11-04-2001
Positief advies over Heilig Hartkerk
Het college van burgemeester en wethouders stelt de gemeenteraad voor
een positief advies aan de staatssecretaris van OCW uit te brengen
over de waardering van de voormalige Heilig Hart Kerk als
rijksmonument. Het college kwam tot dit voorstel op basis van een
rapport van een externe deskundige. De raadscommissie ECG behandelt
dit voorstel op 18 april. De gemeenteraad neemt op donderdag 26 april
een definitief besluit.
Het college besloot op 28 november 2000 een externe deskundige in de
arm te nemen om over de voormalig Heilig Hartkerk te adviseren. Aan
'De Fabryck - Bureau voor Gebouwhistorisch Onderzoek is opdracht
verleend om onder andere een oordeel te geven over de
cultuurhistorische waarde van de kerk. Het bureau bracht op 22 maart
j.l. een rapport uit. Dit rapport bevestigt het advies dat eerder door
de Raad voor Cultuur aan de staatssecretaris was uitgebracht. De
stedenbouwkundige situatie en het feit dat de kerk een van de weinige
zichtbare overblijfselen in Breda is van de laatste bloeiperiode van
de rooms-katholieke kerkenbouw, leidden onder andere tot deze
conclusie. Bovendien is de kerk gebouwd door de regionale architect
P.J. van Genk, aan wiens werk een toenemend belang wordt gehecht.
Op 17 oktober 2000 ontving de gemeenteraad een adviesaanvraag van de
staatssecretaris van OCW met daarin een verzoek om advies te geven
over de cultuurhistorische waarde van de voormalige Heilig Hartkerk.
Uitgaande van een termijn van vijf maanden had de gemeenteraad
officieel voor 17 maart 2001 moeten adviseren. Het feit dat deze
termijn iets wordt overschreden heeft geen juridische gevolgen; de
voorbescherming blijft immers van kracht. De staatssecretaris beslist
vervolgens onder andere naar aanleiding van het oordeel van de
gemeenteraad of de voormalige Heilig Hartkerk op de
rijksmonumentenlijst wordt geplaatst.
Breda, 11 april 2001