Producentenvertrouwen wederom gedaald
Het producentenvertrouwen, de stemmingsindicator van de ondernemers in de industrie, is in februari gedaald. Uit de conjunctuurtest van het CBS blijkt verder, dat de orderportefeuille van de Nederlandse industrie kleiner is geworden. De producenten zijn in februari ontevreden over zowel de orderontvangst als de orderpositie.
Vijfde daling op rij
De stemmingsindicator van de ondernemers in de industrie heeft in februari 2001 de laagste waarde bereikt sinds de zomer van 1999. Het producentenvertrouwen is in februari uitgekomen op 2,0. In januari kwam het producentenvertrouwen nog uit op 3,5. Dit betekent de vijfde achtereenvolgende daling van de stemmingsindicator. In september 2000 bereikte het vertrouwen van de ondernemers nog een recordhoogte van 8,4.
Kleinere orderportefeuille
De orderportefeuille is in februari geslonken. De index van de orderpositie, waarin de werkvoorraad tot uitdrukking komt, is in februari uitgekomen op 99,4 (juni 2000=100) en is daarmee 1,4 punt lager dan in januari. De werkvoorraad in februari bevindt zich daarmee op het laagste niveau sinds mei vorig jaar.
De orderontvangsten zijn in februari per saldo niet toegenomen, evenals in de daaraan voorafgaande drie maanden. Een lichte toename van de binnenlandse orderontvangst wordt volgens de ondernemers tenietgedaan door een afname van de vraag vanuit het buitenland. De ondernemers beoordelen hun orderontvangsten en orderpositie dan ook als ongunstig.
Technische toelichting
Het producentenvertrouwen, beschikbaar vanaf 1985, is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte bedrijvigheid, het oordeel van de ondernemers over de orderpositie en het oordeel over de voorraden gereed product.