Brieven aan de Kamer
Project legering Den Haag
03-07-2001
Inleiding
Hierbij informeer ik u over het plan voor een nieuw legeringsgebouw voor de Koninklijke marine, de Koninklijke landmacht en de Koninklijke marechaussee op de Grote Alexanderkazerne in Den Haag. Deze brief gaat eerst in op de specifieke situatie van het personeel in Den Haag. Vervolgens komen de behoefte en de manier waarop hierin wordt voorzien aan de orde. Aansluitend gaat de brief in op het verloop van de voorbereiding en de verdere planning van het project. Omdat Defensie dit project heeft aangemerkt als pilot project in het kader van het regeringsbeleid inzake innovatief aanbesteden, besteedt de brief daar bijzondere aandacht aan.
De Haagse situatie
In Den Haag zijn het ministerie van Defensie, de krijgsmachtdeelstaven en de staf van het Dico gevestigd. Binnen deze organisatiedelen wordt een aanzienlijk aantal functies door militairen vervuld. Militairen die niet dagelijks tussen woon- en werkplaats reizen, maken op grond van rechtspositionele regelingen gebruik van door Defensie beschikbaar gestelde legeringsfaciliteiten. Daarvoor is op vrijwel alle defensiecomplexen accommodatie beschikbaar. Waar dat niet het geval is, wordt een beroep gedaan op de particuliere sector. Ook in Den Haag voorzien alle krijgsmachtdelen in legering voor hun personeel. Er is echter maar een beperkte eigen capaciteit, die niet toereikend is. Daarom maken militairen ook gebruik van inkwartieringsadressen, dat wil zeggen door Defensie van particulieren gehuurde kamers.
In verband met de overspannen huizenmarkt is het aanbod van
inkwartieringsadressen de afgelopen jaren gestaag afgenomen. Bovendien
voldoet in het algemeen de kwaliteit van de inkwartieringsadressen en
de legeringsaccommodatie in Den Haag niet meer aan de hedendaagse
normen, waaronder die inzake arbo-omstandigheden. De ontwikkelingen op
de huizenmarkt in de Randstad leiden er in combinatie met
maatschappelijke veranderingen toe dat personeel in toenemende mate
tijdelijke legering verkiest boven verhuizing naar de omgeving van Den
Haag. De behoefte aan legering zal derhalve de komende jaren eerder
toe- dan afnemen.
Deze ontwikkelingen hebben er toe geleid de behoefte aan
legeringscapaciteit in Den Haag en de invulling daarvan aan een nadere
beschouwing te onderwerpen.
Behoefte
Het project behelst de bouw van een legeringsaccomodatie op de Grote
Alexanderkazerne ten behoeve van officieren en onderofficieren van de
Koninklijke marine, de Koninklijke landmacht en de Koninklijke
marechaussee, met een capaciteit voor ruim 440 personen. Hieraan
liggen de volgende gegevens ten grondslag.
De afgelopen jaren hebben gemiddeld ruim 400 militairen van de
Koninklijke landmacht en de Koninklijke marine gebruikgemaakt van
legeringsmogelijkheden in Den Haag. Het gaat hierbij zowel om
inkwartieringsadressen als legering op defensiecomplexen. De
Koninklijke marechaussee beschikt over toereikende legeringcapaciteit
op de Koningin Beatrixkazerne, maar heeft daarnaast nog structureel
behoefte aan ongeveer twintig bedden. De totale behoefte van de
Koninklijke marine, de koninklijke landmacht en de Koninklijke
marechaussee is ongeveer 440 bedden.
De legeringsbehoefte van de Koninklijke luchtmacht wordt thans ten
dele afgedekt met accomodaties nabij het Instituut Defensie Leergangen
in Rijswijk en ten dele met inkwartieringsadressen. De toekomstige
huisvestingsbehoefte van de Koninklijke luchtmacht is nog niet
volledig uitgekristalliseerd; in de plannen zijn fondsen gereserveerd
vanaf 2007. De Koninklijke luchtmacht neemt voorshands dan ook niet
deel aan het legeringsproject op de Grote Alexanderkazerne.
Planologisch bestaat echter de mogelijkheid dat zij te zijner tijd
alsnog aansluit.
Financieel
Gelet op de vermindering van het aantal beschikbare en geschikte
inkwartieringsadressen is bezien of het huren van hotelaccommodatie
soelaas zou bieden. Gebleken is echter dat dit geen kosteneffectieve
oplossing is. De terugverdientijd van een eigen legeringsplaats is
ongeveer vijf jaar, terwijl het op ruime schaal huren van
hotelaccommodatie mogelijk de prijzen op de gespannen Haagse markt nog
verder zou opdrijven. De inkwartieringsadressen die nog voldoen,
zullen overigens in de toekomst worden gebruikt bij piekbehoeften.
In beginsel huurt of least Defensie geen infrastructuur, waarvan het
gebruik gedurende de totale levensduurperiode is verzekerd. Zelf
investeren is dan doelmatiger (zie hiervoor tevens de brief van de
minister van Financiën, 5 december 1994 inzake leasecontracten binnen
de Rijksdienst (TK 1994-1995, 24 027, Nr 1)). Nader onderzoek in het
kader van competitieve dienstverlening (CDV) is om die reden dan ook
niet aan de orde.
De projectkosten worden thans geraamd op fl. 52 miljoen. (prijspeil
2001) en zijn in de plannen van de deelnemende krijgsmachtdelen
opgenomen.
Innovatief aanbesteden
Dit bouwproject past in het regeringsbeleid inzake innovatief
aanbesteden dat onder meer de (vroegtijdig) inschakeling van
marktpartijen behelst. Als een van de bouwministeries heeft Defensie
dit beleid tot dusver nog niet toegepast op bouwprojecten, maar het
wil dat in de toekomst wél gaan doen. De ervaringen die met dit
project worden opgedaan, zullen dan ook worden benut om innovatief
aanbesteden op ruimere schaal te gaan toepassen.
Innovatief aanbesteden behelst de stimulering van marktpartijen tot
innovatieve oplossingen. Innovatie heeft in dit kader zowel betrekking
op het aanbestedingsproces zelf als op het eindproduct. Trefwoorden
zijn uitbesteding en de integratie van het ontwerp, de bouw, de
exploitatie en de financiering. In de praktijk komt het er op neer dat
Defensie als opdrachtgever in een vroeg stadium marktpartijen
inschakelt en dat de aannemer op basis van een voorlopig ontwerp een
deel van het verdere ontwerptraject zal uitvoeren. Defensie heeft dit
project als proefproject bestempeld, omdat het weliswaar omvangrijk
is, maar ook relatief eenvoudig, waardoor de risico´s beperkt zijn.
Bovendien zal de Dienst Gebouwen Werken & Terreinen de projectvoering
intensief begeleiden.
Stand van zaken en tijdschema
De Koninklijke landmacht is in samenwerking met de Koninklijke marine
en de Koninklijke marechaussee begonnen met de voorbereiding van de
nieuwbouwplannen. In nauw overleg met de Rijksbouwmeester is een
aanvang gemaakt met de Europese aanbestedingsprocedure en is een
architectenbureau voor de uitwerking van het ontwerp geselecteerd. Dit
bureau heeft intussen, in overleg met de gemeente Den Haag, een
stedenbouwkundig plan voor het object en een voorlopig ontwerp voor
het gebouw geproduceerd. Op basis hiervan is inmiddels een
bouwvergunning bij de gemeente Den Haag aangevraagd.
Het betreft bij dit project een aanbesteding met voorafgaande selectie
volgens EG-richtlijnen. Inmiddels is het project al Europees
gepubliceerd en zijn zes potentiële aannemers geselecteerd. De
eerstvolgende activiteit is de keuze van de aannemer en de gunning van
het project. De bouw zal vervolgens, uitgaande van het tijdig
verkrijgen van een bouwvergunning, nog in de tweede helft van dit jaar
kunnen beginnen.
Internationaal Strafhof
Dit project houdt verband met het in Den Haag te vestigen
Internationaal Strafhof, omdat het voornemen bestaat ook het hof op de
Grote Alexanderkazerne te vestigen. Indien daartoe inderdaad wordt
besloten, is de bouw voorzien op het voorterrein van de kazerne, dat
dan vanaf 2004 beschikbaar moet komen. De nieuwbouw van de legering is
voorzien op het achterterrein van de kazerne, samen met de
voorzieningen die zich nu nog op het voorterrein bevinden, maar die in
voorkomende geval zullen moeten wijken voor het Internationaal
Strafhof. Het achterterrein biedt voldoende mogelijkheden voor
aanvullende nieuwbouw, mocht daaraan behoefte ontstaan bij de
koninklijke luchtmacht of de andere krijgsmachtdelen.
Tot slot
Ik ben voornemens, desgewenst na overleg met u, dit project voort te
zetten en de Bevelhebber der Landstrijdkrachten te mandateren het uit
te voeren.
De Staatssecretaris van Defensie,
H.A.L. van Hoof