Ministerie van Verkeer en Waterstaat


http://www.minvenw.nl

Gordelgebruik iets beter, maar nog slecht op de achterbank

GORDELGEBRUIK IETS BETER, MAAR NOG SLECHT OP DE ACHTERBANK

Het dragen van de autogordel in personen- en bestelauto's is de afgelopen twee jaar iets verbeterd. Dat blijkt uit onderzoek van de Adviesdienst voor Verkeer en Vervoer van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Niettemin draagt slechts een op de drie passagiers op de achterbank (meestal kinderen) een autogordel. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Verenigde Verkeers Veiligheids Organisatie 3VO verspreiden daarom deze week een folder onder de scholieren van alle basisscholen.

Bestuurders en passagiers voorin blijken de gordel zowel binnen als buiten de bebouwde kom aanmerkelijk beter te dragen dan passagiers achterin. In 89 procent van de auto's zijn gordels weliswaar aanwezig, maar slechts een op de drie passagiers op de achterbank blijkt de gordel ook te dragen. De folder is speciaal gemaakt voor kinderen van zes tot twaalf jaar, want zij zitten het meest op de achterbank. Naast het verspreiden van de folder onder deze scholieren komt er een publieksfolder, die gericht is op alle inzittenden van auto's. Bovendien zal de politie in de komende drie maanden extra controleren op het dragen van gordels en worden langs de snelwegen nieuwe attentieborden geplaatst met de tekst .Daarom, gordel om..

In personenauto.s is het gordelgebruik toegenomen van 74 procent in 1998 naar 80 procent in 2000. In bestelauto's nam het toe van 56 naar 65 procent. Binnen de bebouwde kom wordt de gordel nog steeds slechter gedragen dan daarbuiten, terwijl het ongevalsrisico binnen de bebouwde kom juist hoger is. Wanneer 90 procent van de inzittenden de autogordel zou dragen, bespaart dit jaarlijks 47 verkeersdoden en 240 ernstig gewonden volgens de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). Van de 1.186 verkeersdoden in 1999 verloren volgens het CBS 587 slachtoffers het leven bij verkeersongevallen in de auto. Door het dragen van een gordel, blijven inzittenden bij een botsing vrijwel altijd op hun plaats. Hierdoor komen zij niet in aanraking met het interieur en maken goed gebruik van de veilige constructie van de auto. Bovendien worden de inzittenden niet uit de auto geslingerd als gevolg van de botsing.

Vanaf twaalf jaar moet de autogordel verplicht gedragen worden als deze beschikbaar is. Is de passagier jonger dan twaalf jaar en korter dan 1.50 meter, dan is een geschikt en goedgekeurd kinderzitje of een zittingverhoger verplicht. Als dat niet aanwezig is, moeten de autogordel gebruikt worden. De kans op dodelijk letsel is voor bestuurders en passagiers voorin 40 procent kleiner als zij een gordel dragen, de kans op ernstige verwondingen is voor hen 25 procent kleiner. Bij passagiers achterin is de kans op dodelijk letsel 30 procent kleiner en is de kans op ernstig letsel 20 procent minder groot.

De verplichting voor gordelgebruik geldt ook in bestel- en vrachtwagens. Onderzoek wijst echter uit dat meer dan de helft van de chauffeurs van bestelwagens geen gordel draagt binnen de bebouwde kom. Buiten de bebouwde kom draagt tweederde van de chauffeurs een gordel. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat zal in samenwerking met 3VO ook de chauffeurs van bestel- en vrachtwagens informeren over het belang van het gordelgebruik.

Voor informatie:

Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Wim van der Weegen
070 351 7044

3VO
Bert Woudenberg
065 325 8899

21 mrt 01 09:38