Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen

LISV

Arbeidsgehandicapten op weg naar werk

Arbeidsgehandicapten op weg naar werk

Bij pogingen om arbeidsongeschikten weer aan het werk te helpen wordt een zeer diverse groep bereikt, ook volledig arbeidsongeschikten, mensen die reeds lange tijd uit het arbeidsproces zijn en mensen met een instabiele gezondheid. Dit blijkt uit een onderzoek naar de ervaringen van arbeidsgehandicapten voor wie door de uitvoeringsinstelling een reïntegratietraject is ingekocht bij een reïntegratiebedrijf. Daaruit blijkt dat bij het begin van de bemiddeling een derde van de trajecten is ingekocht voor volledig arbeidsongeschikten(80-100) en eveneens een derde voor personen die reeds vóór 1996 zijn ziek geworden.
Een deel van de cliënten is zeer tevreden over het traject, een deel is ook zeer ontevreden. Bij 40% heeft het traject niet aan de verwachtingen voldaan. Duidelijk is dat cliënten behoefte hebben aan een vast aanspreekpunt dat hen tijdens het hele traject met raad en daad bijstaat. De invulling van de trajecten blijkt zeer divers, zowel naar inhoud als naar duur en intensiteit.
Na een jaar blijkt de helft van de onderzoeksgroep aan het werk te zijn. Dit resultaat ligt boven de taakstelling van 35% die het Lisv aan de inkoop van trajecten heeft gesteld. Overigens is volgens de cliënten zelf in de helft van de gevallen de werkhervatting niet een gevolg van het traject.
Dit zijn de belangrijkste uitkomsten uit het onderzoek 80 arbeids-gehandicapten op weg naar werk dat door bureau AS/tri, in samenwerking met Bureau Jehoel-Gijsbers is uitgevoerd in opdracht van het Lisv. De 80 cliënten zijn in de periode december 1999 tot november 2000 regelmatig gevraagd naar het verloop van hun traject.

De uitkomsten van het onderzoek worden gebruikt bij vervolgonderzoek naar de effectiviteit van reïntegratietrajecten dat dit jaar door het Lisv wordt uitbesteed.

Enkele andere resultaten die uit het onderzoek naar voren komen zijn:

Een jaar na de registratie van de inkoop van het traject is een deel van de trajecten (nog) niet ingevuld, een deel is afgerond en een substantieel deel van de trajecten loopt nog door. De arbeidsgehandicapten hebben gemiddeld vier maanden moeten wachten op de start van het reïntegratietraject. In veel trajecten is een scholing opgenomen.

Een substantieel deel van de arbeidsgehandicapten ziet risicos aan werkhervatting voor hun gezondheid of uitkering. Zij kiezen het zekere voor het onzekere: zij willen alleen aan het werk als zij er zeker van zijn het werk goed aan te kunnen.
Nazorg aan hen die weer aan het werk zijn lijkt belangrijk om aan het werk te blijven. De angst van veel arbeidsgehandicapten voor mogelijke negatieve gevolgen voor gezondheid en uitkering kan worden verminderd als zij ook na hervatting worden begeleid.

In het eerste jaar na het aanbod van het reïntegratietraject blijkt de gezondheid nog vaak te wijzigen: bij circa 40% is sprake van verslechtering, soms tijdelijk. Een wisselende gezondheid betekent dat het gedrag van de cliënt richting arbeidsmarkt nog al eens kan verschillen. Uitvoering van het reïntegratietraject kan hierdoor worden bemoeilijkt.

Heeft men een vaste contactpersoon bij de begeleidende instantie dan is men duidelijk positiever over de inhoud van het traject. Als meest positieve van het traject geven zij aan nu eindelijk eens serieus te worden genomen en als persoon en niet langer als een geval te worden behandeld.

Bijna de helft van de arbeidsgehandicapten denkt dat zij nog hun oude werk, eventueel met aanpassingen, hadden kunnen verrichten. Tegelijkertijd laat het onderzoek zien dat er vaak problemen, conflicten zijn tussen werkgever en werknemer en dat er ook nog al eens sprake is van uitval na hervatting bij de oude werkgever.