Inspraakreactie Stichting Natuur en Milieu op de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening

PERSBERICHT

Utrecht, 23 mei 2001

Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening mist handen en voeten

De globale doelen voor de ruimtelijke kwaliteit die de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening (Vijno) formuleert zijn positief, maar de politieke en beleidsmatige vertaling ontbreekt. Keuzes tussen rivaliserende aanspraken op de schaarse ruimte worden doorgeschoven naar de toekomst of overgelaten aan lagere overheden. Dat maakt de nota zwak, aldus Stichting Natuur en Milieu, de 12 provinciale Milieufederaties en de vier stedelijke Milieucentra in hun officiële commentaar.

De milieuorganisaties stellen dat bescherming van een collectief goed als de open ruimte hand in hand moet gaan met de voorgestelde ontwikkeling van stedelijke netwerken en het platteland. De nota maakt niet duidelijk waar de verschillende ruimteclaims onderling botsen en maakt dus ook geen keuzes. Het overheidsbeleid voor water, bijvoorbeeld, zal conflicteren met de locaties voor glastuinbouw, bollenteelt en woningbouw in de Vijno. En het ruime wonen in het groen, dat de Nota Wonen propageert, botst met de nadrukkelijk uitgesproken doelstelling van de Vijno om het buitengebied te vrijwaren van bebouwing en juist in te zetten op betere benutting van de bestaande stedelijke ruimte.

De milieuorganisaties stellen dat het Rijk strakke contouren moet opstellen voor ruimtevragende vormen van wonen en bedrijven, en voor de ruimte die wordt geboden aan de intensieve landbouw. Voorts is het nodig dat vanuit het ruimtelijk beleid een aantal nieuwe autosnelwegen, zoals de A18 en de verbinding A6/A9, heroverwogen worden.

De Vijno bevat geen concrete instrumenten om het ruimtelijk beleid vorm te geven. De Tweede Kamer kan daar verbetering in aanbrengen. De eerste gelegenheid daarvoor is maandag aanstaande, bij de behandeling van de Nota Grondpolitiek.