Ministerie van Defensie



Kamervragen en antwoorden


Beleid postactieven Defensie

28-03-2001

Antwoorden op kamervragen van het het Tweede-Kamerlid van den Doel (VVD) over het postactieven beleid bij Defensie (nr. D2001001048)

1. Waarom voert de Koninklijke Landmacht een ander beleid dan de andere krijgsmachtdelen met betrekking tot het ter beschikking stellen van faciliteiten voor post-actieven?(1)
2. Wat is de reden om post-actieven die voorheen een legergroen uniform droegen anders te behandelen dan de post-actieven die een blauw uniform droegen?
3. Bent u bereid een faciliteitenregeling te maken die geldt voor de gehele krijgsmacht? Zo neen, waarom niet?

1, 2, 3. De Raamregeling Reüniefaciliteiten Veteranen en Post-actieven geldt voor de gehele krijgsmacht en regelt het beschikbaarstellen van faciliteiten ten behoeve van reünies voor veteranen en post-actieven. Bij extra ontmoetingsbijeenkomsten is de kleur van het uniform dat de post-actieven hadden niet bepalend, doch of de commandant op de militaire locatie mogelijkheden ziet om een groep post-actieven te ontvangen. Vanzelfsprekend zal dit voor kleine groepen eerder mogelijk zijn dan voor grotere groepen.

In de afgelopen jaren is de bezetting van het bedienend personeel als gevolg van reducties en uitzendingen afgenomen, hetgeen direct invloed heeft op de beschikbaarheid van faciliteiten voor derden. Daarnaast zijn de mogelijkheden voor bijeenkomsten bij de Koninklijke Landmacht door de samenvoeging van een groot aantal messes/kantines beperkt. Bovendien vinden er naast de reguliere dagelijkse activiteiten een groot aantal andere, verplichte bijeenkomsten (bv. commando-overdrachten, reünies, herdenkingen,ondersteuning bij oefeningen en crisisbeheersings-operaties, onderdeelsbijeenkomsten e.d.) plaats. Als alternatief verwijst de commandant van een militaire locatie in zon geval naar een militair tehuis dat vergelijkbare faciliteiten kan aanbieden.

4. Waarom is het niet mogelijk tegen kostprijs faciliteiten ter beschikking te stellen voor post-actieven voor zover die de tweejaarlijkse reünies te boven gaan?
5. Vindt u het terecht dat de krijgsmacht, waarvan het personeel met veel inzet zijn hele arbeidzame leven de belangen heeft gediend, een ontmoedigingsbeleid voert met betrekking tot accommoderen van faciliteiten voor deze post-actieven?
6. Zo neen, bent u dan bereid de faciliteitenregeling op korte termijn in positieve zijn bij te stellen, waarbij gebruik van faciliteiten tegen kostprijs mogelijk blijft?

4, 5, 6 Het buiten de Raamregeling aanbieden van faciliteiten tegen een integrale kostprijs (inclusief personeelslasten) is in principe mogelijk en wordt ook uitgevoerd. Het is aan de organisaties om daar al dan niet gebruik van te maken. De krijgsmachtdelen proberen binnen de geschetste beperkingen zoveel als mogelijk is tegemoet te komen aan de wensen van voormalig personeel. Er is derhalve geen sprake van een ontmoedigingsbeleid.