Waarom is de huidige bijtellingsregeling voor bestelauto's niet goed?
Een bestelauto wordt sinds 1 januari precies hetzelfde behandeld als
een gewone (personen)auto
In het nieuwe belastingstelsel behandelt de wetgever de bestelauto op
dezelfde manier als een personenauto. Dit is echter onterecht. De
meeste mensen met een bestelauto van de zaak hebben daarnaast, in
tegenstelling tot veel mensen met een personenauto van de zaak, een
privé-personenauto. Een bestelauto van de zaak biedt bovendien niet
hetzelfde gebruiksgemak als een personenauto van de zaak.
Gebruikers van bestelauto's hebben veel meer administratieve rompslomp
Gebruikers van een bestelauto van de zaak moeten disproportioneel veel
administratieve handelingen verrichten om hetzelfde resultaat te
bereiken als gebruikers van ter beschikking gestelde personenauto's.
Dit wordt veroorzaakt door het afwijkende gebruik van de bestelauto.
Er worden veel meer zakelijke ritten gereden met een bestelauto van de
zaak. In tegenstelling tot het aantal privé-ritten, dat meestal veel
geringer is.
Werknemers bepalen niet welke bestelauto wordt aangeschaft
Werknemers die van hun baas een dure bestelauto mee naar huis krijgen,
worden geconfronteerd met een veel hogere bijtelling dan werknemers
die in een veel goedkopere bestelauto rondrijden, terwijl een
werknemer zelf geen invloed heeft op de prijs van de bestelauto. De
bijtelling is namelijk afhankelijk van de catalogusprijs van de
bestelauto.
Tijdens wachtdiensten zijn werknemers verplicht om de bestelauto van
de zaak te gebruiken
Werknemers die tijdens wachtdiensten de bestelauto privé gebruiken
moeten volgens de nieuwe regeling deze ritten als privé boeken. Omdat
zij tijdens een wachtdienst kunnen worden opgeroepen en snel
beschikbaar moeten zijn, zijn zij echter genoodzaakt om de bestelauto
van de zaak te gebruiken. Zo krijgen zij een extra hoge bijtelling
terwijl zij daar geen invloed op kunnen uitoefenen.
Rittenadministratie voor een wagenpark geeft extra veel rompslomp
Werknemers die in een onderneming werken met een wagenpark(je)
ondervinden nog een extra nadeel. Zij moeten namelijk vertrouwen op de
nauwkeurigheid van hun collega's. Het is doorgaans namelijk niet
gebruikelijk dat iedereen zijn of haar `eigen' bestelauto heeft.
Veelal hangt het van de werkzaamheden af wie in welke bestelauto naar
het desbetreffende werk gaat (en wie dus mogelijk privé-genot heeft).
Echter een lagere bijtelling (of geen bijtelling) kan alleen maar
plaatsvinden als er een sluitende kilometeradministratie bestaat. De
ervaring leert dat in veel branches deze collectieve
verantwoordelijkheid moeilijk te dragen is.
Afspraken met de inspecteurs leiden tot rechtsongelijkheid
De nieuwe regeling laat ruimte aan inspecteurs om afspraken te maken
met de ondernemer omtrent het privé-gebruik. De eisen die gesteld
worden aan deze afspraken zijn zeer onduidelijk. Thans worden er
diverse afspraken gemaakt die uiteenlopen van zeer streng tot zeer
soepel. De onduidelijkheid over de regeling is daarmee vergroot en
rechtsongelijkheid wordt in de hand gewerkt.
Voorstel MKB en FNV
Het MKB en de FNV vinden dat er voldoende aanleiding is om de
behandeling van de bijtelling van de bestelauto in het nieuwe
belastingstelsel te wijzigen. De bijtelling van de bestelauto moet
worden aangepast:
* Geen ingewikkelde kilometeradministratie, maar alleen bijhouden
van het aantal privé gereden kilometers voor alle
kilometercategorieën (nu geldt dit alleen voor mensen die tussen
de 500 en 4.000 km privé rijden!).
* De bijtelling moet beter aansluiten bij het genot van de werkelijk
gereden privé-kilometers.
* Ritten gereden tijdens een wachtdienst gelden als zakelijke
ritten.