D66 wil openbaar vervoer voor inwoners van Landelijk West.

Notitie van het raadslid G. Frankfurther, getiteld Openbaar Vervoer op maat voor Landelijk West.

Amsterdam, 11 april 2001

Inleiding

De laatste grote witte vlek op het gebied van openbaar vervoer in Amsterdam is gelegen in Landelijk West. Oud Osdorp maakt deel uit van de stadsdelen Osdorp en Geuzeveld en bestrijkt de Osdorper Binnen- en Osdorper Bovenpolder en de Lutkemeerpolder (zie bijgevoegde kaart). Voor zover nagegaan kon worden is er in Oud Osdorp nog nooit een vorm van regulier openbaar vervoer geweest. Dit heeft de bewoners altijd geïsoleerd van de overige delen van de Westelijke Tuinsteden. De Amsterdamse fractie van D66 trekt zich dit aan en wil de mogelijkheden bezien om een vorm van openbaar vervoer voor de bewoners van Oud Osdorp in te stellen.

De behoefte aan openbaar vervoer in Oud Osdorp is al tientallen jaren aanwezig. De plaatselijke dorpsraad heeft hier meermalen om verzocht. De Osdorperweg is de hoofdontsluitingsweg voor het gebied, is ongeveer drie kilometer lang en loopt van de Ookmeerweg in Osdorp naar Halfweg. Het is een smalle dijkweg, waar veel vrachtverkeer over rijdt, hoewel het hier een B-weg betreft. Er zijn geen fietspaden en het voetpad is vaak slecht begaanbaar door verzakkingen van de veengrond. De Raasdorperweg en Lutkemeerweg zijn langgestrekte polderwegen, die vanaf de Osdorperweg naar de Ringvaart lopen en respectievelijk ongeveer één en twee kilometer lang zijn.

Beltaxiproef

In het begin van de jaren zeventig is er gedurende één jaar een proef gehouden met een vorm van vraagafhankelijk vervoer, de beltaxi, die zijn standplaats had bij het Dijkgraafplein. Overdag, gedurende zeven dagen per week was er één taxi geheel gereserveerd voor dit speciale vervoer. Voor het tarief van een enkele rit kon men zich naar een adres in Oud Osdorp laten vervoeren of werd men er opgehaald. Ook werden er passagiers in Halfweg opgehaald vanaf een vaste, centraal gelegen halteplaats en naar adressen in Oud Osdorp gebracht. De proef werd enorm gewaardeerd door de bewoners en er werd veel gebruik gemaakt van de beltaxi. Bij het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) was niet meer te achterhalen waarom deze succesvolle proef destijds geen vervolg kende.

Alternatieven

In Oud Osdorp wonen ongeveer 700 mensen, welk aantal te gering lijkt om regulier openbaar vervoer in te stellen, zoals een busdienst. Wel zou het mogelijk zijn een busroute van één van de buslijnen van Connexxion, die van Haarlem, via Halfweg, naar Amsterdam rijdt, te verleggen naar de Osdorperweg. Te denken valt dan aan buslijn 80 of 85. Dit biedt echter geen oplossing voor de bewoners van de andere polderwegen, namelijk de Raasdorperweg en de Lutkemeerweg.

Een bijkomende zaak is dat ook nogal wat bewoners op de Noorder- en Zuiderakerweg in De Aker (voorheen de Middelveldsche Akerpolder) verder dan 400 meter van het dichtbijzijnste openbaar vervoer wonen. Dit zal ook nog zo zijn als straks tramlijn1 door De Aker zal rijden. Aan deze Akerwegen wonen veel ouderen.

Verder is het een vaak geuite klacht van (oudere) bezoekers van crematorium Westgaarde in de Lutkemeerpolder dat het vanaf de bushalte van lijn 23 op de Ookmeerweg nog ongeveer één kilometer lopen is naar de aula.

Los hiervan is het de vraag of de Provincie Noord Holland, die de opdrachtgever is van Connexxion, wil meewerken aan het verleggen van de route een buslijn, zeker als dit nadelige gevolgen voor hun exploitatie zou hebben.

Vraagafhankelijk vervoer

Dit alles overziend lijkt het voor de fractie van D66 het meest haalbare alternatief om voor Oud Osdorp een vorm van vraagafhankelijk vervoer in te stellen en wel in de vorm van een zogenaamde beltaxi. Het GVB sluit dan een contract af met een taxionderneming, die de mensen vanaf één of meer vastehalteplaatsen naar een (woon-)adres in Oud Osdorp brengt en omgekeerd. De vaste halte plaatsen zouden dicht bij de halten van het reguliere openbaar vervoer gelegen moeten zijn, zoals het Dijkgraafplein (nu tramlijn 1, straks tramlijn 17) en de Ookmeerweg (buslijn 23). Ook een vaste halteplaats op een centraal gelegen plek in Halfweg valt te overwegen.

Alle polderwegen in Oud Osdorp en de Akerwegen in De Aker kunnen worden aangedaan. Tevens kunnen de taxi's passagiers afleveren voor de deur van de aula van Westgaarde. Ook zouden de gebruikers en gasten van de vier volkstuincomplexen in Oud Osdorp gebruik kunnen maken van de beltaxi. Er kan voor de beltaxi betaald worden met de strippenkaart, waarmee van het reguliere openbaar vervoer overgestapt kan worden.

Contract met taxionderneming

In het contract met de taxionderneming kunnen afspraken worden gemaakt over de kosten en de mate van serviceverlening. Wat de kosten betreft zal een taxionderneming een basisbedrag voor de duur van het contract vragen en verder zal er een ritprijs overeen moeten worden gekomen. Belangrijk voordeel van de beltaxi is dat deze vorm van openbaar vervoer het GVB en dus de gemeente alleen extra kost als er gebruik van wordt gemaakt. Mocht de vraag tegenvallen, dan worden er geen onnodige kosten gemaakt, buiten het bovengenoemde basisbedrag uiteraard. Het lijkt dan ook zinvol, zeker tijdens het eerste contract, in zee te gaan met een voldoende grote taxionderneming, die de extra ritten voor Landelijk West makkelijker kan inpassen in het reguliere werk. Op de momenten dat er geen vervoersvraag is voor de beltaxi, kan het taxibedrijf dus gewoon taxiwerk verrichten. D66 realiseert zich terdege dat deze vorm van vervoer allesbehalve kostendekkend zal zijn, maar vindt dat ook de inwoners van Landelijk West recht hebben op ten minste een minimale vorm van openbaar vervoer.

Over de mate van serviceverlening vallen verschillende afspraken te maken. Zo valt een 24-uurs regeling te overwegen. Er rijden immers ook geen nachtbussen in Oud-Osdorp. De vaste halteplaats kan dan gelegen zijn bij een halte van de nachtbus. Ook moet er overeenstemming komen over hoeveel tijd van tevoren een taxi gebeld moet worden. Een afgesproken maximale wachttijd van twintig minuten zou bijvoorbeeld acceptabel kunnen zijn.

Ondanks de aanhoudende verzoeken voor openbaar vervoer vanuit de bevolking in Landelijk West en het gebleken succes van de taxiproef begin jaren zeventig, kan niet bij voorbaat het gebruik van het vraagafhankelijke vervoer worden voorspeld. D66 pleit dan ook voor een proef van twee of drie jaar met daarna een evaluatie. Hierbij moet dan niet alleen maar het aantal vervoerde reizigers worden betrokken, maar ook de mate van tevredenheid bij de bewoners en andere gebruikers.

Conclusie

D66 vindt dat de laatste grote witte vlek op de openbaarvervoerkaart in Amsterdam opgeheven dient te worden Net zoals de overige Amsterdammers hebben de inwoners van Landelijk West recht op ten minste een minimale vorm van openbaar vervoer. Vraagafhankelijk openbaar vervoer in de vorm van een beltaxi lijkt de meest op het gebied toegesneden oplossing. De fractie van D66 roept het College van Burgemeester en Wethouders dan ook op ons hierover een voorstel te doen toekomen.

Met vriendelijke groet,
Marcia Appels
medewerker communicatie en politiek
020-5523480