Titel: Verzuimboete niet (tijdig) betalen op aangifte en faillissement
Verzuimboete niet (tijdig) betalen op aangifte en faillissement
Directie Rechtstoepassingsbeleid Belastingdienst
Besluit van 21 maart 2001, nr. RTB2001/1176M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris
van Financiën het volgende besloten.
Mij is de volgende vraag voorgelegd.
Het faillissement van de belastingplichtige is uitgesproken op 14 juni
2000. De door de belastingplichtige verschuldigde omzetbelasting over
het tijdvak mei 2000 is niet (tijdig) betaald. Daarop is de
belastingplichtige een verzuimboete opgelegd ex artikel 67c van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De curator in het
faillissement van de belastingplichtige heeft bezwaar gemaakt tegen de
verzuimboete. Het bezwaar behelst een beroep op afwezigheid van alle
schuld (avas). Dient de verzuimboete te worden vernietigd omdat er
sprake is van avas?
Ik heb daarop het volgende geantwoord.
De boete moet naar aanleiding van het bezwaar worden vernietigd omdat
er sprake is van avas. De belastingplichtige noch de curator was
bevoegd de omzetbelasting te voldoen op het moment dat de termijn
verstreek waarbinnen die belasting betaald moest worden (één maand na
het einde van het tijdvak; zie artikel 19, eerste lid, van de AWR). De
belastingplichtige verliest de bevoegdheid te beschikken over zijn
vermogen vanaf de dag dat zijn faillissement is uitgesproken (artikel
23 van de Faillissementswet). Die bevoegdheid ligt dan bij de curator
(artikel 68 van de Faillissementswet). De curator is echter niet
bevoegd faillissementsschulden (waaronder zijn begrepen
belastingschulden die materieel zijn ontstaan voordat het
faillissement is uitgesproken) te betalen voordat de uitdelingslijst
in het faillissement definitief is vastgesteld (artikelen 26 en 192
van de Faillissementswet).