Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam.
05/03/2001
Private in public: jonge kunst gekozen door studenten
Het Exposorium van de Vrije Universiteit opent op woensdag 21 maart
feestelijk de tentoonstelling Private in Public, waarmee ze haar
nieuwe vaste tentoonstellingsruimte in de hal van het VU-hoofdgebouw
in gebruik neemt. Voor dit project hebben drie studenten Algemene
Cultuurwetenschappen van de VU tien beginnende kunstenaars
geselecteerd. Hun selectie omvat vooral kunstenaars die kortgeleden
zijn afgestudeerd: ze hebben allen in de afgelopen jaren academies of
tweedefase opleidingen gevolgd of afgerond.
De foto´s, video´s, schilderijen en ruimtelijke werken van de
kunstenaars lijken op het eerste gezicht toegankelijk door hun
huiselijk karakter of door de media die ze gebruiken, maar geven hun
intieme inhoud niet gemakkelijk prijs. De kunstenaars vermijden
namelijk zowel grote themaAs als een te emotionele, persoonlijke
inhoud. Daarnaast verwijzen ze nauwelijks naar een kunsthistorisch
kader, waardoor ze de beschouwer alleen herkenning bieden via zijn
eigen herinneringen.
Esmé Valk
(1977) en Nanda Smits (1973) transformeren media die normaal een kille
blik op de buitenwereld bieden naar een warmer en concreet ruimtelijk
object. Via een eigenzinnige werkwijze, zoals breien of 3D-prints,
buigen ze fotografie en televisie om naar meer tastbare werkelijkheid.
Ardeshir Sourmehi
(1961) probeert desnoods geforceerd een heterogene nieuwe
belevingswereld vorm te geven. Afzonderlijke alledaagse elementen
veroorzaken bij elkaar een vervreemdend effect. Mensen van Aziatische
afkomst bevinden zich in een rubberboot op een Hollands kleiveld, op
een heldere en harmonische wijze in beeld gebracht. In de fotowerken
van Femke Reijerman (1977) zien we op het eerste gezicht een
herkenbare, huiselijke wereld. De ingetogen sfeer maakt het werk
echter minder toegankelijk en roept geheimzinnige en dubbelzinnige
associaties op.
(ZIE OMMEZIJDE)
Jeugd- en familiefoto´s zijn door Harald Hendriks (1974) gecombineerd
met de meest gevoelloze, vervreemdende foutmeldingen die computers
soms uitspuwen. De ontstane associaties verbinden zich met elkaar in
een merkwaardig bemoeizuchtig advies van de computer. Willem Kramer
(1974) refereert in zijn schilderijen op een heel andere wijze aan
tekenfilms en computerspellen, door afzonderlijke heldere elementen te
isoleren, waaruit de beschouwer een groter geheel kan maken. De
presentatie van de panelen in een willekeurig aandoend raster geven de
komische en tragische elementen uit de tekenfilmwereld een vreemd
werkelijk karakter. Dylan Graham (1972) maakte voor de expositieruimte
een billboardachtige installatie.
Arabel Lebrusan Fuentes
(1974) gooit intieme momenten en herinneringen, opgeslagen in haar
eigen vrieskist, in de uitverkoop. Hoewel zij het publiek lijkt uit te
nodigen om deel te nemen aan haar herinneringen, blijft er een
ijskoude barrière aanwezig. In de vijver langs de Buitenveldertselaan
heeft zij samen met Clara Moranta (1976) nog een persoonlijk moment
gecreëerd dat een wensdroom zou kunnen uitbeelden, maar dat drijvend
op het water nooit binnen ons bereik komt.
Pia Wergius
(1969) werpt zichzelf op als held in haar video Sketch for Angels,
hangend aan vensterkozijn langs een gevel. Ze is echter een
onconventionele held, omdat het voor het publiek onduidelijk is waarom
ze daar hangt: zelfmoord? stunt? Het bijbehorend geluid suggereert dat
ze zichzelf moed toezingt. In de video Gezocht gebruikt ze iemands
zeer persoonlijke bekentenis, die evengoed voor massaAs mensen zou
kunnen opgaan, om de associaties van de beelden te sturen.