European Commission

IP/01/446

Brussel, 28 maart 2001

Commissie keurt eLearning-actieplan goed voor het slaan van een brug tussen onderwijs en de nieuwe communicatietechnologieën

Vijf dagen na de Europese Raad van Stockholm, die opnieuw de noodzaak heeft bevestigd om het potentieel van de nieuwe technologieën te gebruiken voor de totstandbrenging van een Europese onderwijsruimte, heeft de Commissie vandaag het eLearning-actieplan goedgekeurd. Dit door mevrouw Reding, in overeenstemming met de heer Liikanen en mevrouw Diamantopoulou, voorgestelde plan beoogt het bevorderen van samenwerking tussen de Europese Unie, de lidstaten, onderwijs en opleiding en het bedrijfsleven met als doel de valorisatie van de band tussen levenslang leren, de modernisering van onze onderwijsstelsels en leersystemen en het gebruik van de nieuwe IC-technologieën. Het eLearning-actieplan completeert eEurope 2002 en vormt tegelijkertijd een sleutelelement van de werkgelegenheidsstrategie en de onlangs goedgekeurde strategie inzake de nieuwe arbeidsmarkten.

"De Europese burger moet op korte termijn van de mogelijkheden van de IC-technologieën kunnen profiteren voor het bestrijden van schooluitval en uitsluiting, voor leren tijdens het gehele leven en voor het terugdringen van het tekort aan gekwalificeerde werknemers in Europa", aldus Viviane Reding, de commissaris belast met onderwijs en cultuur, tijdens de goedkeuring van het eLearning-actieplan.

Anna Diamantopoulou, de commissaris belast met werkgelegenheid en sociale zaken, heeft verklaard: "Gezien het tekort van 1,4 miljoen arbeidskrachten met IC-vaardigheden op dit moment en naar schatting
1,7 miljoen in 2003, is het absoluut noodzakelijk om de passende onderwijs- en opleidingsinspanningen te vergroten. De opleiding van een IC-technicus vergt tussen een half jaar en een jaar. Daarnaast zijn opleiding en infrastructuur van essentieel belang om een digitale tweedeling te voorkomen".

Erki Liikanen, de commissaris belast met ondernemingen en de informatiemaatschappij, heeft verklaard: "eLearning maakt een wezenlijk onderdeel uit van de actie eEurope ter bestrijding van de digitale tweedeling. Slechts wanneer we er in dit verband in slagen om een voldoende hoog niveau van kwalificaties en een digitale cultuur te verwezenlijken, zal Europa wat dit betreft een succes zijn".

Het vorig jaar door de Commissie goedgekeurde initiatief eLearning (zie IP/00/522) en het plan eEurope bevatten vier prioritaire actiegebieden: verbetering van infrastructuur en apparatuur (toegang tot internet in alle schoolklassen vóór eind 2002, 5-15 leerlingen per computer met multimedia-aansluiting in 2004), opleiding op alle niveaus (verwerving van een digitale cultuur vóór het verlaten van de school vóór eind 2003, bevordering van het gebruik van digitale technologieën door onderwijzers voor onderwijsdoeleinden, oprichting van on-lineleerplatforms vóór eind 2002, aanpassing van curricula, mogelijkheden voor elke werkende om een digitale cultuur te verwerven), ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige diensten en inhouden, vorming van netwerken van scholen in Europa.

De markt voor eLearning in Europa wordt geschat op 12 miljard euro per jaar en is volop in ontwikkeling. Het vandaag goedgekeurde actieplan bevat concrete acties voor de verwezenlijking van deze doelstellingen.

Ontwikkeling van een instrument ter ondersteuning van het besluitvormingsproces in de vorm van een gegevensbank met kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren in verband met het gebruik van IC-technologieën voor onderwijsdoeleinden in de lidstaten. Dit werk zal met name stoelen op hetgeen in het kader van Eurostat, Eurydice en de OESO wordt gedaan.

Ontwikkeling van een Europees platform voor uitwisseling en onderzoek, op basis van de bestaande structuren in de lidstaten, voor het valoriseren van de vernieuwende toepassingen van de nieuwe technologieën voor onderwijs- en opleidingsdoeleinden, in het bijzonder op de onderstaande gebieden: potentiële toepassingen van nieuwe technologieën (digitale televisie, satellieten, enz.) in leeromgevingen, virtuele campussen en virtuele mobiliteit, het gebruik van de nieuwe technologieën voor het bestrijden van de problemen van het klassieke onderwijs.

Bevordering van de ontwikkeling van infrastructuur (bijvoorbeeld voor de installatie van digitale netwerken op universiteiten) in achterstandsregio's met steun van het EFRO en ontwikkeling van financieringsinstrumenten door de Europese Investeringsbank.

Integratie van de 'digitale cultuur' in de nieuwe basisvaardigheden (talen, ondernemerschap, enz.) tijdens het gehele leven, en de erkenning van deze vaardigheden in de hele Gemeenschap. De Commissie zal de mogelijkheid van een Europees diploma in informatietechnologieën bestuderen.

Mobilisering van onderwijzers en opleiders door middel van het aanbieden van opleidingen, de identificatie en verspreiding van goede praktijken in de Gemeenschap en investeringen in onderzoek in verband met de kwalificaties van de onderwijzers en opleiders van morgen.

Steun voor de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige onderwijsinhouden door middel van het samen met de lidstaten inventariseren van de systemen voor kwaliteitscertificering, en het beveiligen van educatieve en culturele sites (internet-actieplan) en bezinning over de bescherming van auteurs.

Bevordering, in het kader van educatieve, culturele, audiovisuele en onderzoeksprogramma's, van nieuwe onderwijs- en opleidingsdiensten (on line-leren, virtuele mobiliteit) op drie, voor Europa uitermate belangrijke gebieden: taalonderwijs; kunst, cultuur en burgerschap; wetenschap, technologie en samenleving. Het gaat met name om het versterken van de samenwerking tussen de producenten van software. Mevrouw Reding werkt onder andere aan een initiatief over onderwijs ten aanzien van de audiovisuele industrie en de nieuwe media.

Om deze doelstellingen te verwezenlijken, zal de Commissie de onder haar verantwoordelijkheid vallende instrumenten en beleidsterreinen mobiliseren: de onderwijs- en opleidingsprogramma's (Socrates, Leonardo da Vinci, Jeugd); het O&TO-kaderprogramma (IST, sociaal-economisch onderzoek); de programma's en acties voor technologische ontwikkeling en concurrentievermogen (TEN Telecom, eContent, Go Digital); de Structuurfondsen, die reeds investeren in apparatuur en opleiding in de nieuwe technologieën, met name in de achterstandsregio's. Ze zal standaardiseringsinitiatieven ontwikkelen teneinde te komen tot interoperabiliteit en de verspreiding van eLearning-inhouden en -diensten. De groep EIB-EIF op haar beurt zal 15 miljard euro over drie jaar ter beschikking stellen voor investeringen in menselijke hulpbronnen en innovaties in verband met de nieuwe technologieën.

Op 10 en 11 mei aanstaande zal in Brussel de eerste eLearning-top plaatsvinden over partnerschappen tussen de publieke en de privésector, met medewerking van de lidstaten, de Europese Commissie, parlementsleden, vertegenwoordigers van de onderwijswereld en het bedrijfsleven. Van 5-11 mei zal er een campagne in verband met de bewustmaking van het gebruik van internet op school plaatsvinden, eSchola genaamd. Om de dialoog over eLearning aan te moedigen, zal de Commissie vóór het eind van 2001 een eLearning-site op internet ontwikkelen, als informatiepunt voor de samenwerking tussen de verschillende actoren. Daarnaast zal van de reeds bestaande netwerken (Europese vereniging van ouders en onderwijzers, European Schoolnet, Prometeus, enz.) gebruik worden gemaakt.