AANSLUITTARIEVEN VOOR WINDTURBINE-INSTALLATIES
Datum: 20-03-2001
De leden van de Tweede Kamer De Boer en Crone (PvdA) hebben aan de
minister van Economische Zaken op 23 februari 2001 de volgende
schriftelijke vragen gesteld.
1 Bent u bekend met klachten over ondoorzichtige en schijnbaar
onbillijke berekeningen van energiedistributiebedrijven voor
aansluittarieven op het elektriciteitsnet voor onder andere
windturbine-installaties met een vermogen van meer dan 10MW?
2 Is het waar dat energiedistributiebedrijven voor bovengenoemde
aansluitingen van meer dan 10 MW zelf de kosten mogen calculeren?
3 Deelt u mening dat onder andere exploitanten van windturbines die
aansluiting wensen op het electriteitsnet, zeker daar waar het
installaties met een vermogen van meer 10MW betreft, geen sterke
onderhandelingspositie ten opzichte van de netbeheerder c.q.
energiedistributiebedrijf bezitten? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u
om we gelijke machtsverhoudingen te creëren? Zo nee, waarom niet?
4 Heeft de Dte een rol daar waar het gaat om toezicht op de
bovengenoemde aansluittarieven?
Zo ja, welke rol? Zo nee, waarom niet? Bent u van mening dat de Dte
die rol wel dient te krijgen? Is er verschil tussen aansluitingen van
minder en meer dan 10 MW?
De minister van Economische Zaken, mw. A. Jorritsma-Lebbink heeft deze
vragen als volgt beantwoord.
1 Ja.
2 Ja. De DTe heeft geen eenmalige aansluittarieven vastgesteld voor
vermogens groter dan 10 MW omdat aansluitingen van een dergelijke
omvang niet als "confectie-aansluitingen" kunnen worden uitgevoerd.
Het aantal nieuwe aansluitingen > 10 MW is zeer beperkt (maximaal
enkele per jaar) en het vaststellen van uniforme tarieven op basis van
historische gegevens leidt tot grote onnauwkeurigheden.
Uitgangspunt voor deze categorie aansluitingen is dat de netbeheerder
in principe daar aansluit waar het net voldoende capaciteit heeft. In
het "toetsingskader aansluittarieven" dat in mei 2000 door DTe aan de
netbeheerders is gestuurd ten behoeve van de vaststelling van de
aansluittarieven staat dat netbeheerders boven 10 MW het
aansluittarief mogen bepalen op basis van de voorcalculatorische
projectkosten. De aansluittarieven dienen non-discriminatoir en
transparant te worden berekend en vooraf bekend gemaakt te worden. Bij
de berekening van het aansluittarief dient de netbeheerder aan te
geven welke componenten hij in welke hoeveelheden zal gebruiken tegen
welke eenheidsprijs, zodat de afnemer kan nagaan op welke kosten zijn
aansluittarief is gebaseerd.
In de toelichting op artikel 28 (oorspronkelijk genummerd 25a,
Kamerstukken II, 1998/1999, 26 303, nr 3, pagina 21/22) is dit
eveneens aangegeven: "Afhankelijk van de omvang van de aansluiting
kunnen verschillende componenten per aansluiting geïdentificeerd
worden, die vertaald kunnen worden in tariefcomponenten. Het is gezien
deze praktijk niet mogelijk en ook niet nodig om een eenvormige
tariefdrager voor het aansluittarief te formuleren."
3 Nee, ik deel deze mening niet. Bij aansluitingen boven de 10 MW gaat
het om specifieke aansluitingen, waarbij standaardtarieven niet kunnen
worden gehanteerd. Mede om afnemers te beschermen tegen de
machtspositie van de netbeheerder heb ik de DTe opgericht. Ik heb in
mijn brief van 16 maart jl. aangegeven dat de directeur DTe er tot nu
toe in heeft voorzien om afhankelijk van de concrete situatie tot een
oplossing te komen wanneer afnemers hem benaderden met klachten
omtrent de aansluiting van een bepaalde netbeheerder. Ik heb van de
directeur DTe begrepen dat dit in een aantal concrete gevallen tot
ieders tevredenheid is opgelost. Op deze wijze wordt getracht om
nieuwe regelgeving te voorkomen, gezien het beperkte aantal gevallen
waar het hier om gaat.
4 Ja. In mijn brief aan de Tweede Kamer van 16 maart jl. heb ik het
volgende aangegeven over dit onderwerp: "In artikel 28 van de
Elektriciteitswet 1998 zijn regels gesteld met betrekking tot de wijze
waarop door de energiebedrijven aansluittarieven worden berekend voor
elektriciteitsaansluitingen van afnemers. Dit artikel geeft precies
aan voor welke diensten het aansluittarief in rekening mag worden
gebracht." "Het tarief wordt vastgesteld door de directeur DTe en ook
de handhaving van dit artikel is aan de directeur DTe opgedragen."
Technisch gezien is er weinig verschil tussen aansluitingen kleiner en
groter dan 10 MW. Voor aansluitingen kleiner dan 10 MW zijn door de
directeur van de DTe aansluittarieven vastgesteld op basis van de
voorstellen van de netbeheerders. Voor de aansluitingen groter dan 10
MW is dat om redenen zoals genoemd in mijn antwoord op vraag 2 niet
wenselijk.