Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
http://www.minlnv.nl
MIN LNV: Vervoersbeperkingen Maren Kessel en Herpen MKZ 2001
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad
van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en
zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in
bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de
totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);
Gelet op de artikelen 17, 30, eerste en vierde lid, en 31 van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
Artikel 1
Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder
vervoermiddel, van vee is verboden binnen het gebied, bedoeld in de
bijlage.
Artikel 2
Het is verboden vervoermiddelen, bestemd of kennelijk bestemd voor het
vervoer van vee,
te verplaatsen binnen het gebied, bedoeld in de bijlage.
Artikel 3
1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg
zonder vervoermiddel, van pluimvee is verboden binnen het gebied,
bedoeld in de bijlage.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het vervoer
van eendagskuikens, die rechtstreeks worden vervoerd naar een
pluimveebedrijf, mits de aflevering plaatsvindt op de openbare weg,
grenzend aan het pluimveebedrijf van bestemming.
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor pluimvee,
dat rechtstreeks naar een slachthuis wordt vervoerd.
4. In afwijking van het derde lid, is het vervoer rechtstreeks naar
een slachthuis van pluimvee of eendagskuikens afkomstig van bedrijven
waar evenhoevigen verblijven, slechts éénmalig toegestaan, waarna het
verboden is op dat bedrijf pluimvee of eendagskuikens, aan te voeren.
Van het in de vorige volzin bedoelde eenmalige vervoer naar een
slachthuis, dient voorafgaand aan dat vervoer schriftelijk melding te
worden gemaakt aan de directeur van de Rijksdienst voor de keuring van
Vee en Vlees.
5. De vervoerder van pluimvee of de bestuurder van een vervoermiddel,
kennelijk bestemd voor het vervoer van pluimvee, is verplicht:
a. na ieder bezoek aan een pluimveebedrijf, de wielkasten van dat
vervoermiddel alsmede andere voorwerpen, voordat het vervoermiddel het
bedrijf verlaat, te reinigen en ontsmetten, overeenkomstig een door de
directeur van de Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees
goedgekeurd hygiëneprotocol;
b. een inzichtelijke registratie bij te houden en tot nader order te
bewaren, waarin in elk geval de volgende gegevens worden opgenomen:
- adres en plaats van de bezochte bedrijven;
- de hoeveelheid vervoerd pluimvee;
- de gereden route, en;
- datum en tijdstip van het vervoer.
Artikel 4
Het is verboden sperma, embryo.s en eicellen van vee te vervoeren
binnen het gebied, bedoeld in de bijlage.
Artikel 5
1. Het is verboden mest van vee of mest van pluimvee, afkomstig van
bedrijven waar evenhoevigen verblijven, te vervoeren binnen het
gebied, bedoeld in de bijlage.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor rechtstreeks
vervoer van mest, bedoeld in het eerste lid, en dat is behandeld en
verpakt, vanaf een detailhandelaar naar de consument.
Artikel 6
1. Het is verboden rauwe melk te vervoeren of vervoermiddelen
kennelijk bestemd voor het vervoer van melk te verplaatsen binnen het
gebied, bedoeld in de bijlage.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet indien de rauwe
melk wordt vervoerd door middel van een vervoermiddel dat uitsluitend
voor het vervoer van rauwe melk uit het gebied, bedoeld in de bijlage,
is bestemd, vanaf een bedrijf, waar evenhoevigen worden gehouden, naar
een melkfabriek, welke voor de verwerking van melk, afkomstig uit het
gebied, bedoeld in de bijlage, is ingericht. De melk wordt behandeld
overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van Beschikking 2001/223/EG van
de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot
vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en
klauwzeer in Nederland (PbEG L 82).
3. De vervoerder van rauwe melk of de bestuurder van een
vervoermiddel, bestemd of kennelijk bestemd voor het vervoer van rauwe
melk, binnen het in de bijlage bedoelde gebied, is verplicht:
a. ervoor zorg te dragen dat na ieder bezoek aan een bedrijf, waar
evenhoevigen worden gehouden, de wielkasten van dat vervoermiddel
alsmede andere voorwerpen, voordat het vervoermiddel het bedrijf
verlaat, worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de
directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
goedgekeurd hygiëneprotocol;
b. een inzichtelijke registratie bij te houden en die tot nader order
te bewaren. De registratie omvat in elk geval de volgende gegevens:
- adres en plaats van de bezochte bedrijven;
- de hoeveelheid vervoerde melk;
- de gereden route, en
- datum en tijdstip van het vervoer.
Artikel 7
1. Het is verboden voeders voor vee of pluimvee, waaronder begrepen
ruwvoer, of vervoermiddelen kennelijk bestemd voor het vervoer van
voeders voor vee of pluimvee, te vervoeren binnen het gebied, bedoeld
in de bijlage.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet indien de voeders
rechtstreeks worden vervoerd van een bedrijf waar de voeders zijn
vervaardigd of opgeslagen naar een detailhandelaar of een bedrijf waar
vee of pluimvee wordt gehouden, mits de vervoerder:
a. er voor zorg draagt dat na ieder bezoek aan een bedrijf, waar vee
of pluimvee wordt gehouden, de wielkasten van dat vervoermiddel
alsmede andere voorwerpen, voordat het vervoermiddel het bedrijf
verlaat, worden gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de
directeur van de Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees
goedgekeurd hygiëneprotocol;
b. een inzichtelijke registratie bijhoudt, welke tot nader order
dient te worden bewaard. De registratie omvat in elk geval de volgende
gegevens:
- aard en hoeveelheid van de vervoerde diervoeders;
- adres en plaats van de bezochte bedrijven;
- de gereden route, en;
- datum en tijdstip van het vervoer.
3. Dit artikel is niet van toepassing op het rechtstreekse vervoer
van verpakte voeders voor vee en pluimvee van een detailhandelaar naar
een consument.
4. Dit artikel is niet van toepassing op het vervoer van voeders voor
vee en pluimvee door middel van schepen op binnenwateren.
Artikel 8
1. Het is verboden voor bezoekers, met inbegrip van personen die in
het kader van de uitoefening van hun beroep of bedrijf vestigingen
betreden waar dieren worden gehouden, een bedrijf, waar evenhoevigen
wordt gehouden, gelegen in het gebied, bedoeld in de bijlage, te
bezoeken. Het is tevens verboden voor veehouders om bezoekers op het
bedrijf toe te laten.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor:
a. personen, die in het kader van de uitoefening van hun beroep of
bedrijf pluimvee, als bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid,
ophalen ten behoeve van rechtstreeks vervoer naar een slachthuis, dan
wel, indien het eendagskuikens betreft, naar een pluimveebedrijf, met
inachtneming van artikel 3, vierde lid;
b. monteurs, indien er een acuut gevaar voor de gezondheid van het
bedrijfsmatig gehouden vee aanwezig is en werkzaamheden van de monteur
noodzakelijk zijn om deze situatie op te heffen;
c. dierenartsen, waaronder inbegrepen zij, die zijn aangewezen
krachtens de Regeling inzet studenten bij mond- en klauwzeer 2001;
d. degene die in het kader van bedrijfsverzorging op het bedrijf
aanwezig zijn;
e. politie, huisartsen, alsmede ambulance en brandweer en dergelijke
noodhulpdiensten, en hun materieel,
mits is voldaan aan de in het derde lid omschreven voorwaarden.
3. De in het tweede lid bedoelde voorwaarden zijn:
a. de bezoeker ondergaat een afdoende reinigings- en
ontsmettingsbehandeling voordat deze een stal betreedt, alsmede
voordat deze het bezochte veehouderijbedrijf verlaat;
b. de bezoeker, niet zijnde een bezoeker als bedoeld in het tweede
lid, onderdeel d, heeft gedurende 72 uur voor het bezoek geen andere
veehouderij bezocht waar evenhoevigen aanwezig zijn of gehouden worden
en,
c. indien het gebruik van gereedschappen noodzakelijk is, gebruikt de
bezoeker zoveel mogelijk de reeds op het bedrijf aanwezige
gereedschappen. Indien de benodigde gereedschappen niet op het bedrijf
aanwezig zijn, draagt de bezoeker zorg voor een afdoende reiniging en
ontsmetting van de gebruikte gereedschappen.
Artikel 9
1. Het vervoer van destructiemateriaal binnen het gebied, bedoeld in
de bijlage, is verboden.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op
het vervoer van destructiemateriaal als bedoeld in de Destructiewet
naar een in artikel 5 van de Destructiewet bedoelde onderneming door
vervoerders die door de directeur of de plaatsvervangend directeur van
de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) daartoe zijn
aangewezen, mits:
a. het vervoer naar het bedrijf waar zich het betrokken
destructiemateriaal bevindt, alsmede het vervoer naar de in artikel 5
van de Destructiewet bedoelde onderneming geschiedt langs een door de
directeur of de plaatsvervangend directeur van de RVV aangewezen
route;
b. de voor dat vervoer gebruikte vervoermiddelen tijdens het vervoer
op zodanige wijze zijn afgedekt dat verspreiding van smetstof niet kan
plaatsvinden;
c. de voor dat vervoer gebruikte vervoermiddelen het in de bijlage
bedoelde gebied uitsluitend verlaten langs een door de directeur of de
plaatsvervangend directeur van de RVV aangewezen plaats;
d. het betrokken vervoermiddel alsmede andere voorwerpen bij aankomst
op en voor vertrek vanaf het bedrijf wordt gereinigd en ontsmet
overeenkomstig een door de directeur van de Rijksdienst voor de
keuring van vee en vlees goedgekeurd hygiëneprotocol, en
e. de inzittenden bij het verlaten en het opnieuw betreden van het
betrokken vervoermiddel op het bedrijf, bedoeld in onderdeel a, een
afdoende reinigings- en ontsmettingsbehandeling ter voorkoming van
smetstofverspreiding ondergaan.
Artikel 10
Iedere eigenaar, houder of hoeder van vee of pluimvee in het gebied,
bedoeld in de bijlage, draagt ervoor zorg dat het vee, met
inachtneming van artikel 1, tweede lid, en het pluimvee, met
inachtneming van artikel 3, tweede, derde en vierde lid, zijn
verblijfplaats niet verlaat.
Artikel 11
De Regeling vervoersverboden Maren-Kessel en Herpen mond- en klauwzeer
2001 wordt ingetrokken.
Artikel 12
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vervoersbeperkingen
Maren-Kessel en Herpen mond- en klauwzeer 2001.
Artikel 13
Deze regeling wordt op 24 maart 2001 om 12.30 uur bekendgemaakt aan de
media en treedt onmiddellijk daarna in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
Bijlage bij de Regeling vervoersbeperkingen Maren-Kessel en Herpen
mond- en klauwzeer 2001
Het in artikel 1 bedoelde gebied wordt als volgt begrensd:
1. Vanaf de Afslag Echteld 34 (Echteld) de N323 volgend in zuidelijke
richting tot de Van Heemstraweg de N322.
2. De Van Heemstraweg de N322 volgend in oostelijke richting tot de
Noord Zuid.
3. De Noord Zuid de N322 volgend in zuidelijke richting tot de Maas
en Waalweg.
4. De Maas en Waalweg de N322 volgend in oostelijke richting
overgaand in de A73.
5. De A73 volgend in oostelijke richting tot de knooppunt
Neerbosch.
6. De knooppunt Neerbosch de A73 volgend in zuidelijke richting tot
de knooppunt Haps 5.
7. Vanaf knooppunt Haps 5 de N264 volgend in westelijke richting
overgaand in de rondweg Zuid in Uden.
8. De Rondweg Zuid volgend in westelijke richting tot de Rondweg
N265.
9. De Rondweg N265 volgend in noordelijke richting tot de
Nistelrodeseweg.
10. De Nistelrodeseweg volgend in noordelijke richting tot de Looweg
in Uden.
11. De Looweg volgend in westelijke richting overgaand in de
Karperdijk.
12. De Karperdijk volgend in westelijke richting overgaand in de
Bedafseweg.
13. De Bedafseweg volgend in westelijke richting overgaand in de
Rietdijk.
14. De Rietdijk volgend in westelijke richting tot de Heuvel.
15. De Heuvel volgend in zuidelijke richting tot de Kapelstraat in
Vorstenbosch.
16. De Kapelstraat volgend in noordwestelijke richting overgaand in
de Kampweg.
17. De Kampweg volgend in noordwestelijke richting overgaand in de
Dorpsstraat in Loosbroek.
18. De Dorpsstraat volgend in noordwestelijke richting overgaand in
de De Bleken.
19. De Bleken volgend in westelijke richting overgaand in de
Hooghei.
20. De Hooghei volgend in westelijke richting overgaand in de
Loofaert.
21. De Loofaert volgend in westelijke richting tot de
Berlicumseweg.
22. De Berlicumseweg volgend in noordelijke richting tot de afslag
Rosmalen 11.
23. Vanaf de afslag Rosmalen (nr. 11) de A50 volgend in zuidelijke
richting tot de Knooppunt Hintham.
24. Vanaf Knooppunt Hintham de A2 volgend in noordelijke richting tot
de Knooppunt Empel.
25. Vanaf Knooppunt Empel de A59 volgend in westelijke richting tot
de Treurenburg.
26. De Treurenburg volgend in noordelijke richting overgaand in de
Oude Rijksweg in Hedel.
27. De Oude Rijksweg volgend in noordelijke richting tot de
knooppunt Hedel (nr. 18) de A2.
28. Vanaf knooppunt Hedel (nr.18) de A2 volgend in noordelijke
richting tot de Knooppunt Deil.
29. De Knooppunt Deil de A15 volgend in oostelijke richting tot de
Afslag Echteld 34 (Echteld).
Toelichting voor de Staatscourant
Naar aanleiding van gevallen van mond- en klauwzeer in het gebied rond
Oenen, zijn onmiddellijk traceringsonderzoeken uitgevoerd, teneinde
de bron van de besmetting op te sporen. Conform het geldende draaiboek
wordt in beginsel gedurende de eerste 72 uur het vervoer van vee,
pluimvee en dierlijke producten tijdelijk stilgelegd, teneinde verder
verspreiding van het zeer besmettelijke virus te voorkomen. Deze
maatregelen zijn neergelegd in de Tijdelijke regeling standstill
Nederland mond- en klauwzeer 2001 en de regeling is op 21 maart 2001
omstreeks 11.00 uur van kracht geworden.
Tevens zijn er zones van 10 kilometer om de besmette bedrijven in
Olst, Oene en Welsum aangelegd, alsmede rond een aantal
contactbedrijven in Oosterwolde, Maren-Kessel en Herpen,
Sprang-Capelle en Beesd.
De voorlopige uitkomsten van het traceringsonderzoek leiden tot de
conclusie dat er ten aanzien van het totale vervoersverbod in geheel
Nederland een differentiatie in het maatregelenpakket kan worden
gemaakt tussen de ingesloten gebieden en de rest van Nederland.
Onderhavige regeling strekt ertoe het maatregelenpakket, zoals dat van
kracht is binnen de ingesloten gebieden, aan te passen. Dit houdt
onder meer het volgende in:
. Het vervoer van vee en vervoermiddelen van vee blijft voorlopig
verboden.
. Pluimvee mag onder voorwaarden rechtstreeks worden getransporteerd
naar een slachthuis.
. Eendagskuikens mogen onder voorwaarden worden getransporteerd naar
andere pluimveebedrijven.
. Het vervoer van levende producten (sperma, embryo.s en eicellen) van
vee blijft verboden.
. Het vervoer van mest blijft verboden.
. Melk mag worden opgehaald van de melkproducerende bedrijven, mits de
melkwagens gereinigd en ontsmet worden voordat zij het erf van een
bedrijf verlaten. De melk wordt opgehaald door vervoermiddelen die
uitsluitend voor dat doel zijn bestemd. De melk wordt in uitsluitend
in speciaal daartoe bestemde fabrieken verwerkt door middel van onder
meer een warmtebehandeling.
. Het vervoer van voeders, bestemd voor vee en pluimvee, is toegestaan
onder de voorwaarde dat het vervoer rechtstreeks geschiedt van het
mengvoederbedrijf naar de boerderij. Het transport van ruwvoer (vers
gras, bietenpulp, etc.) is niet toegestaan tussen bedrijven onderling;
alleen ruwvoer van het eigen bedrijf mag aangewend worden voor de
vervoerdering van het eigen vee. Het vervoer van grondstoffen voor
diervoeders alsmede het vervoer van petfood is ten aanzien van de
mond- en klauwzeer niet langer aan beperkingen onderhevig.
. Het bezoeken van bedrijven, waar vee wordt gehouden, is in beginsel
verboden. Uitzonderingen zijn mogelijk voor dierenartsen en personen,
die aanwezig moeten zijn in geval van noodsituaties (politie,
huisarts, brandweer, ambulance).
Uit oogpunt van duidelijkheid van de geldende regelgeving is ervoor
gekozen de Regeling vervoersverboden Maren-Kessel en Herpen 2001 in te
trekken en deze te vervangen door de onderhavige Regeling
vervoersbeperkingen Maren-Kessel en Herpen mond- en klauwzeer 2001.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
24 mrt 01 12:37