Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Persberichten / Dossier MKZ

Regeling inzet studenten bij mond- en klauwzeer bestrijding 2001 dd.21-03-2001

21 maart 2001

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

gelet op artikel 12 van het Besluit paraveterinairen;

BESLUIT:

Artikel 1

Tot het onderzoeken ter onderkenning van ziekte, het afnemen van bloed, het vaccineren en het bedwelmen van evenhoevigen zijn toegelaten zij, die

a. deze handelingen verrichten onder directe leiding en controle van een dierenarts, en
b. het doctoraal examen diergeneeskunde met goed gevolg hebben afgelegd, en
c. in het bezit zijn van een verklaring van de directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees waarin vermeld wordt dat zij zijn aangesteld om de genoemde handelingen te verrichten.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde toelating is geldig tot 1 maart 2002 of zoveel eerder als deze regeling wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling inzet studenten bij mond- en klauwzeer bestrijding 2001.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de datum van dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

TOELICHTING VOOR DE STAATSCOURANT

De onderhavige regeling geeft de mogelijkheid studenten in de diergeneeskunde, die aan de drie gestelde voorwaarden voldoen, in te zetten bij de bestrijding van mond en klauwzeer. Het onderzoeken van dieren, het afnemen van bloed, het vaccineren en het bedwelmen van dieren zijn diergeneeskundige handelingen die in normale omstandigheden zijn voorbehouden aan daartoe gekwalificeerde personen. Thans moeten grote aantallen dieren worden onderzocht, zo nodig moeten ook de overige handelingen bij grote aantallen verricht worden. Het doden van dieren wordt niet aangemerkt als een diergeneeskundige handeling en behoeft derhalve niet opgenomen te worden in deze regeling. De studenten worden als extra hulpkrachten ingezet.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,