Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
Viss 01/2233
datum
28-03-2001

onderwerp
Bereikte afspraken met de visserijsector
doorkiesnummer

bijlagen
1

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen gesteld door het lid Vos (VVD) inzake de op 1 maart jl. bereikte afspraken met de visserijsector.

1. In het kader van het Brandstofpakket dat in oktober vorig jaar werd vastgesteld is toegezegd dat de premie over 2000 van het Sociale Fonds voor Maatschapvissers (gedeeltelijk) zou worden vergoed onder voorbehoud van Europese goedkeuring. Los van het gegeven dat een dergelijke bijdrage pas kan worden uitgekeerd na afloop van het premiejaar 2000, is de afgelopen maanden ook met de sector overlegd over de samenstelling van de groep potentieel begunstigden voor deze bijdrage. Pas na mijn besluit hierover kon in februari de ministeriële regeling hiertoe opgesteld worden, die ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de Europese Commissie.

De sluiting van gebieden in de Noordzee ter bescherming van kabeljauw ging van start in de periode voordat de procedure rond de bovengenoemde regeling was afgerond. Vanwege de extra problemen die de sluiting van gebieden opleverde voor de visserijsector, heb ik besloten om de toegezegde sociale premies versneld uit te keren. Dit nog steeds onder voorbehoud van goedkeuring door de Europese Commissie.

Er is hierbij dus sprake van een versnelling van uitbetaling van toegezegde gelden, en geenszins een verlate uitvoering van een toezegging.

2. Ja.

3. In België is naar aanleiding van een voorstel vanuit de visserijsector een ministerieel besluit genomen tot het instellen van een tijdelijke, verplichte stilligging van bepaalde categorieën van vissersvaartuigen. Hierbij wordt aan de betrokken schipper/eigenaren en hun opvarenden een premie toegekend voor het niet vissen gedurende 20 dagen binnen de periode van sluiting van gebieden in het kader van de noodmaatregelen voor de kabeljauw.

Per schip wordt een premie uitgekeerd aan de eigenaar van het schip (afhankelijk van het tonnage). Daarnaast wordt een premie uitgekeerd aan de bemanningsleden bovenop de werkeloosheidsuitkering die deze bemanningsleden ontvangen.

België heeft toestemming gekregen om vanuit het voor België beschikbare deel van het Europese structuurfonds voor de visserij (FIOV) Europese medefinanciering te krijgen voor de uitgaven in het kader van deze stilligregeling. In deze FIOV-verordening is evenwel voor dergelijke stilligmaatregelen een maximum aan Europese medefinanciering ingebouwd van 1 mln euro of 4% van het voor een lidstaat in de FIOV-periode (2000-2006) beschikbare budget. Dit maximum in samenhang met de (geringe) omvang van de Belgische vloot leidt tot een Europese bijdrage van 50% in de kosten van de Belgische stilligregeling. De aanzienlijke grotere omvang van de Nederlandse vloot zou in combinatie met dit maximum voor Europese medefinanciering leiden tot een in verhouding veel geringere Europese medefinanciering dan bij de Belgische regeling mogelijk is.

Tijdens het debat op 15 februari en in mijn brief van 1 maart jl. (TK 2000/2001, 21501-17, nr. 104) heb ik reeds aangegeven dat ik een compensatie voor een stilligregeling afwijs. Mijn belangrijkste overweging daarbij is dat bij conserverende maatregelen geen compensatie past.

4. en 5. Binnen het Gemeenschappelijk Visserijbeleid bepaalt de FIOV-Verordening voor welke maatregelen overheidssteun gegeven mag worden. Deze Verordening is voor heel Europa gelijk. Het is evenwel de bevoegdheid van de lidstaten om te besluiten welke maatregelen in hun lidstaat toegepast zullen worden. Hieraan liggen nationale afwegingen ten grondslag.

6. In het akkoord dat 1 maart met de vissers is gesloten is opgenomen dat voor 1 juli een verkenning van mogelijkheden voor een omvattend en meerjarig kabeljauwherstelplan Noordzee zal worden gehouden. Het is de bedoeling dat ervaring wordt opgedaan met de invoering en uitvoerbaarheid van;
* Selectiviteitsverhogende aanpassingen aan de netten
* Tijdelijke sluiting van gebieden waar een overmaat aan jonge kabeljauw aanwezig is

* Reductie van visserijinspanning door stilligschema's.
Deze verkenning loopt vooruit op technische maatregelen ter verhoging van de selectiviteit van verschillende net-typen die de Commissie voornemens is nog dit jaar in te voeren. Indien goede ervaring wordt opgedaan met deze technische maatregelen zouden deze logischerwijs ook onderdeel kunnen uitmaken van het structurele kabeljauwherstelplan waarover in de loop van 2001 door de Visserijraad zal worden besloten. Ook de maatregel van de real-time-closures ter voorkoming van omvangrijke, tijdelijke bijvangst van juveniele kabeljauw zou onderdeel kunnen zijn van het meerjarenherstelplan.

7. Voor wat betreft de motie Herrebrugh/Vos betreffende een inventarisatie van de economische gevolgen voor de sector en de uitwerking van het visverbod voor het kabeljauwbestand is inmiddels LEI en RIVO verzocht om daarvoor gegevens aan te leveren.

8. Ja.

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G.H. Faber

up

datum

kenmerk

bijlage
Vragen

1
Hoe verklaart u dat eerst in het licht van de blokkade door u uitvoering wordt gegeven aan de eerder toegezegde tegemoetkoming aan de opvarenden van visserijschepen in de betaling van sociale premies?

2
Weet u dat in België een aparte compensatieregeling is getroffen voor vissers die gedupeerd worden door de gesloten gebieden?

3
Wilt u, mede in overleg met uw Belgische collega voor visserijzaken, de Kamer informeren over de totstandkoming en de inhoud van de voornoemde regeling en daarbij tevens uiteenzetten of die regeling ook voor de Nederlandse vissers kan worden toegepast?

4
Moet niet binnen het gemeenschappelijk visserijbeleid c.q. de Europese interne markt het uitgangspunt worden gehanteerd van gelijke behandeling van gelijksoortige gevallen?

5
Zou dat niet moeten betekenen dat de Nederlandse vissers, mede ter voorkoming van concurrentienadeel, tevens aanspraak kunnen maken op een vergelijkbare regeling als hun Belgische collega´s?

6
Hoe verhoudt zich het door u aangekondigde samenhangende pakket van herstelmaatregelen tot de initiatieven die de Europese visserijraad respectievelijk de Europese Commissie zullen treffen in het kader van het kabeljauwherstelplan?

7
Wanneer zult u beginnen met de inventarisatie van de ecologische en de economische schade die de natuur en de Nederlandse vissers ten gevolge van de gesloten gebieden lijden?

8
Bent u nog steeds bereid, dit ter uitvoering van de motie-Herrebrugh/Vos 1 , de resultaten van de genoemde inventarisatie aan de Europese commissie aan te bieden gericht op het nemen van maatregelen?