European Commission

IP/01/414

Brussel, 20 maart 2001

Nieuwe uitgangspunten voor het gemeenschappelijk visserijbeleid

De Europese Commissie heeft een Groenboek over de toekomst van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) aangenomen. De Commissie heeft van het feit dat tegen eind 2002 enkele onderdelen van het GVB opnieuw bekeken moeten worden, gebruik gemaakt om een uitgebreid debat over het visserijbeleid in de toekomst te organiseren aan de hand van een Groenboek over het beheer van de visserij in de Gemeenschap. "Het GVB moet dringend worden gewijzigd: vele van de belangrijkste visbestanden staan op instorten. We vangen te veel jonge vis, waardoor de vernieuwing van de visbestanden ernstig in gevaar wordt gebracht. Er moeten ingrijpende maatregelen worden getroffen om een duurzame visserij veilig te stellen. In het Groenboek worden nieuwe doelstellingen vastgesteld en worden opties voorgesteld voor de manier om deze te bereiken. Ik nodig de vissers en ook al degenen die zich bij de toekomst van de Europese visserij betrokken voelen uit actief deel te nemen aan het debat dat vandaag wordt geopend", zo verklaarde de heer Fischler, commissaris voor Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Visserij. Na dit debat en een openbare hoorzitting van 5 tot en met 7 juni zal de Commissie voorstellen voor een herzien GVB voorleggen, die op 1 januari 2003 in werking zouden moeten treden.

De neergaande tendens ombuigen

Het Groenboek geeft een somber beeld van de situatie van de Europese visserij. Veel van de meest waardevolle visbestanden in de wateren van de Gemeenschap zijn overbevist en daardoor ligt het niveau ervan momenteel buiten veilige biologische grenzen (zie de grafieken van Noordzee-kabeljauw en noordelijke heek). De hoeveelheid volwassen demersale vis (bodemvis) in de EU-wateren was in het begin van de jaren zeventig 90 % groter dan aan het einde van de jaren negentig.

Deze situatie is ontstaan doordat er te veel is gevist door een vloot die te groot is voor de hoeveelheid vis die zou mogen worden gevangen, doordat de instandhoudingsmaatregelen niet doeltreffend of selectief genoeg zijn geweest om de visbestanden en de mariene ecosystemen te beschermen. Omdat het economische rendement daalt, hebben de vissers de neiging meer te gaan vissen, vaak door meer te investeren in betere visserijtechnologie, waardoor de kwetsbaarheid van de bestanden en van de mariene ecosystemen nog groter wordt en de economische situatie van de sector verder wordt ondermijnd. Zo komt het dat tussen 1990 en 1997 de werkgelegenheid is afgenomen met 19 % in de visserijsector en met 10 % in de sector visverwerking.

Duidelijker doelstellingen voor de toekomst

Volgens het Groenboek zijn de problemen van de visserijsector veroorzaakt door tegenstrijdige doelstellingen en de maatregelen voor de korte termijn.

Thans moeten de doelstellingen duidelijker worden bepaald en prioriteiten worden gesteld, teneinde de visbestanden die te sterk zijn uitgedund opnieuw op te bouwen en om sterker rekening te houden met het beleid van de Gemeenschap inzake milieu, voedselveiligheid en ontwikkelingssamenwerking.

Een reeks opties om de doelstellingen van het toekomstige GVB te bereiken

De Commissie ziet vier hoofddoelstellingen voor het GVB:
* verbetering van de instandhouding en de bescherming van mariene ecosystemen

* ruimere inschakeling van de belanghebbenden in het besluitvormingsproces

* zorgen voor een economisch levensvatbare visserij die geen bijstand nodig heeft, en

* bevordering van een duurzame visserij in niet-communautaire wateren.
Gezonde visbestanden in mariene ecosystemen die in evenwicht zijn

De boodschap is duidelijk: als de visserij in de communautaire wateren niet wordt verminderd, is er een gevaar voor de duurzaamheid van vele visbestanden. Hoe kan de visserij worden verminderd? Door de vaststelling van meerjaren- en multispeciesquota op basis van het voorzorgsbeginsel zouden de problemen kunnen worden verholpen die het gevolg zijn van jaarlijkse besluiten voor afzonderlijke soorten. Deze aanpak zou een einde maken aan de onzekerheid over de jaarlijkse wijzigingen en de vissers in staat stellen hun activiteiten beter te plannen.

Het GVB zou kunnen worden aangepast om de uitvoering van de onlangs aangenomen actieplannen en strategieën voor de bescherming van het mariene milieu te vergemakkelijken. Door de invoer van een ecokeurmerk voor visserijproducten zouden de mensen ook meer bewust kunnen worden gemaakt van de milieueffecten van het visserijbeheer. Het vistuig moet selectiever worden gemaakt en het effect ervan op het milieu moet zoveel mogelijk worden beperkt.

Vermindering van de visserijinspanning en van de vangstcapaciteit zijn absolute voorwaarden voor vooruitgang op dit gebied. Er moet een beter evenwicht worden gevonden tussen de visserijinspanning en de hoeveelheden vis die kunnen worden gevangen zonder de toekomst van de visbestanden of van de ecosystemen in gevaar te brengen. De programma's voor inkrimping van de vloten moeten doeltreffender worden gemaakt, en eenvoudiger te beheren en te controleren zijn.

Er moeten nieuwe manieren worden gevonden om de visserijcontrole in de Gemeenschap te verscherpen en te harmoniseren, zodat de vissers weten dat eenzelfde overtreding overal in de Gemeenschap even streng zal worden bestraft.

Dit doel zou kunnen worden bereikt door de oprichting van een gezamenlijke inspectiestructuur.

De Commissie zou ook de integratie van de Middellandse Zee in het GVB willen versterken door een verbetering van de visserijadviezen, de herziening van de technische maatregelen en de verscherping van de controle en de rechtshandhaving.
Ruimere inschakeling van belanghebbenden voor een beter bestuur

De vissers hebben zich erover beklaagd dat ze te weinig betrokken worden bij de uitwerking van de regels die hun dagelijkse werkomstandigheden bepalen. Daardoor zijn ze vaak tegen deze regels. Participatie leidt tot verantwoordelijkheid, stimuleert de acceptatie en de naleving van de regels, en maakt zo ook het toezicht en de controle doeltreffender. Regionale raadgevende comités zouden een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van het visserijbeheer in de toekomst. Bepaalde beheersbevoegdheden zouden ook kunnen worden gedecentraliseerd, om de lidstaten in staat te stellen snel en doeltreffend te reageren wanneer plaatselijk urgente maatregelen nodig zijn.

De kwaliteit van de instandhoudingsmaatregelen hangt af van de degelijkheid van het wetenschappelijk advies. Er moeten nauwere banden worden ontwikkeld tussen de vissers en de wetenschappers, om de transparantie van de wetenschappelijke adviezen - waarop de maatregelen gebaseerd zijn - te verbeteren en de vissers meer vertrouwen te geven in dit advies.
Een economisch levensvatbare visserij- en aquacultuursector

Om levensvatbaar te zijn, moet de visserijsector lonend en zelfinancierend zijn. Thans wordt evenwel elk jaar 1,1 miljard overheidssteun in de visserijsector gepompt. Volgens de Commissie moet de overheidssteun aan de sector de instandhouding bevorderen, in plaats van ze in gevaar te brengen door overinvesteringen in de vloot aan te moedigen.

Vermindering van de visserijinspanning en inkrimping van de vloot leidt onvermijdelijk tot verlies aan werkgelegenheid. Daarom moeten maatregelen worden gevonden om de kustgemeenschappen in staat te stellen hun afhankelijkheid van de visserij te verminderen door initiatieven te ontplooien die alternatieve werkgelegenheid scheppen of in stand houden.

De aquacultuur en de verwerkende sector kunnen dergelijke alternatieven bieden voor diegenen die de visserijsector verlaten. Ook zij worden geconfronteerd met een aantal uitdagingen en er moeten middelen worden gevonden om ze te helpen om deze uitdagingen het hoofd te bieden.
Een duurzame visserij buiten de EU-wateren

Er is veel veranderd in de internationale visserijwereld en het GVB, waarvoor de visbestanden buiten de communautaire wateren zeer belangrijk zijn, moet op deze veranderingen inspelen. De EU moet op het internationale vlak actief blijven om de duurzame visserij te bevorderen door steun te blijven verlenen aan de regionale visserijorganisaties en door onwettige visserij te bestrijden en door de samenwerking met de ontwikkelingslanden op te voeren.

Ook moet de samenhang tussen het beleid van de Unie inzake de bevordering van de ontwikkelingssamenwerking en het GVB worden vergroot. De visserijovereenkomsten met de ontwikkelingslanden zouden hechtere partnerschappen moeten worden om deze landen te helpen de plaatselijke visserijsector tot ontwikkeling te brengen.

Reacties op het Groenboek

Dit is de eerste maal dat een Groenboek over het gemeenschappelijk visserijbeleid wordt gepubliceerd. De Commissie heeft de visserijsector en alle andere belanghebbende partijen uitgenodigd aan het debat over de verbetering van het gemeenschappelijk visserijbeleid deel te nemen. Van 5 tot 7 juni 2001 zal in Brussel een openbare hoorzitting worden gehouden waarop iedereen de Commissie zijn mening zal kunnen geven. Het Groenboek is te vinden op de website van het Directoraat-generaal Visserij op het volgende adres: http://europa.eu.int/comm/fisheries/policy_en.htm

KABELJAUW Noordzee (IIIa,IV,VIId)

Recrutering leeftijd 1 Paaistand

Heek in het noordelijk gebied (IIIa, Iva, VII, VIIIab)

Recrutering leeftijd 0 Paaistand

Recrutering: aantal jonge vissen dat door groei vangstrijp wordt

Paaistand: hoeveelheid paairijpe vis

Bpa (biomass precautionary approach): vereiste biomassa volgens de voorzorgsaanpak