Noordbrabants Museum herontdekt schilderij van Jeroen Bosch

Over twee maanden opent in het Noordbrabants Museum de tentoonstelling Panorama op de Wereld - Het landschap van Bosch tot Rubens. Deze expositie, die van 17 maart tot en met 10 juni 2001 in 's-Hertogenbosch is te zien, toont de ontwikkelingen in de Zuid-Nederlandse landschapskunst tussen 1500 en 1675. Aan het begin van die ontwikkeling staat de landschapskunst van Jeroen Bosch. In de tentoonstelling wordt een belangrijke herontdekking gepresenteerd.

Tijdens het voor de tentoonstelling verrichtte kunsthistorisch onderzoek is namelijk gebleken dat een schilderij dat lange tijd werd gezien als een kopie naar Jeroen Bosch, moet worden beschouwd als een origineel van zijn hand. Het gaat om het dubbelzijdig beschilderde werk De heilige Jacobus en de magiër Hermogenes en Kloosterhuis van volgelingen van de heilige Antonius. Dit schilderij bevindt zich in het Musée des Beaux-Arts in Valenciennes en is afkomstig uit de collectie van de Prinsen van Cro. Het is waarschijnlijk door een van hun voorvaders aan het begin van de zestiende eeuw in 's-Hertogenbosch verworven. Het werd tijdens de Franse revolutie, in 1796, in beslag genomen op hun Chateau Hermitage en overgebracht naar het museum waar het sindsdien is gebleven. Het werd nadien vele malen gepubliceerd als een authentiek werk van Jeroen Bosch en het was ook onder die naam te zien op de Bosch-tentoonstelling, die in 1936 in Rotterdam gehouden werd. Ook hing het op de Bosch-tentoonstelling van 1967 in 's-Hertogenbosch, maar daar werd de toeschrijving aan Bosch afgewezen. Steeds droeg in de literatuur en op tentoonstellingen de ene zijde van het paneel met de voorstelling van het kloosterhuis van Antonius de onjuiste titel: De verzoeking van de heilige Antonius.

Inmiddels was het schilderij om onduidelijke redenen uit het oeuvre van Bosch geschrapt. In diverse standaardwerken - onder meer van Charles de Tolnay en Patrick Reuterswärd - wordt het een kopie genoemd en daarmee werd de toon gezet. In de boeken van Roger Marijnissen en Walter Gibson komt het werk al helemaal niet meer voor. Geen van hen gaf hiervoor een verklaring. Zij baseerden zich kennelijk op het nooit toegelichte oordeel van Tolnay, die in zijn boek over Bosch tal van inmiddels niet langer geaccepteerde expertises heeft gemaakt. Met name wat betreft de schilderijen uit de vroege periode van Bosch, dat is te zeggen: de periode 1480-1500, zijn er tal van onduidelijkheden wat wel en wat niet als eigenhandig kan worden beschouwd. Het Narrenschip in het Louvre te Parijs is even zovele malen betwijfeld, maar het wordt nu algemeen beschouwd als een echte Bosch uit zijn vroege periode. Ook andere werken uit die jaren worden inmiddels erkend als authentiek, bijvoorbeeld De allegorie op Vasten in New Haven en De dood van een vrek in Washington. Dit schilderij staat in ondertekening, penseelvoering en compositie-opbouw, zeer dicht bij het schilderij in Valenciennes. Behoorden zij wellicht samen tot een groot altaarstuk?

Het schilderij in Valenciennes bestaat uit twee kwalitatief hoogstaande voorstellingen. De ondertekening is op verschillende plaatsen nog duidelijk te zien, zoals ook in andere werken van Bosch en overeenkomstig daarmee, en zoals gebruikelijk heeft de schilder de verf dun opgebracht. De duivelse wezens en gedrochten zij van het Boschiaanse idioom; soortgelijke figuren komen voor op zijn helletaferelen, bijvoorbeeld in het drieluik met Het Laatste Oordeel in Wenen. Het reptiel dat uit zijn ei kruipt, zien we ook op het linkerpaneel van het drieluik met De verzoeking van de heilige Antonius in het Museu Nacional in Lissabon. Het landschap op de zijde met het kloosterhuis van Antonius komt overeen met het landschap op de achtergrond van het drieluik De aanbidding der koningen van Jeroen Bosch in Madrid. De heuvels en bergen zijn in lichte gele en beige tinten geschilderd en lijken door het ontbreken van volume een abstracte vorm te hebben. Ook in de twee panelen met de voorstelling van De zondvloed in het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, net zoals op De marskramer in hetzelfde museum komen zulke amorfe heuvels voor.Op stilistische gronden kan het schilderij in Valenciennes ingedeeld worden bij de werken die Jeroen Bosch schilderde in de periode 1480-1500.

Voor meer informatie over deze tentoonstelling kunt u contact opnemen met dr. Paul Huys Janssen, coördinator en samensteller van de tentoonstelling en de catalogus, tel. 073 - 6877 811 of met Rick Vercauteren, hoofd communicatie, tel. 073 - 6877 807. Beeldmateriaal is beschikbaar en wordt u toegezonden door Lucie Kuijpers, tel. 073 - 6877 808 of per e-mail lkuijpers@noordbrabantsmuseum.nl.

Dit bericht werd u toegezonden door:

Lucie Kuijpers
Noordbrabants Museum
Postbus 1004
5200 BA 's-Hertogenbosch
tel. 073-6877808
fax. 073-6877899