Gemeente Breda

21-03-2001

Gemeente wil kantoorgebouw boven de Zuidelijke Rondweg
Het college van burgemeester en wethouders wil boven de Zuidelijke Rondweg, ter hoogte van het Oranje plein, een kantoorgebouw realiseren. Dit gebouw past niet geheel binnen het bestemmingsplan. Daarom stelt het college voor om een artikel 19 WRO-procedure te volgen. De gemeenteraad beslist in april of de procedure in het kader van artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gevoerd gaat worden.

De gewenste ontwikkeling van het kantoorpand past binnen het bestemmingsplan, maar wijkt op drie punten af van het bestemmingsplan Breda-Zuid. Allereerst is het bouwplan breder dan het bestemmingsplan toestaat. Het pand wordt aan alle zijden circa 1 meter breder en het wordt circa 1.90 meter hoger. Parkeren moet volgens het bestemmingsplan op eigen terrein plaatsvinden, hetgeen niet haalbaar is. De parkeerplaatsen worden aangelegd langs de Johan Willem Frisolaan. Deze parkeerplaatsen, die op loopafstand van het kantoor komen te liggen, zijn bedoeld voor zowel werknemers als bezoekers van het nieuwe gebouw.

Uit de ingekomen inspraakreacties is naar voren gekomen dat de omwonenden geen kantoorbebouwing op de locatie wensen. Zij vinden het gebouw te hoog en vrezen voor aantasting in de privacy. Ook voorzien de omwonenden dat het parkeerprobleem in de omgeving wordt vergroot door de komst van het kantoorgebouw.

De gemeente Breda is van mening dat door het ontwerp en de situering van het gebouw er geen onaanvaardbare aantasting van de privacy optreedt. Het gebouw is zodanig ontworpen dat aan de zijde van de Johan Willem Frisolaan bijna geen glas wordt aangebracht om inkijk, en dus inbreuk op de privacy, te voorkomen. Het feit dat het zicht van vooral de bewoners aan de noordzijde van het te realiseren kantoorpand zal veranderen, wordt door de gemeente onderkend. In een stedelijk gebied is het een normaal uitgangspunt dat woningen en gebouwen tegenover elkaar zijn gelegen, over het algemeen gescheiden door een openbare ruimte zoals wegen en trottoirs. Ook in de omgeving van de betreffende locatie, bijvoorbeeld de Ginnekenweg, de Prins Hendrikstraat en de omliggende straten, is dit een stedenbouwkundig veel voorkomend beeld.

Wat betreft het parkeerprobleem stelt de gemeente dat door de gekozen parkeeroplossing de komst van het nieuwe kantoorgebouw geen beslag mag leggen op de bestaande parkeervoorzieningen in de omgeving. De commissie Welstand, Architectuur en Monumenen (WAM) gaat overigens akkoord met het plan en ziet het als een positieve bijdrage aan de stad.

Als de gemeenteraad besluiten om een artikel 19 WRO-procedure te starten dan wordt het officiële verzoek om vrijstelling, na publicatie in het Stadsblad, vier weken ter visie gelegd.

Breda, 21 maart 2001