Europese CDA-reactie op mond- en klauwzeer in Nederland
Ondanks dat het voor de hand lag dat ook Nederland vroeg of laat met mond-
en klauwzeer geconfronteerd zou worden komt het vandaag geconstateerde geval
voor CDA-Europarlementariër Albert Jan Maat (landbouwwoordvoerder) als een
verrassing.
Albert Jan Maat: "In het bedrijf in Olst waren het afgelopen jaar nog geen
dieren aan- of afgevoerd. De ziekte is dus niet door dieren overgebracht uit
Frankrijk, Ierland of Engeland. Het is dus een op zichzelf staand geval. Dit
is zeer ernstig en laat de noodzaak zien voor hele harde maatregelen, zoals
een exportverbod."
Albert Jan Maat heeft al in de landbouwcommissie van het Europees Parlement
een aantal voorstellen gedaan voor een toekomstige aanpak.
Albert Jan Maat: "Het gemeenschappelijk landbouwbeleid moet voor wat betreft
de veeteelt radicaal worden aangepast om dit soort rampen te voorkomen"
De voorstellen zijn:
1. Het transport van levend vee ten behoeve van de slacht over grote
afstanden moet worden verboden. Uit het oogpunt van diergeneeskundige
voorzorg en van dierenwelzijn is er alles voor te zeggen een maximumafstand
voor vervoer van vee voor de slacht wettelijk vast te stellen, bijvoorbeeld
250 km.
2. De controle op vlees uit landen buiten de Europese Unie dient te worden
verscherpt. Nederland importeert grote hoeveelheden rundvlees uit
Argentinië, terwijl dit land het laatste jaar 11 miljoen runderen geënt
heeft tegen MKZ en een deel van het land in ieder geval niet vrij was van
mond- en klauwzeer.
3. Het gebruik van keukenafval als veevoer moet worden verbonden. (Is in
Nederland sinds jaar en dag standaard).
4. De aanpak van de crisis verschilt sterk per lidstaat. De gebrekkige
preventie en aarzelende aanpak in Groot-Brittannië heeft de crisis een
explosief karakter bezorgd. Wereldwijd wordt de gehele EU daarop afgerekend.
Wat de huidige crisis dan ook zonneklaar aantoont is dat we zonder adequate
regelgeving en controle op Europees niveau de geest niet terug in de fles
krijgen. Daarvoor is een sterk Europees Voedsel- en Veterinair Bureau met
stevige bevoegdheden onmisbaar.
5. Hoewel uitvoering van de eerste vier genoemde punten toekomstige
ziekte-uitbraken in de kiem kunnen smoren is een fundamentele discussie over
enten broodnodig. Zeker nu er wellicht een vaccin beschikbaar komt waarbij
er aantoonbaar verschil is tussen entstof en ziektekiemen. De gevolgen van
de huidige crisis zijn uit oogpunt van boerenleed, dierenwelzijn en
consumentenvertrouwen onacceptabel.