Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Tijdelijke regeling standstill mond- en klauwzeer Nederland 2001 dd.21-03-2001 11:00 uur

21 maart 2001

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224); Gelet op artikel 17, 30, eerste en vierde lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

Artikel 1

Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder vervoermiddel, van
* vee;

* pluimvee;

* rundersperma, varkenssperma en sperma van schapen en geiten, als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling handel levende dieren en levende producten, alsmede sperma van andere evenhoevigen;
* embryo´s van runderen, varkens, schapen en geiten, als bedoeld in artikel 10.1 van de Regeling handel levende dieren en levende producten, alsmede embryo´s van andere evenhoevigen;
* eicellen van runderen, varkens, schapen, geiten en andere evenhoevige dieren;
* mest van vee of pluimvee;
uit, binnen en naar het gebied, bedoeld in de bijlage, is verboden.

Artikel 2

* De vervoerder van melk of vervoermiddelen kennelijk bestemd voor het vervoer van melk te vervoeren binnen en vanuit het in de bijlage bedoelde gebied, is verplicht :
* er voor zorg te dragen dat na ieder bezoek aan een melkproducerend bedrijf, de wielkasten van dat vervoermiddel, voordat het vervoermiddel het bedrijf verlaat, worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees goedgekeurd hygiëneprotocol;
* een inzichtelijke registratie bij te houden en die tot nader order te bewaren. De registratie omvat in elk geval de volgende gegevens:
adres en plaats van de bezochte bedrijven;
de hoeveelheid vervoerde melk;
de gereden route;
datum en tijdstip van het vervoer.

Artikel 3

Het is verboden vervoermiddelen, bestemd of kennelijk bestemd voor het vervoer van vee of pluimvee, of mest van vee of pluimvee te vervoeren binnen en vanuit het gebied, bedoeld in de bijlage.

Artikel 4

* Het is verboden diervoeders, grondstoffen voor diervoeders of vervoermiddelen kennelijk bestemd voor het vervoer van diervoeders of grondstoffen voor diervoeders te vervoeren binnen en vanuit het in de bijlage bedoelde gebied.
* Het in het eerste lid bedoelde vervoersverbod geldt niet indien de vervoerder:
* er voor zorg draagt dat na ieder bezoek aan een bedrijf, de wielkasten van dat vervoermiddel voordat het vervoermiddel het bedrijf verlaat, worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees goedgekeurd hygiëneprotocol;
* een inzichtelijke registratie bijhoudt, welke tot nader order dient te worden bewaard. De registratie omvat in elk geval de volgende gegevens:
aard en hoeveelheid van de vervoerde diervoeders of grondstoffen van diervoeders; adres en plaats van de bezochte bedrijven;
de gereden route;
datum en tijdstip waarop het vervoer plaatsvond.

Artikel 5

* Het is verboden vee te insemineren of te laten bevruchten in het gebied, bedoeld in de bijlage.
* Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet indien de inseminatie of bevruchting plaatsvindt met reeds op een bedrijf aanwezig sperma. Artikel 6

* Het is verboden voor bezoekers, met inbegrip van personen die in het kader van de uitoefening van hun beroep of bedrijf vestigingen betreden waar dieren worden gehouden, een veehouderijbedrijf te bezoeken. Het is tevens verboden voor veehouders om bezoekers op het veehouderijbedrijf toe te laten.
* Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor dierenartsen en monteurs en voor personen die in het kader van het loonbedrijf veehouderijbedrijven betreden indien op die veehouderijbedrijven geen evenhoevigen gehouden worden of aanwezig zijn.
* Indien op het veehouderijbedrijf wel evenhoevigen gehouden worden of aanwezig zijn, geldt voor dierenartsen en monteurs het in het eerste lid bedoelde verbod niet, waarin er een acuut gevaar voor de gezondheid van het bedrijfsmatig gehouden vee aanwezig is en werkzaamheden van de monteur noodzakelijk zijn om deze situatie op te heffen, mits is voldaan aan de in het vijfde lid omschreven voorwaarden.
* Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor degene die in het kader van bedrijfsverzorging op het bedrijf aanwezig zijn, mits is voldaan aan de in het vijfde lid omschreven voorwaarden.
* De in het derde en vierde lid bedoelde voorwaarden zijn:
* de bezoeker ondergaat een afdoende reinigings- en ontsmettingsbehandeling voordat deze een stal betreedt, alsmede voordat deze het bezochte veehouderijbedrijf verlaat;
* de bezoeker heeft geen andere veehouderij bezocht waar evenhoevigen aanwezig zijn of gehouden worden en;
* indien het gebruik van gereedschappen noodzakelijk is, gebruikt de bezoeker zoveel mogelijk de reeds op het bedrijf aanwezige gereedschappen. Indien de benodigde gereedschappen niet op het bedrijf aanwezig zijn, draagt de bezoeker zorg voor een afdoende reiniging en ontsmetting van de gebruikte gereedschappen.
Artikel 7

Artikel 1 is niet van toepassing op het vervoer van destructiemateriaal als bedoeld in de Destructiewet naar een in artikel 5 van de Destructiewet bedoelde onderneming door vervoerders die door de directeur of de plaatsvervangend directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) daartoe zijn aangewezen , mits:
* het vervoer naar het bedrijf waar zich het betrokken destructiemateriaal bevindt, alsmede het vervoer naar de in artikel 5 van de Destructiewet bedoelde onderneming geschiedt langs een door de directeur of de plaatsvervangend directeur van de RVV aangewezen route;
* de voor dat vervoer gebruikte vervoermiddelen tijdens het vervoer op zodanige wijze zijn afgedekt dat verspreiding van smetstof niet kan plaatsvinden;
* de voor dat vervoer gebruikte vervoermiddelen het in de bijlage bedoelde gebied uitsluitend verlaten langs een door de directeur of de plaatsvervangend directeur van de RVV aangewezen plaats;
* het betrokken vervoermiddel bij aankomst op en voor vertrek vanaf het bedrijf wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig artikel 16 bij de Regeling inzake hygiëne-voorschriften besmettelijke dierziekten 2000, en
* de inzittenden bij het verlaten en het opnieuw betreden van het betrokken vervoermiddel op het bedrijf, bedoeld in onderdeel a, een afdoende reinigings- en ontsmettingsbehandeling ter voorkoming van smetstofverspreiding ondergaan. Artikel 8

Iedere eigenaar, houder of hoeder van vee in het in de bijlage omschreven gebied draagt er zorg voor dat het vee zijn verblijfplaats niet verlaat.

Artikel 9

De directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees is bevoegd van het bepaalde in deze regeling een ontheffing te verlenen.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling standstill mond- en klauwzeer Nederland 2001.

Artikel 11

Deze regeling wordt op 21 maart 2001 om 11:00 uur bekendgemaakt aan de media en treedt onmiddellijk daarna in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

Overeenkomstig het door de minister genomen besluit, Directeur-Generaal C. J. Kalden

Bijlage bij de Tijdelijke regeling Standstill mond- en klauwzeer Nederland 2001 Het grondgebied van Nederland met uitzondering van de gebieden als bedoeld in de Regeling toezichtsgebied mond- en klauwzeer Oene, Olst en Oosterwolde 2001 en de Regeling toezichtsgebied mond- en klauwzeer Maren-Kessel en Herpen 2001.

Toelichting voor de Staatscourant

In Olst is een geval van mond- en klauwzeer vastgesteld. Teneinde verdere verspreiding van deze uiterst besmettelijke ziekte te voorkomen is voor het desbetreffende toezichtsgebied rond het besmette bedrijf daartoe met onmiddellijke ingang een maatregelenpakket getroffen mede op grond van de richtlijn nr. 85/511/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (PbEG L 315). Hangende de uitkomsten van verdere tracering wordt dit pakket overeenkomstig het geldende draaiboek thans ook in de rest van Nederland afgekondigd. Derhalve gelden in geheel Nederland, dus ook buiten de toezichtsgebieden, tijdelijk - ondermeer- vervoersbeperkingen voor vee, pluimvee, vervoermiddelen van vee en pluimvee, sperma, eicellen en embryo´s van evenhoevigen. Voorts gelden bijzondere beperkingen met betrekking tot bezoekers van veehouderijen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

Overeenkomstig het door de minister genomen besluit, Directeur-Generaal C. J. Kalden