FNV

FNV pleit voor brede duurzaamheidbalans
Regio Zuidwest - auke.blaauwbroek@fnv.nl

Op 23 maart 2001 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant ruime politieke steun gekregen om de nut en noodzaak van het grootschalige bedrijventerrein Moerdijkse Hoek verder te onderzoeken. De FNV pleit ervoor om het perspectief van dit onderzoek op te rekken naar de gehele West-Brabantse regio. Er moet een duurzaamheidbalans ontwikkeld worden voor de wijde omgeving rond Moerdijk, waarmee de consequenties van de vestiging van een dergelijk grootschalig bedrijventerrein van verschillende kanten kan worden belicht. Specifiek moet daarbij aandacht besteed worden aan de sociaal-maatschappelijke en de ecologische consequenties van de geplande vestiging.

De FNV in Zuidwest Nederland is bijzonder tevreden over de uitkomst van het debat in Provinciale Staten van 23 maart. Nadat de FNV kenbaar heeft gemaakt dat zij een breder onderzoek wensen naar de nut en noodzaak van Moerdijkse Hoek, heeft ook het SEOB in een brief aan Gedeputeerde Staten laten weten dit initiatief van de FNV van harte te ondersteunen. Het Sociaal-Economisch Overlegorgaan Brabant, waarin het bedrijfsleven van de provincie is vertegenwoordigd, laat weten dat de argumentatie en de communicatie over het project Moerdijkse Hoek veel beter had gekund. Het SEOB meent ook dat het aan te bevelen is Moerdijkse Hoek in het brede lange termijn-perspectief te plaatsen van de duurzame economische ontwikkeling van West-Brabant.

De FNV meent, in het verlengde van de discussie rond Moerdijkse Hoek, dat ook de komende discussie rond het Streekplan van de provincie Noord-Brabant in dit perspectief geplaatst zou moeten worden. De keuze waar bedrijventerreinen gevestigd en/of uitgebreid kunnen worden, is van veel factoren afhankelijk. Totnogtoe wordt daarbij in de meeste gevallen alleen naar de economische en de ruimtelijke factoren gekeken, terwijl ook de ecologische en de sociaal-maatschappelijke factoren zeker een net zo belangrijke factor blijken te zijn. Kortom, de FNV steunt de ontwikkeling van een duurzaam Brabant met een duurzame economische ontwikkeling, maar dan wel afgezet tegenover sociaal-maatschappelijke en ecologische factoren.