Den Haag, 12 april 2001
NMa verbiedt afspraken over tarieven en vestiging voor huisartsen
In het besluit over het vestigingsbeleid van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) en het collectief onderhandelen door organen van deze organisatie heeft de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) bepaald, dat de afspraken over de tarieven en de onderlinge verdeling van de markt in strijd zijn met de Mededingingswet. Deze beslissing vindt haar oorsprong in het feit dat de wetgever op dit deel van de zorgsector marktwerking heeft ingevoerd. Afspraken die betrekking hebben op de kwaliteit van de geleverde zorg zijn niet in strijd met de Mededingingswet.
De LHV heeft aangegeven dat het vestigingsbeleid inmiddels is ingetrokken. Ook heeft de LHV zich bereid getoond het huidige systeem van collectief onderhandelen aan te passen. Om de bij deze organisatie aangesloten huisartsen in de gelegenheid te stellen zich voor te bereiden op een nieuw model van onderhandelen heeft de NMa aan de LHV hiervoor een overgangstermijn verleend tot 1 januari 2002.
Met dit besluit hoopt de NMa meer duidelijkheid te scheppen en een richtlijn te geven voor alle belanghebbenden bij het opstellen van een nieuw contracteerbeleid. Sinds de NMa vorig jaar haar voorlopige bezwaren tegen de oude overeenkomst had geuit, hebben de meeste zorgverzekeraars al nieuwe, met de Mededingingswet in overeenstemming zijnde, overeenkomsten en regelingen ontwikkeld.
In de eerste maanden van haar bestaan ontving de NMa ruim 300
ontheffingsaanvragen uit de zorgsector. Veel van die aanvragen hadden
betrekking op de inkoop van zorg door ziekenfondsen. Ziekenfondsen
zijn namelijk wettelijk verplicht om bij zorgverleners voldoende zorg
voor hun ziekenfondsverzekerden in te kopen. In 1992 is een
belangrijke wijziging in de Ziekenfondswet ingevoerd. Vanaf dat jaar
zijn ziekenfondsen niet langer verplicht om iedere zorgverlener te
contracteren. Ook is per 1992 het van overheidswege vastgestelde
tarief voor de diensten van bepaalde zorgverleners afgeschaft.
Ziekenfondsen en zorgverleners zijn nu gebonden aan een maximumtarief.
Dit betekent dat zorgverleners onderling moeten concurreren om een
contract met een ziekenfonds te krijgen. Hierdoor kunnen ziekenfondsen
scherper zorg inkopen hetgeen weer vertaald kan worden in lagere
premies.
Ondanks deze wetswijzigingen gingen vele marktpartijen door met het
onderhandelen op zowel landelijk als regionaal niveau. Zo werd door de
LHV op landelijk niveau afgesproken welk tarief voor alle huisartsen
zou gelden. Dit was in de praktijk altijd het maximumtarief. Daarnaast
werd op regionaal niveau gezamenlijk bepaald welke huisarts zich waar
mocht vestigen en hoeveel patiënten hij maximaal mocht behandelen.
Nieuwkomers, ook die met betere en vernieuwende vormen van
zorgverlening, konden worden buitengesloten door de reeds gevestigde
huisartsen.
De NMa heeft nu het merendeel van de ontheffingsverzoeken in de
zorgsector afgerond. In veel gevallen gingen partijen na overleg met
de NMa over tot aanpassing van hun regeling, waarna het
ontheffingsverzoek werd ingetrokken. In andere gevallen heeft de NMa
een besluit genomen of is een besluit in voorbereiding.