Persberichten / Dossier MKZ
Wijziging Tijdelijke regeling landelijke vervoersbeperkingen mond- en
klauwzeer 2001 II
dd.04-04-2001 17:30 uur
4 april 2001
Toelichting
Onderhavige regeling betreft een wijziging van de Regeling
uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke producten mond- en klauwzeer
2001. Door middel van deze wijziging wordt het exportverbod van
paardachtigen versoepeld. Deze versoepeling houdt in dat paardachtigen
vanuit Nederland met uitzondering van de als gevolg van uitbraken van
mond- en klauwzeer ingesloten gebieden, mogen worden verzonden naar
andere lidstaten indien voldaan wordt aan de voorwaarden die in
Beschikking 2001/223/EG staan genoemd.
Voorts wordt door wijziging van de Tijdelijke regeling landelijke
vervoersbeperkingen mond- en klauwzeer 2001 II het vervoer van
paardachtigen onder voorwaarden toegestaan buiten de als gevolg van
uitbraken van mond- en klauwzeer ingesloten gebieden. Uitgangspunt
blijft een totaal vervoersverbod voor paardachtigen, waarbij
uitzonderingen worden gemaakt voor de volgende situaties:
* het vervoer van paardachtigen, afkomstig van gespecialiseerde
bedrijven (d.i. bedrijven waar geen evenhoevigen worden gehouden),
naar andere bedrijven. Het bedrijf van bestemming mag een gemengd
bedrijf zijn (d.i. bedrijven waar naast paardachtigen ook
evenhoevigen worden gehouden).
* het vervoer van paardachtigen, afkomstig van gemengde bedrijven,
naar gespecialiseerde bedrijven.
Het vervoer dient rechtstreeks plaats te vinden. Van belang is dat
vervoer van paardachtigen van gemengde bedrijven naar andere gemengde
bedrijven ten strengste verboden is. Teneinde het risico op
verspreiding van het mond- en klauwzeervirus zoveel mogelijk tegen te
gaan dienen contacten tussen bedrijven waar evenhoevigen verblijven
vermeden te worden.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224) en op Beschikking 2001/223/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in Nederland (PbEG L 82);
Gelet op artikel 17, 30, eerste en vierde lid, 31 en 80 van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
Artikel I
Aan artikel 1 van de Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke
producten mond- en klauwzeer 2001 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet ten aanzien van
paardachtigen, afkomstig uit het gebied, bedoeld in de Bijlage bij
de Tijdelijke regeling landelijke vervoersbeperkingen mond- en
klauwzeer 2001 II, indien wordt voldaan aan de in artikel 12 van
Beschikking 2001/223/EG van de Commissie van de Europese
Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling van beschermende
maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in Nederland (PbEG L
82) gestelde voorwaarden.
Artikel II
De Tijdelijke regeling landelijke vervoersbeperkingen mond- en
klauwzeer 2001 II wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor:
a. het verplaatsen van paardachtigen, voorzover deze
bereden worden door een persoon, door een persoon aan de
handteugel wordt meegevoerd of kennelijk uit recreatief
oogpunt voor een wagen worden gespannen;
b. het rechtstreekse vervoer van paardachtigen vanaf een
bedrijf waar geen evenhoevigen worden gehouden;
c. het rechtstreekse vervoer van paardachtigen naar een
bedrijf waar geen evenhoevigen worden gehouden;
mits, voorzover van toepassing, voldaan wordt aan het derde lid.
B. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De vervoerder van paardachtigen of de bestuurder van een
vervoermiddel, bestemd of kennelijk bestemd voor het vervoer
van paardachtigen, binnen het in de bijlage bedoelde gebied,
is verplicht:
a. ervoor zorg te dragen dat na ieder bezoek aan een
bedrijf waar paardachtigen wordt gehouden, de wielkasten
van dat vervoermiddel alsmede andere voorwerpen, voordat
het vervoermiddel het bedrijf verlaat, worden gereinigd
en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de
Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees goedgekeurd
hygiëneprotocol;
b. een inzichtelijke registratie bij te houden en tot nader
order te bewaren, waarin in elk geval de volgende
gegevens worden opgenomen:
# adres en plaats van de bezochte bedrijven;
# de vervoerde paardachtigen;
# de gereden route, en
# datum en tijdstip van het vervoer.
C. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding '1' geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd luidende:
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor
vervoermiddelen, uitsluitend bestemd of kennelijk
bestemd voor het vervoer van paardachtigen, mits voldaan
wordt aan artikel 1, derde lid.
D. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. personen die in het kader van de uitoefening van hun
beroep of bedrijf pluimvee ophalen of afleveren met
inachtneming van artikel 3, derde lid;
2. De onderdelen c tot en met j worden geletterd d tot en met k.
3. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. personen die paardachtigen ophalen of afleveren met
inachtneming van artikel 1, derde lid;
4. In het laatste zinsdeel van het tweede lid wordt 'de
personen, bedoeld in de onderdelen b tot en met j' vervangen
door: de personen, bedoeld in in de onderdelen b tot en met
k.
5. In het derde lid wordt 'De in het tweede lid, onderdelen b
tot en met j, bedoelde voorwaarden' vervangen door: De in het
tweede lid, onderdelen b tot en met k, bedoelde voorwaarden.
E. Artikel 10 komt te luiden:
Artikel 10
Iedere eigenaar, houder of hoeder van vee of pluimvee in het gebied,
bedoeld in de bijlage, draagt ervoor zorg dat het vee, met
inachtneming van artikel 1, tweede en derde lid, en het pluimvee, met
inachtneming van artikel 3, tweede en derde lid, zijn verblijfplaats
niet verlaat.
Artikel III
Deze regeling wordt op 4 april 2001 om 17.30 uur bekendgemaakt aan de
media en treedt onmiddellijk daarna in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
Pers