Met vriendelijke groet,
Marijke van der Waal
Bureau Nationale ombudsman
Afdeling Communicatie
tel: 070 - 3563679
PERSBERICHT
Den Haag, 21 maart 2001
Jaarverslag 2000 Nationale ombudsman:
TRAGE OVERHEID MEEST VOORKOMENDE PROBLEEM
Ongeveer 21000 mensen wendden zich in 2000 schriftelijk of telefonisch tot de Nationale ombudsman. Ruim 12000 mensen zochten telefonisch contact. Er kwamen meer dan 8200 schriftelijke klachten binnen. Dat is 7% meer dan in 1999. Deze stijging komt vooral voor rekening van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de uitvoeringsinstellingen sociale zekerheid. De meeste klachten betroffen het weinig voortvarend handelen van de overheid. De ombudsman signaleert dat hij negen van de tien zaken snel kon oplossen door een interventie van zijn kant. Er hoeft dan geen uitgebreid onderzoek naar de klacht gestart te worden. De overheid lijkt steeds meer bereid om aan deze - snellere - interventieaanpak mee
te werken.
Dit stelt de Nationale ombudsman, mr. R. Fernhout, in zijn Jaarverslag 2000, dat hij vandaag aanbiedt aan de Voorzitter van de Tweede Kamer.
Trage overheid meest voorkomende probleem
Al jaren gaan de meeste klachten bij de Nationale ombudsman over de lange
duur van de behandeling van een brief, aanvraag of bezwaarschrift. In 2000
was dit in ruim de helft van de behandelde zaken aan de orde. Zo'n negen van
de tien klachten hierover achtte de ombudsman na onderzoek gegrond.
De ombudsman merkt op dat wettelijke termijnen voor burgers vaak fataal
zijn. Als iemand bijvoorbeeld niet op tijd aangifte doet, dan leidt dit tot
een ambtshalve belastingaanslag met eventueel een boete. De overheid gaat
echter meestal vrijuit. Uit oogpunt van gelijkwaardigheid zou de overheid
zich net als de burger aan wettelijke termijnen moeten houden. In een
notitie van eind vorig jaar zoeken de Ministers van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en Justitie de oplossing voor deze problematiek vooral
in meer bewaking van de kwaliteit van de dienstverlening en in het geven van
kwaliteitskeurmerken aan overheidsdiensten die zich aan termijnen houden.
Volgens de Nationale ombudsman valt te betwijfelen of dit voldoende effect
heeft. Het zou beter zijn als de overheid wettelijk wordt verplicht burgers
er over te informeren dat zij bezwaar of beroep bij de rechter in kunnen
stellen wanneer niet op tijd in hun zaak een beslissing wordt genomen. Deze
informatieplicht mag niet - zoals de Ministers hebben voorgesteld -
vrijblijvend zijn. Hij acht het overigens een goede zaak dat er een regeling
in de maak is voor het vergoeden van renteschade wanneer de overheid te laat
besluiten met financiële aanspraken heeft genomen. Dit kan bijvoorbeeld het
geval zijn bij het te laat beslissen over uitkeringen.
Meer onderzoek 'uit eigen beweging'
Het interne klachtrecht bij de overheid is sinds 1 juli 1999 wettelijk
geregeld en komt in toenemende mate van de grond. Daarnaast signaleert de
Nationale ombudsman dat hij steeds meer klachten van burgers snel kan
oplossen door een interventie van zijn kant. In 2000 was dat in bijna negen
van de tien zaken het geval. Een uitgebreid onderzoek is dan niet meer
nodig(*). De overheidsinstanties lijken meer bereid aan de interventieaanpak
mee te werken. Door deze ontwikkelingen ligt de toegevoegde waarde van de
Nationale ombudsman als externe klachtvoorziening steeds meer in het doen
van onderzoek 'uit eigen beweging' naar structurele problemen bij de
overheid.
De ombudsman wil daarom de komende periode hiervoor meer capaciteit
inzetten. De afgelopen jaren is van deze mogelijkheid die de ombudsman
wettelijk heeft, weinig gebruik gemaakt vanwege beperkte personele ruimte.
Er is hoofdzakelijk onderzoek gedaan op verzoek van individuele burgers of
instanties als Bureaus Rechtshulp of advocaten. Uiteraard blijft zijn
belangrijkste functie zonder meer overeind, aldus de ombudsman in zijn
jaarverslag: een onafhankelijke klachtinstantie voor mensen wanneer de
interne klachtprocedure voor hun probleem met de overheid geen soelaas heeft
geboden.
Inmiddels zijn in 2000 vier onderzoeken uit eigen beweging gestart,
waaronder een onderzoek naar de opvangomstandigheden in de aanmeldcentra
voor asielzoekers en een onderzoek naar de uitvoering van het Verdrag
Nederland-Marokko inzake de overbrenging van Nederlandse gedetineerden uit
Marokko. Klachtbehandeling door de overheid zelf
Als iemand niet tevreden is over de manier waarop zijn klacht door een
overheidsinstantie is behandeld, kan hij de Nationale ombudsman inschakelen.
Uit zijn praktijk constateert de ombudsman dat overheidsinstanties een
klacht nogal eens niet als klacht herkennen en dan dus ook niet volgens de
interne procedure in behandeling nemen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een
brief waarin iemand een uitgebreid verhaal heeft opgeschreven. Ook wordt
regelmatig een brief waarin een burger rappelleert dat hij nog geen antwoord
heeft gekregen niet als een klacht behandeld. Wanneer de overheid klachten
onvoldoende herkent, worden de mogelijkheden van de eigen interne
klachtprocedure niet goed benut, merkt de ombudsman op.
Immigratie- en Naturalisatiedienst
De Nationale ombudsman ontving 1805 klachten over de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND), ruim 100 meer dan in 1999. De meeste klachten bij
de ombudsman - ruim een vijfde - gaan daarmee over de IND. In toenemende
mate was in 2000 sprake van klachten over trage behandeling van
bezwaarzaken. Een oorzaak hiervan is het beleid van de IND om asielzaken in
eerste aanleg met voorrang te behandelen in verband met de invoering van
nieuwe Vreemdelingenwet per 1 april dit jaar.
De Nationale ombudsman uit zijn bezorgdheid over het opmerkelijk aantal
klachten waaruit naar voren komt dat de IND rechterlijke uitspraken niet
uitvoert. Het laatste half jaar van 2000 zijn hier bijna 60 klachten over
ontvangen. Het ging daarbij om het niet opvolgen van uitspraken waarin de
rechtbank het beroep gegrond verklaarde, de beslissing in bezwaar van de IND
vernietigde en bepaalde dat de IND opnieuw een beslissing op een
bezwaarschrift moest nemen.
Cijfers
De Nationale ombudsman heeft in 2000 in totaal 8242 schriftelijke klachten
ontvangen, 561 meer dan in 1999. Ongeveer een vijfde ervan viel buiten zijn
werkterrein (**), omdat ze niet gingen over de overheid. De meeste klachten
die de ombudsman wel kon behandelen, betroffen de Immigratie- en
Naturalisatiedienst, de uitvoeringsinstellingen sociale zekerheid,
Buitenlandse Zaken, de politie en de Belastingdienst.
Als nieuw knelpunt signaleert de Nationale ombudsman de trage behandeling
van visumaanvragen en aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf.
Over het Bureau Visadienst en de Visadienst werden bijna 650 zaken
afgehandeld, twee keer zoveel als in 1999. Deze instanties vallen onder de
bevoegdheid van de Minister van Buitenlandse Zaken en zijn ondergebracht bij
de IND. Een andere opvallende stijging betrof het aantal klachten over de
uitvoeringsinstellingen sociale zekerheid, zoals Gak en Cadans. Ten opzichte
van 1999 werden ruim 200 klachten meer behandeld over deze instanties.
Externe klachtvoorziening bij gemeenten
In juni 1999 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is gevraagd ervoor te zorgen
dat alle gemeenten voor 1 januari 2002 een externe, onafhankelijke
klachtvoorziening zouden hebben. De Nationale ombudsman waarschuwt dat het
ondanks voorlichtingsactiviteiten van het Ministerie en de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG) niet reëel lijkt te verwachten dat dit lukt. Uit
een enqu?te van de VNG van mei/juni 2000 is gebleken, dat ruim 60% van de
gemeenten nog geen enkele vorm van externe klachtvoorziening voor zijn
burgers heeft (**). De Commissie wetgeving algemene regels van bestuursrecht
komt binnenkort met een voorontwerp van wet waarin gemeenten worden
verplicht alleen of met anderen een ombudsvoorziening in het leven te roepen
of zich aan te sluiten bij de Nationale ombudsman.