Rechtbank 's-Gravenhave

Nederlandse Staat hoeft inbeslaggenomen en vernietigde partij konijnenvlees niet te vergoeden.

Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 11-04-2001

De rechtbank Den Haag heeft vandaag, 11 april, geoordeeld dat de Staat der Nederlanden een inbeslaggenomen en vernietigde partij konijnenvlees niet hoeft te vergoeden. In 1993 werd een partij vlees van eiser inbeslaggenomen en vernietigd omdat er geen keurmerk bij zat. Dat keurmerk was op grond van Europese regelgeving verplicht geworden. De eiser stelde in het kort geding dat er een overgangsregeling had moeten zijn voor "oude gevallen", desnoods in de vorm van een gedoogbeleid. De rechtbank in Den Haag wijst de claim van de eiser af omdat een strafrechter destijds in de strafzaak tegen eiser als bijkomende straf verbeurdverklaring van de partij konijnenvlees heeft opgelegd, en er een gesloten stelsel van rechtsmiddelen tegen die beslissing bestaat, en er aldus voor een burgerlijke rechter geen plaats is om daarvoor alsnog een schadevergoeding toe te wijzen. De claim van de eiser is ook getoetst aan de criteria die ook in de Begaclaim-zaak (AB0850 d.d. 4-4-2001) zijn gehanteerd, of de Staat onrechtmatig heeft gehandeld met het strafrechtelijk optreden (inbeslagneming en -houding door de Algemene Inspectiedienst).


Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AB1007