Wetenschappelijke gebeurtenissen aan de UM

Maandagenda mei

Inauguratie van Prof. dr. Hubertus Th. Jongen
Geaffilieerd hoogleraar in de toegepaste Wiskunde: "Nonlineaire Optimering en dynamische systemen" in de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde en Algemene Wetenschappen. in ALMA-verband. Optimering: De wereld van Maxima en Minima.
Donderdag 3 mei, 16.00 uur.

Promotie drs. G. Bolotin
in de faculteit der Geneeskunde.
Chirurgische mogelijkheden ter behandeling van hartpatiënten. Promotor: Prof.dr. B. Mochtar; co-promotor: Dr.ir. F.H. van der Veen. Vrijdag 4 mei, 12.00 uur.

In dit proefschrift zijn twee chirurgische ingrepen bestudeerd voor de behandeling van patienten met chronisch hartfalen. Hierbij werd een rugspier, de Latissimus dorsi, gebruikt om de hartfunctie te verbeteren. Bij één toepassing is de spier rond het hart gewikkeld en electrisch geprikkeld om tegelijkertijd met de hartspier te contraheren. In vergrote harten was het effect van de spier het sterkst. Bij de tweede toepassing is de spier om de aorta gewikkeld voor verbetering van hartspierdoorbloeding en ontlasting van het hart. Beide effecten zijn apart van elkaar verkregen, afhankelijk of de spier vlak bij of verder van het hart werd geplaatst.

Promotie drs. S.K. Samijo
in de faculteit der Geneeskunde.
Shear stress in de arteriewand bij mensen.
Promotores: Prof. dr. ir. A.P.G. Hoeks; Prof.dr. P.J.E.H.M. Kitslaar; Prof.dr. R.S. Reneman.
Vrijdag 4 mei, 14.00 uur.

Duursporters; prestatievermogen
Promotie drs. A.R. Hoogeveen
in de faculteit der Gezondheidswetenschappen.
Het lactaatgehalte en de ventilatiereactie tijdens inspanning van duursportatleten.
Promotor: Prof.dr. H. Kuipers; co-promotor: dr. H.A. Keizer. Donderdag 10 mei, 14.00 uur .

Duursporters zijn de laatste decennia begeleid op basis van laboratoriumtests, waarbij melkzuur in het bloed wordt gemeten en de ademhaling tijdens inspanning wordt geanalyseerd. In dit proefschrift wordt de waarde van deze inspanningstests getoetst aan echte wedstrijdsituaties. Opvallend is dat duursporters met veel hogere melkzuurwaarden beter kunnen presteren dan tot voor kort mogelijk werd gehouden en dat de waarde van het bepalen van melkzuur tijdens inspanningstests beperkt is. Analyse van de ademhaling levert wel bruikbare gegevens op voor de begeleiding van duursporters, zowel voor de begeleiding van de training van de hartslag als het prestatievermogen en het waarnemen van trainingseffecten.

Myasthenia gravis.
Promotie dhr. Fanping Meng
in de Faculteit der Geneeskunde.
Anti-Acetylcholinereceptor Auto-Antistoffen in Myasthenia Gravis. Pathogenese en specifiteit in relatie tot hun structuur. Promotores: Prof.dr. J. Troost; Prof.dr. H.W.M. Steinbusch. Donderdag 10 mei, 16.00 uur.

Myasthenia gravis is een autoimmune ziekte die door antistoffen wordt doorgegeven. Kennis over de structuur van de antistoffen is van vitaal belang om de pathogenese te begrijpen en ter ontwikkeling van een specifieke immunosuppressieve therapie voor de ziekte. De moleculaire structuur van een set van negen antistoffen naar muismodel werd geanalyseerd in relatie tot de specifiteit en de pathogenese. Pathogene antistoffen gebruiken andere genen dan niet-pathogene antistoffen. Daarbij is een variabel fragment uit een enkele keten van een pathogene antistof, verkregen uit een patient, in staat om menselijk acetylcholinereceptor te beschermen tegen de verbinding van pathogene antistoffen met menselijke sera, waardoor het voor de behandeling tegen de ziekte zeker in aanmerking komt. Bovendien is er nu een transgeen muismodel van myasthenia gravis gerealiseerd.
Dit proefschrift werd ondersteund door Het Prinses Beatrix Fonds.

Promotie drs. M.A.R.C. Daemen
in de Faculteit der Geneeskunde.
Apoptose en inflammatie in experimentele ischemiereperfusie. Zaken van leven en celsterfte".
Promotor: Prof.dr. W.A. Buurman.
Vrijdag 11 mei, 12.00 uur.

Universitair medisch onderwijs; maatsschappelijk gericht onderwijs; clinische vaardigheden; het moreel onder huisartsen. Promotie Mevr. E. Murray
in de Faculteit der Geneeskunde.
Onderwijs van interne geneeskunde in de huisartspraktijk: een evaluatie. Promotores: Prof.dr. C.P.M. van der Vleuten; Prof.dr. R.P.T.M. Grol; Co-promotor: dr. P.A.J. Bouhuijs.
Vrijdag 11 mei, 14.00 uur.

Dit proefschrift onderzoekt de haalbaarheid, het rendement en de specifieke voor- en nadelen, wanneer de opleiding voor medisch studenten van de traditionele ziekenhuisomgeving wordt verplaatst naar de huisartsenpraktijk, waar de studenten hun clinische basisvaardigheden en interne geneeskunde worden bijgebracht. De belangrijkste conclusies waren dat de studenten hun clinische basisvaardigheden minstens net zo goed in de huisartsenpraktijk als in het ziekenhuis kunnen leren en dat beide leeromgevingen elkaar goed aanvullen. De studenten leren in de huisartsen- praktijk meer over psycho-sociale aspecten in de geneeskunde, meer communicatievaardigheden en zijn zich bewuster van de autonomie van de patiënt, terwijl ze in het ziekenhuis meer leren over acute behandelingstechnieken, ervaring opdoen over procedures en onderzoek en meer leren over medische specialismen. De begeleiders uit de huisartsenpraktijk waren positief over deze nieuwe aanpak en berichtten over een verbeterde moraal en een verhoogde competentie wat betreft clinische vaardigheden. De patiënten vonden het leuk om bij de opleiding betrokken te worden en meldden dat ze het gevoel hadden iets voor de National Health Service (De Britse Nationale Gezondheidsservice) terug te doen; daarnaast leerden ze ook wat meer over hun eigen conditie.

Promotie dhr. L.H. Ehlers
in de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde. Collectieve Besluitvorming in Economische Omgevingen: Deterministische en Probabilistische Benaderingen.
Promotor: Prof. dr. H.J.M. Peters; co-promotor: dr. A.J.A. Storcken. Vrijdag 11 mei, 16.00 uur.

Promotie drs. E.I. Villamor Zambrano
in de Faculteit der Geneeskunde.
Persistente Pulmonale Hypertensie van de pasgeboren baby. Vanuit een vasculair pharmacologisch standpunt.
Promotores: Prof. dr. C.E. Blanco; prof. dr. J. Tamargo Menéndez (Madrid); co-promotor: dr. F. Pérez Vizcaíno (Universidad Complutense de Madrid). Vrijdag 18 mei, 12.00 uur

Gezondheid; beleid.
Promotie dhr. M.J. Commers
in de Faculteit der Gezondheidswetenschappen.
Determinanten van gezondheid: Theorie, Begrip, Inzicht, Beschrijving, Beleid.
Promotor: Prof.dr. G.J. Kok; co-promotor: mw.dr. E. de Leeuw. Vrijdag 18 mei, 14.00 uur.

Wat denkt de Nederlander dat zijn of haar gezondheid bepaalt? En is dat belangrijk voor Nederlands het gezondheidsbeleid? Commers, zelf Amerikaan, vindt dat de Nederlander veel minder belang toeschrijft aan erfelijke en openbare factoren (zoals vervuiling en werkvoorzieningen) dan aan beïnvloedbare individuele factoren (zoals voeding, beweging, roken en sociaal contact). Ook hecht de Nederlander veel minder belang aan preventieve acties dan aan zorg. Beide bevindingen komen niet overeen met professionele adviezen voor beleidsprioriteiten in Nederland. Tenslotte behandelt Commers de vraag of de steun van het publiek überhaupt belangrijk is voor het formuleren van een gezondheidsbeleid.
Het project is gefinanceerd door ZorgOnderzoek Nederland (ZON) (vroeger Het Praeventiefonds).

Promotie mw.drs. G.J. Leusink
in de Faculteit der Geneeskunde.
Osteoporose rond de menopauze; Het ontstaan, de determinanten en preventieve medicatie".
Promotores: Prof.dr. J.A. Knottnerus; Prof.dr. V.J.M. Pop (KUB). Vrijdag 18 mei, 16.00 uur.

"Met melk meer vrouws ".
Met de toenemende vergrijzing is botontkalking (osteoporose) een onderwerp dat extra aandacht verdient. Deze aandoening treft drie keer zoveel vrouwen dan mannen; de reden hiervan is dat vrouwen in de overgang weinig vrouwelijke hormonen aanmaken. Door dit tekort treedt botverlies op. Het promotie-onderzoek werd uitgevoerd onder alle vrouwen in Eindhoven in de leeftijd van 47-54 jaar. Hieruit blijkt dat meer dan de 50 % van de postmenopauzale vrouwen (gemid. leeftijd van 51 jaar) al een verlaagde botdichtheid, osteopenie of osteoporose heeft. Dit wil zeggen dat de kans op een fractuur bij deze vrouwen minimaal 2.6 keer groter is dan bij vrouwen met een normale botdichtheid. Dit onderzoek wijst tevens uit dat hormoontherapie de beste behandeling is tegen een verlaagde botdichtheid en dat extra calcium een positief effect heeft op de botdichtheid. Vandaar "Met melk meer vrouws ".
Het project is gefinanceerd door ZorgOnderzoek Nederland (ZON) (vroeger Het Praeventiefonds).

Promotie drs. J.A. van Suijlekom
in de Faculteit der Geneeskunde.
Cervicogene hoofdpijn.
Promotor: Prof. dr. M.E. Durieux; co-promotores: dr. M. van Kleef; dr. W.E.J. Weber.
Proefschrift aan te vragen bij dhr. van Suijlekom, tst. 75458. Woensdag 23 mei, 16.00 uur.

Cervicogene hoofdpijn is een hoofdpijn die ontstaat vanuit de nek en dan naar het hoofd trekt. Andere hoofdpijn-
soorten, zoals migraine en spanningshoofdpijn, ontstaan op een andere manier. Cervicogene hoofdpijn is nog steeds een controversiële hoofdpijndiagnose, wat wil zeggen dat sommige neurologen het nog steeds als een soort migraine of spanningshoofdpijn beschouwen. De conclusies uit het onderzoek zijn: 1. de betrouwbaarheid voor het diagnostiseren van cervicogene hoofdpijn is gelijk aan de betrouwbaarheid voor het diagnostiseren van migraine en spanningshoofdpijn; 2. de 'kwaliteit van leven' van patiënten met cervicogene hoofdpijn is minder dan van gezonde mensen; 3. een zenuwblokkade in de nek geeft een forse vermindering van de hoofdpijnklachten bij 70% van de patiënten.

De toepassing van nieuwe technologie; milieuregulering; industriële ontwikkeling
Promotie dhr. J.O. Adeoti
in de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde. Investering in Afvalverwerking in de Afrikaanse Sub-Sahara: De Nigeriaanse Verwerkingsindustrie.
Promotores: Prof.dr. R. Cowan; Prof.dr. L. Mytelka. Woensdag 30 mei, 16.00 uur.

Het 'stimulus-response' concept van het milieubeleid als grootste stimulering voor bedrijven om in nieuwe afvalverwerkingstechnologie te investeren, is twijfelachtig in ontwikkelingslanden waar milieubeleid over het algemeen als relatief zwak wordt gezien. Om deze hypothese te testen, wordt in dit proefschrift een empirisch onderzoek van de Nigeriaanse verwerkingsindustrie gepresenteerd. Uit de resultaten bleek dat factoren gerelateerd aan technologische mogelijkheden op bedrijfsniveau, bedrijfseigenschappen en de implementatiestrategie van het milieubeleid, de technologische benadering van bedrijven ter bestrijding van industriële vervuiling, sterk beïnvloeden. Terwijl niet wordt nagelaten de milieuregulering aan te scherpen zou Nigeria, door meer te investeren in nieuwe technologie, de gewenste technologische doelen kunnen bewerkstelligen.

Promotie mw.drs. A.M.H.P. Boreas
in de Faculteit der Geneeskunde.
Predictoren en de prognostische waarde van de bloeddruk-hoogte en - variatie voor een acuut herseninfarct.
Promotores: Prof.dr. J. Troost; Prof.dr. P.W. de Leeuw; co-promotor: dr. J. Lodder.
Donderdag 31 mei, 14.00 uur.

Beroerte; prognose.
Promotie drs. G. de Jong
in de Faculteit der Geneeskunde.
Prognose van recidiefberoerte, functionele gevolgen en sterfte. Promotor: Prof. dr. J. Troost; co-promotor: dr. J. Lodder. Donderdag 31 mei, 16.00 uur.

Uit ons onderzoek blijkt de prognose ten aanzien van recidiefberoerte, uiteindelijke invaliditeit en sterfte duidelijk te verschillen binnen de patiënten met verschillende typen herseninfarcten (lacunaire, atherothrombotische en cardioembolische infarcten). Het type recidiefberoerte, de vroege clustering in de tijd van recidiefberoertes bij atherothrombotische en cardioembolische infarcten, en de plaats in de hersenen van een recidief bij lacunaire en atherothrombotische infarcten wezen allen op een in de tijd consistent onderliggend type vaataandoening bij deze typen herseninfarcten. Chronisch obstructieve longziekte bleek een onafhankelijke risicofactor voor het optreden van een recidief beroerte, dit is een bevinding met potentieel therapeutische consequenties. Evenzo bleek de initiële ernst van een herseninfarct, ook op langere termijn, de belangrijkste voorspeller van sterfte. Hieruit volgt dat de beste manier om sterfte na een herseninfarct terug te dringen bestaat uit reductie van de initiële uitvalsverschijnselen. Methoden om dit te doen zijn opname op een stroke unit, behandeling met stolseloplossende middelen (trombolyse), en in de toekomst mogelijk ook met andere medicijnen (neuroprotectie). De vroege clustering van recidieven bij sommige typen herseninfarct is ook van belang voor het beleid: zo snel mogelijke behandeling met "bloedverdunnende" middelen.

Noot voor de pers
De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 388 2044. Voor urgente zaken buiten kantooruren 06 21275612.
Mailto:pers@voorlichting.unimaas.nl. De persberichten van de UM staan op Internet www.pers.unimaas.nl.