Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid

Persbericht

Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2000



Ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2000 gestegen Het ziekteverzuimpercentage in de bouwnijverheid is gestegen van 5,6 in 1999 tot 5,8 procent in 2000. In de periode 1995 2000 is een daling van het verzuimpercentage van 5,1 in 1995 tot 4,5 in 1997 gevolgd door een stijging van 4,5 in 1997 tot 5,8 in 2000. De daling hangt samen met wettelijke maatregelen in 1994 en 1996 om het volume van de ziekte-uitkeringen terug te dringen. De stijging na 1997 valt samen met een toenemende spanning op de arbeidsmarkt en een mede daardoor vergrote werkdruk. Deze en onderstaande gegevens zijn ontleend aan het zojuist gepubliceerde rapport Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2000, uitgebracht door het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid te Amsterdam. De stijging van het verzuimpercentage in 2000 is toe te schrijven aan het bouw-plaats-personeel, waarvan het verzuimpercentage steeg van 6,2 tot 6,5 procent. Bij het uitvoerend, administratief en leidinggevend personeel daalde het verzuim-percentage van 3,3 tot 3,1 procent. Ruim 1,5 procent van de werknemers met een bouwplaatsberoep sloot in 2000 een ziektegeval, dat een jaar duurde af en kwam derhalve in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Als het ziekteverzuim in de bouw wordt vergeleken met dat in de rest van het bedrijfsleven blijkt, dat de bouw de laatste jaren een lager dan gemiddeld verzuimpercentage kent. Overigens is deze vergelijking gebaseerd op materiaal afkomstig van het CBS, waaraan een geheel andere registratie ten grondslag ligt dan aan de EIB gegevens.
Zie publicatie: Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2000

omhoog
omhoog