RAAD V D TRANSPORTVEILIGHEID
Beter beveiliging bij wegwerkzaamheden, aandacht voor slaperig
PERSBERICHT
Raad voor de Transportveiligheid wil maatregelen na ernstig ongeval op
A17
Betere beveiliging bij wegwerkzaamheden,
aandacht voor slaperigheid op de weg
Den Haag, 3 mei 2001
Meer aandacht voor de gevaren van te snel rijden bij wegwerkzaamheden,
meer aandacht voor het gevaar van slaperigheid achter het stuur, een
keurmerk voor taxi's en taxibusjes. Dat zijn enkele van de
aanbevelingen in het rapport dat de Raad voor de Transportveiligheid
op 3 mei heeft uitgebracht naar aanleiding van het ongeval met een
taxibusje, dat op 5 september 1999 op de A17 bij Zevenbergen aan vier
mensen het leven kostte en vijf mensen in het ziekenhuis deed
belanden. De taxibus botste met een relatief grote snelheid op een
obstakelbeveiliger die in verband met werkzaamheden was aangebracht.
De Raad acht het waarschijnlijk dat slaperigheid van de chauffeur -
het ongeval vond zondagsmorgens omstreeks halfzeven plaats, aan het
eind van een nachtdienst - een rol heeft gespeeld. De ernst van de
gevolgen heeft onder meer te maken met de beperkingen van de gebruikte
obstakelbeveiliging en met de veiligheidsvoorzieningen in de taxibus.
Omdat de taxibus voor 1 oktober 1999 was toegelaten tot de weg,
voldeed de bevestiging van de veiligheidsgordels niet aan de regels
die sinds die datum van kracht zijn. De Raad is bezorgd over het feit
dat vóór die datum goedgekeurde voertuigen, waarvan stoelen, gordels
en gordelbevestigingspunten nog niet aan de strengere nieuwe regels
voldoen, nog jarenlang kunnen blijven rijden op de Nederlandse
wegen.
Aanbevelingen
Naar aanleiding van dit ernstige ongeval richt de Raad aanbevelingen
tot het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water en
Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW), de minister van Verkeer en
Waterstaat, wegbeheerders in het algemeen, het Openbaar Ministerie en
werkgeversorganisaties in het vervoer.
Het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en
Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW) wordt aanbevolen de
Richtlijnen voor maatregelen bij werken in uitvoering op autosnelwegen
zo te wijzigen dat Werk in Uitvoering situaties veiliger worden.
Daartoe moeten scherpere regels worden gesteld voor de in- en
uitrijvoorzieningen van het werkverkeer bij wegwerkzaamheden.
De oorspronkelijke wegmarkeringen, waardoor bestuurders in de war
kunnen raken, moeten zorgvuldiger worden verwijderd.
Er moeten voorzieningen komen waardoor weggebruikers worden
gealarmeerd als ze de streep aan de kant van de weg overschrijden en
er moeten middelen worden toegepast waardoor bestuurders worden
gedwongen langzamer te rijden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat wordt aanbevolen:
Te bezien hoe ongevallen die (mede) worden veroorzaakt door
slaperigheid, als gevolg van een inbreuk op het slaap/waakritme,
zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. Ook zou de minister moeten
laten uitzoeken hoe bestuurders van voertuigen kunnen worden
gewaarschuwd, als hun oplettendheid achteruitgaat;
Te onderzoeken in hoeverre de uitgegeven, vrijblijvende, richtlijnen
van het CROW worden opgevolgd door de wegbeheerders en te bezien of
het zinvol en wenselijk is de richtlijnen van het CROW een meer
verplichtend karakter te geven;
De ontwerpeisen voor obstakelbeveiligers zodanig aan te passen dat die
de energie kunnen verwerken die vrijkomt bij botsingen met het
merendeel van de nu rondrijdende personenauto's, bij de geldende
snelheidslimieten;
Te onderzoeken of (taxi-)voertuigen die voor 1 oktober 1999 tot de weg
zijn toegelaten alsnog aan de nieuwe eisen kunnen gaan voldoen en op
welke termijn dat zou kunnen;
Te zorgen voor meer voorlichting voor weggebruikers over de risico is
van werk in uitvoering.
Betrokken organisaties van werkgevers en werknemers in het
beroepsmatige personenvervoer wordt aanbevolen (naar analogie van het
Keurmerk Busbedrijf) een kwaliteitsstandaard voor de taxibranche te
ontwikkelen, waarin de integrale veiligheid van werknemers en
passagiers centraal staat.
Wegbeheerders wordt aanbevolen meer aandacht te besteden aan
verkeersveiligheid bij het plannen van werken in uitvoering. In
samenwerking met het Openbaar Ministerie zou men de toegestane
snelheid bij (langdurige) werken in uitvoering veel stringenter moeten
handhaven, zo mogelijk door (mobiele) automatische trajectcontroles.
Daarover zou gericht voorlichting moeten worden gegeven aan de
weggebruikers.
EINDE PERSBERICHT