Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVM 01.1374-dir
datum
04-04-2001

onderwerp
doorkiesnummer

bijlagen
2

Geachte Voorzitter,

Door middel van deze brief wil ik de Kamer op de hoogte stellen van het pakket maatregelen voor de bestrijding van mond- en klauwzeer in de regio Oene, zoals dat gisteren 3 april 2001, met ingang van 20.00 uur van kracht is geworden. Tevens bevat deze brief de meest actuele informatie met betrekking tot de MKZ-situatie in Nederland.

up

datum
04-04-2001

kenmerk
VVM 01.1374-dir

bijlage

Huidige stand van zaken
Bij brief van 29 maart jl. heb ik uw Kamer bericht dat op dat moment op 10 bedrijven de aanwezigheid van MKZ was vastgesteld. Sindsdien zijn daar 5 bedrijven bijgekomen in respectievelijk Vaassen, Olst en Oene (3 maal). Al deze bedrijven liggen binnen het bestaande beschermings- en toezichtsgebied rond Oene. De besmetting van een tweede bedrijf in Olst maakt een beperkte uitbreiding van dit gebied in oostelijke richting nodig.

Inmiddels is op grond van de uitslagen van door ID-Lelystad verrichte testen komen vast te staan dat het slachthuis/annex veehouderij in Maren-Kessel niet besmet is met het MKZ-virus. Met betrekking tot de situatie in Sprang-Capelle en Berghem moeten de laatste uitslagen nog beschikbaar komen. Voor Sprang-Capelle zal dat in de loop van de dag zijn.

Maatregelen met betrekking tot de regio Oene
De nieuwe uitbraken in de regio Oene onderstrepen nogmaals de ernst van de situatie in dat gebied. Er lijkt bijna sprake te zijn van een voortwoekerende veenbrand die met de tot dusver gevolgde aanpak, nl. het preventief ruimen - al dan niet in combinatie met suppressive vaccination - van bedrijven in cirkels van 1 of 2 km rond besmettingshaarden niet onder controle is te krijgen. Tegen deze achtergrond heeft de Nederlandse regering zich tot de Europese Commissie gewend met het voorstel om in een veel groter gebied tot vaccinatie van alle MKZ-gevoelige dieren te mogen overgaan. Het betreft hier het gebied begrensd door de IJssel in het oosten, de spoorlijn Apeldoorn - Deventer in het zuiden, het Veluwe massief in het westen en de spoorlijn Amersfoort - Zwolle in het noorden. De exacte begrenzing is aangegeven in bijlage 1 van deze brief.

In de loop van de middag van 3 april jl. heeft het Permanent Veterinair Comité een positief advies uitgebracht op een voorstel van de Commissie dat tegemoet komt aan het verzoek van Nederland. In het kort behelst dit voorstel het volgende:

* binnen het hiervoor omschreven gebied is suppressive vaccination toegestaan van alle MKZ-gevoelige dieren. De betreffende dieren dienen vervolgens, geheel overeenkomstig de eerdere regelgeving op het gebied van suppressive vaccination, zo snel mogelijk te worden vernietigd. Ook produkten van deze dieren dienen te worden vernietigd. Doding van de dieren behoeft niet meer op de boerderij te geschieden, maar mag in slachthuizen plaatsvinden; * alleen voor runderen biedt het voorstel de lid-staat de mogelijkheid ervoor te kiezen deze dieren, na vaccinatie in leven te laten. In dat geval wordt gesproken van protective vaccination. Deze dieren mogen het gebied dan minimaal 12 maanden niet verlaten; de produkten van de betrokken dieren, melk en vlees, mogen slechts na speciale behandeling in de handel worden gebracht. Deze produkten moeten duidelijk identificeerbaar blijven en mogen niet worden geëxporteerd. Als voor deze optie wordt gekozen gaat het gebied als het ware tenminste voor een jaar op slot. Ingeval uitsluitend de suppressive vaccination wordt toegepast kan het gebied 30 dagen na destructie van het laatst gevaccineerde dier weer worden vrij gegeven. Export naar derde landen kan dan na drie maanden plaatsvinden.

Op dit moment heb ik nog geen beslissing genomen omtrent het al dan niet gebruik maken van de mogelijkheid van protective vaccination. De beslissing is geen gemakkelijke, zoals uit het voorgaande mag worden afgeleid. Ik ben voornemens om op korte termijn met de betrokken sectoren in overleg te treden over de keuzemogelijkheden. Sinds vanochtend is de vaccinatie reeds van start gegaan. Gegeven de haast die is geboden om de situatie in de regio onder controle te houden heb ik met het begin van de vaccinatie niet willen en kunnen wachten op de beslissing over de uiteindelijke bestemming van de gevaccineerde runderen.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst