PRICEWATERHOUSECOOPERS
Regels van de fiscus tegen internationale belastingbesparing i
-PERSBERICHT-
Amsterdam, 21 maart 2001
Regels van de fiscus tegen internationale
belastingbesparing in strijd met de wet
De belastingkamer van de Hoge Raad heeft vandaag beslist dat de
Staatssecretaris van Financiën te vergaande regels heeft gesteld om
internationale belastingbesparing te bestrijden. Daarmee handelt de
fiscus in strijd met de wet aldus de Hoge Raad, die daarmee in hoogste
instantie besliste in een door PricewaterhouseCoopers N.V. gevoerde
proefprocedure.
Het gaat hier om voorwaarden die de fiscus sinds 1986 stelt aan
zogenaamde fiscale eenheden voor de vennootschapsbelasting. Enkele
jaren geleden is de mogelijkheid geopend dat een belastingplichtige
tegen zulke voorwaarden in beroep komt bij de belastingrechter. Op
basis daarvan is prof. dr. M.W.C. Feteris van PricewaterhouseCoopers
N.V. deze proefprocedure begonnen.
Een fiscale eenheid is -simpel gezegd- een combinatie van een
moedermaatschappij en een 100 % dochtermaatschappij. Deze
maatschappijen kunnen ervoor kiezen om te worden belast alsof zij een
geheel vormen. Die combinatie wordt fiscale eenheid genoemd. Het komt
in de praktijk regelmatig voor dat de dochtermaatschappij een filiaal
opricht in het buitenland met een lening van de moeder. Doordat moeder
en dochter als een geheel worden gezien, wordt in Nederland belasting
geheven zonder rekening te houden met de rente die de dochter op die
lening aan haar moeder moet betalen. Daardoor krijgt zij in Nederland
op grond van de
bestaande belastingverdragen een belastingvrijstelling over de
volledige winst van het buitenlandse filiaal; de betaalde rente
vermindert die vrijstelling niet. Tegelijkertijd kan het filiaal in
het land waarin het is gevestigd de betaalde rente veelal wel van de
belasting aftrekken, omdat veel andere landen niet zoiets als een
fiscale eenheid kennen. Een dubbel belastingvoordeel dus.
Een soortgelijke situatie doet zich voor bij investeringen in
onroerend goed in het buitenland. In 1986 besliste de Hoge Raad dat
deze opzet in overeenstemming is met de Nederlandse wettelijke regels
over de fiscale eenheid. Daarop heeft de Staatssecretaris meteen
gereageerd door voorwaarden te gaan stellen waardoor deze ruime
belastingvrijstelling in internationale situaties niet meer mogelijk
zou zijn. De Hoge Raad heeft nu beslist dat dergelijke voorwaarden
afbreuk doen aan het wezen van de fiscale eenheid, en daarom in strijd
zijn met de wet. De Hoge Raad wijst er daarbij op dat de Nederlandse
fiscus eigenlijk niets tekort komt omdat in de gekozen opzet evenveel
belasting wordt geheven als wanneer de moedermaatschappij zelf met
eigen vermogen in het buitenland had geïnvesteerd. Ook dan had zij in
Nederland een belastingvrijstelling gekregen voor de buitenlandse
winst zonder aftrek van rente.
De kans bestaat dat de Staatssecretaris naar aanleiding van dit arrest
de wet wil gaan veranderen. Dat zou dan een wet zijn die afbreuk doet
aan het wezen van de fiscale eenheid, en die volgens de Hoge Raad niet
nodig isom de belangen van de Nederlandse fiscus veilig te stellen.
Het is de vraag of zo'n wet door het parlement zal worden aanvaard.
-einde-