitkomsten can het rapport.