4-4-2001
Antwoorden op schriftelijke vragen VVD over Eneco
Naar aanleiding van schriftelijke vragen die door de fractie van de VVD op 13 juli 2000 zijn ingediend met betrekking tot het afschaffen van de eerder verleende korting van klanten bij automatische incasso door stroomleverancier ENECO, heeft het college van burgemeester en wethouders van Maassluis een antwoordschrijven verzonden. De brief zal worden behandeld in de vergadering van de gemeenteraad op 10 april Het college beantwoordt de vragen van de VVD als volgt:
"Bij brief van 13 juli 2000 richtte u zich ingevolge het Reglement van
Orde tot ons college met een aantal vragen over afschaffing van de
eerder verleende korting aan klanten bij automatische incasso door
stroomleverancier ENECO. U vroeg ons college deze zaak aan te kaarten
bij de Raad van Bestuur van ENECO en gelijktijdig bij het Klantenforum
van ENECO en de Consumentenbond.
Bij brief van 21 juli is deze aangelegenheid bij de drie genoemde
instanties aangekaart.
De Raad van Bestuur van ENECO reageerde bij brief van 28 juli 2000 en
deelde mee dat zij op 26 juli 2000 een brief had gezonden aan alle
aandeelhouders van het voormalige N.V. ENECO en dat met deze brief aan
de aandeelhouders tevens de brief van ons college werd beantwoord.
Bij brief van 4 augustus 2001 werden uw vragen door ons college
beantwoord. Omdat beide laatste genoemde brieven elkaar kruisten, werd
de brief van ENECO bij de stukken van de raad van 12 september 2000
gevoegd.
Het Klantenforum en de Consumentenbond reageerden na diverse rappels
respectievelijk op 6 november 2000 en 15 november 2000 (ontvangen door
gemeente 3 januari 2001). Vervolgens werden de brieven van alle drie
betrokken partijen ter kennis gebracht van de commissie Financiën van
25 januari jl.
Naar aanleiding van deze brieven stelde u bij brief van 1 februari
2001 aanvullende vragen.
Deze aanvullende vragen werden door ons college bij brief van 14
februari 2001 voorgelegd aan de Raad van Bestuur van ENECO. De Raad
van Bestuur reageerde met haar schrijven van 2 maart 2001.
Hieronder zullen wij voor een goede leesbaarheid per vraag zowel uw en
onze brief als het antwoord van ENECO citeren. Na deze vragen en
antwoorden zullen wij reageren en u ons standpunt meedelen.
Uw eerste vraag was :
'In de brief van 26 juli 2000 geeft de Raad van Bestuur van ENECO
informatie aan aandeelhouders over het afschaffen van de jaarlijkse
korting voor automatische incasso. Gesteld wordt dat de
Consumentenbond zich tot het onderhavige onderwerp neutraal opstelt.
Deze uitspraak spoort geenszins met het verzoek tot heroverweging van
de Consumentenbond in zijn brief van 15 november 2000, waarin de
Consumentenbond de Raad van Bestuur van ENECO gemotiveerd verzoekt om
het besluit tot afschaffing in heroverweging te nemen.
Bent u bereid om in een schriftelijke reactie de Raad van Bestuur van
ENECO hierop te wijzen en te vragen welke conclusies daaraan worden
verbonden ?'
Naar aanleiding hiervan stelde ons college de volgende vraag aan de
Raad van Bestuur van ENECO:
'In uw brief aan de aandeelhouders van 26 juli 2000 stelt u dat de
Consumentenbond zich met betrekking tot afschaffing van de korting
neutraal opstelt. De Consumentenbond stelt in haar aan u gericht
schrijven van 15 november 2000 dat ze voor uw actie geen begrip kan
opbrengen en per saldo de consument wordt benadeeld. De zienswijze van
de Consumentenbond is niet neutraal te noemen en weerlegt een
wezenlijk deel van uw argumentatie om de korting bij automatische
incasso af te schaffen.
Welke conclusie verbindt u aan deze constatering ?'
Het antwoord van de Raad van Bestuur van ENECO is :
'U refereert aan de brief van de Consumentenbond d.d. 15 november
2000. Onze brief aan de aandeelhouders van ENECO dateert van 26 juli
2000. Onze verwijzing naar het door de Consumentenbond ingenomen
standpunt dateert uit die periode.'
Uw tweede vraag luidde:
'Voorts wordt in uw brief van 26 juli 2000 verwezen naar het positieve
advies van het Klantenforum van ENECO. Verzuimd wordt te vermelden dat
- volgens onze informatie - daaraan als voorwaarde is verbonden dat de
door ons gewraakte maatregel "zichtbaar zou leiden tot een
tariefsdaling". Wij verzoeken u de Raad van Bestuur van ENECO
opheldering te vragen over deze onvolledige informatie en te verzoeken
aan te geven in hoeverre de tarieven zichtbaar zijn gedaald.'
Deze vraag wordt door ons college in bijna gelijke bewoordingen aan de Raad van Bestuur van ENECO voorgelegd. Het antwoord van de Raad van Bestuur van ENECO is:
'In onze brief aan de aandeelhouders d.d. 26 juli 2000 zijn wij uitvoerig ingegaan op het tariefbeleid van ENECO, mede in relatie tot gewijzigde omstandigheden te gevolge van de liberalisering van de energiemarkt. In de door u meegezonden brief d.d. 6 november 2000 van het Klantenforum wordt hierop ook ingegaan.
Met betrekking tot de 'zichtbaarheid van een tariefsdaling' verwijzen wij u naar onze uitleg van de kostenstructuur, die ten grondslag ligt aan de tariefstructuur. Wij zijn van mening, dat hiermede - zij het impliciet - is ingegaan op het onderhavige onderwerp.
Voor de goede orde delen wij u nog mede, dat de energiekosten per 1 januari 2001 met 2% zijn gestegen. Deze stijging is echter geheel veroorzaakt door hogere inkoopkosten. Alle overige kostenstijgingen zijn niet doorberekend.'
De derde vraag en laatste vraag van de VVD-fractie:
'Ten slotte deelt de secretaris van het ENECO-Klantenforum bij brief
van 6 november 2000 mee dat ENECO in november 2000 met een
loyaliteitsprogramma voor zijn klanten naar buiten zal treden. Kunt u
de Raad van Bestuur van ENECO vragen of dit inmiddels is gebeurd en
waaruit dit programma bestaat ?'
Deze vraag werd eveneens in bijna dezelfde bewoordingen door ons
voorgelegd aan de Raad van Bestuur van ENECO. Zij antwoordt daarop als
volgt:
'ENECO is in de afgelopen periode gestart met het loyaliteitsprogramma
Air Miles. Ter kennisnemening zenden wij bijgaand hierover een
informatiepakket. Als onderdeel van het programma kunnen airmiles
worden gespaard door automatisch te betalen. Het programma is
inmiddels zeer goed aangeslagen bij onze klanten.
Om u hiervan een indruk te geven: ten gevolge van het afschaffen van
de korting voor automatische betaling heeft ongeveer 1% van onze
klanten hun machtiging ingetrokken. Na de introductie van het
loyaliteitsprogramma heeft ongeveer 2,5% van onze klanten, waaronder
zeer velen die kort daarvoren hadden opgezegd, aangegeven voortaan ook
automatisch te willen betalen.'
De Raad van Bestuur van ENECO sluit de brief vervolgens af met:
'Wij vertrouwen hiermede uw vragen voldoende te hebben beantwoord,
maar ook de oprechtheid van onze beweegredenen te hebben aangetoond.'
Terugkijkend op deze zaak kunnen de volgende conclusies worden
getrokken:
Algemeen
- de privatisering en liberalisering van de electriciteitsmarkt is een
proces dat ingezet is door de regering en de Europese Commissie;
- het gevaar van monopolies is aanwezig en om toch tot een soort
concurrentie te komen is de Dienst Uitvoering en Toezicht
Electriciteitsnet (Dte) ingesteld;
- de electriciteitsleverancier die binnen de gemeente Maassluis werkt
is ENECO, de kleinste van de drie grote stroomleveranciers;
- het doel / de beweegreden van ENECO is (al dan niet oprecht) winst
maken;
- de aandeelhouders van ENECO zijn gemeenten;
- de gemeente Maassluis heeft geen aandelen in ENECO;
- op termijn is ENECO een te kleine speler op de electriciteitsmarkt;
- in 2003 wordt de consumentenmarkt voor energie geliberaliseerd.
Specifiek
- de actie van de gemeente Maassluis, andere gemeenten en de
Consumentenbond heeft de besluitvorming van de Raad van Bestuur van
ENECO over de intrekking van de korting bij automatische incasso niet
ongedaan kunnen maken.
De vraag blijft òf, en zoja in welke mate, de gemeente, in het
behartigen van de belangen van haar burgers, een rol moet blijven
spelen op de energiemarkt.
Feitelijk is de rol als gemeente zonder aandelen in de
lokale/regionale actieve energieleverancier marginaal. In de nabije
toekomst geldt dit ook voor gemeenten met aandelen in een
energiebedrijf.
Door de voortschrijdende processen van privatisering, liberalisering
en schaalvergroting zal er sprake zijn van verschillende
stroomproducenten en een lokale netwerkbeheerder.
De door de rijksoverheid ingestelde Dienst Uitvoering en Toezicht
Electriciteitsnet (Dte) zal de waakhond moeten zijn voor de belangen
van de afnemers. Zo constateerde de Dte in 2000 dat de kosten van het
energietransport c.q. netwerkbeheer (ca. 60% van de kosten van de
stroom) van ENECO in 2001 met circa 8% omlaag kunnen (zie bijlagen).
Daarnaast zullen belangenbehartigingsorganisaties van burgers (b.v. de
Consumentenbond) en bedrijven (VNO/NCW/MKB) deze ontwikkelingen
kritisch blijven volgen. Het staat de gemeente vrij te allen tijde bij
één of meer energieleveranciers/-distributeurs aan de bel te trekken
en/of actie te ondernemen ter behartiging van de belangen van de
Maassluise burgers en bedrijven.
Wij hopen uw vragen naar behoren beantwoord te hebben."
De vragen en antwoorden zullen worden geplaatst op de agenda van de
raadsvergadering van 10 april 2001.