Partij van de Arbeid

PERSBERICHT PVDA-EURODELEGATIE

Brussel, 28 maart 2001

VACCINATIE MOET OP DE EUROPESE AGENDA

De PvdA-Eurodelegatie wil dat de Europese Commissie en Raad van Ministers zich met spoed buigen over een herziening van het huidige EU-beleid van non-vaccinatie bij mond- en klauwzeer (MKZ). Voor deze aanpak hebben de PvdA-woordvoerders Corbey en Van Hulten brede steun gezocht bij de fractie van Europese sociaal-democraten (PES), ook bij parlementariƫrs uit landen waar (nog) geen MKZ is vastgesteld. De PES-fractie zal de Commissie verzoeken een studie te verrichten naar de uitvoerbaarheid en gevolgen op lange termijn van preventieve vaccinatie. Het onderwerp zal ter sprake komen op de plenaire vergadering van het Europees Parlement in Straatsburg, volgende week.

Het preventief vaccineren van dierentuindieren en "grazers" in natuurgebieden zou volgens Dorette Corbey met onmiddellijke ingang moeten worden toegestaan. Met betrekking tot volledige herinvoering van vaccinatie waarschuwt zij echter voor overhaast handelen.

De gevolgen op langere termijn leiden tot een verlegging van handelsstromen, met ingrijpende consequenties voor de Europese landbouwsector. Een dergelijke stap mondt dan ook uit in een grondige herziening van het globale Europese landbouwbeleid waarbij voedselveiligheid, dierenwelzijn en plattelandsontwikkeling centraal staan.

Het is duidelijk dat binnen het huidige systeem van intensieve handel het "gesleep" met dieren van het ene land naar het andere vrij spel geeft aan dierziektes zoals het MKZ-virus. Het is van belang dat de Commissie een beter functionerend crisis- en controlestelsel opzet dat vooral gericht is op traceerbaarheid en snelle informatie-uitwisseling.

Bij de invoering van het Europees verbod op preventieve vaccinatie, begin jaren negentig, gold een afweging van argumenten die vanuit economisch en veterinair oogpunt plausibel was. Gezien echter de ernst van de huidige situatie, met name in het Verenigd Koninkrijk (bijna 700 MKZ-gevallen) en Nederland (nog relatief beperkt), is een heroverweging van het non-vaccinatiebeleid op zijn plaats en dient dan ook met spoed door Commissie en Raad te worden geagendeerd.

Voor nadere informatie: Marije Laffeber 06-25 06 62 18