Provincie Groningen

Groningen, 21 maart 2001 Persbericht nr. 53

Onderzoek uitstoot van stoffen in de regio Delfzijl afgerond

'Geen negatieve effecten voor luchtkwaliteit boven Duitsland'

De uitstoot van stoffen boven Delfzijl en omgeving heeft geen negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit boven Duits grondgebied. Dat is de belangrijkste conclusies van een onderzoek dat TNO uitvoerde in opdracht van de Provincie Groningen. Een aantal Duitse gemeenten heeft de provincie verzocht inzicht te geven in de emissie van stoffen boven Delfzijl en de invloed hiervan op de luchtkwaliteit boven Duitsland. In het onderzoek zijn 28 stoffen onderzocht waarvan bekend is dat deze stoffen door de industrie in Delfzijl worden uitgestoten.

Wettelijke normen

Voor heel veel onderzochte stoffen geldt dat de bijdrage aan de luchtverontreiniging door de bronnen in en om Delfzijl beperkt, of zelfs verwaarloosbaar is. Uit het rapport blijkt wel dat recent vastgelegde niet-wettelijk normen (het maximaal toelaatbaar risico en de streefwaarde) voor verschillende stoffen (bij voorbeeld stikstofdioxide en fijn stof) worden overschreden, onder andere omdat de al in de lucht aanwezige concentratie van stoffen op dit moment nog vrij hoog is. Deze niet-wettelijke normen hebben alleen betekenis voor de heel lange termijn. Zij zijn richtinggevend voor de uiteindelijk te bereiken luchtkwaliteit.

Het onderzoek wijst wel uit dat er in Delfzijl, op een klein gebied binnen het industriegebied, de concentraties van een drietal stoffen boven de richtwaarden uitkomen. De stoffen die deze norm overschrijden zijn: stikstofdioxide, zwaveldioxide en benzeen. Oorzaak van de lichte overschrijding is het feit dat deze stoffen al zo veel in de lucht voorkomen, dat de stoffen die door de industrie in de omgeving van Delfzijl worden uitgestoten al voor een kleine overschrijding zorgen. De stoffen stikstofoxiden en benzeen worden ook uitgestoten door autoverkeer, aardgaswinputten en komen ook vrij bij het verbranden van aardgas.

Welke gegevens zijn onderzocht?

In het onderzoek is uitgegaan van de bijdrage die industriële bronnen en andere bronnen zoals verkeer en huishoudens in Delfzijl leveren aan de luchtkwaliteit. Deze gegevens zijn verwerkt in een computermodel die de concentratie in de lucht in de omgeving van de bronnen aangeeft. Naast de eerder genoemde stoffen is ook onderzoek gedaan naar: arseen, cadmium, chroom, kwik, lood, nikkel, vluchtige organische stoffen, PAK's, dichloormethaan, tetrachlooretheen, tetrachloormethaan, dioxinen, koolmonoxide, zwavelwaterstof en fijn stof. Deze stoffen overschrijden nergens de grenswaarden of het maximaal toelaatbaar risico. In het onderzoek is ook gekeken naar schadelijke effecten door combinaties van de opgesomde stoffen. De effecten van combinaties van stoffen zijn te verwaarlozen.

Voor meer informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met Machteld Schierbeek, afdeling bestuurscontacten Provincie Groningen, tel.: 050 - 3164982.