Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Vrijdag 6 juli 2001, nummer 76

Er komt één algemene verzekering voor alle noodzakelijke medische zorg. Alle Nederlandse ingezetenen zijn daarmee dan tegen ziektekosten verzekerd. Het onderscheid tussen ziekenfonds en particulier vervalt met de invoering van de algemene verzekering. De nieuwe verzekering kan over enkele jaren ingaan. Daarna kan ook de zorg die verzekerd is via de AWBZ (verpleeghuiszorg, thuiszorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg) in deze algemene verzekering worden opgenomen.

De invoering van de algemene zorgverzekering is het sluitstuk van een vernieuwingsoperatie van de gezondheidszorg, die al enkele jaren aan de gang is. De kern van deze vernieuwing is de omslag van aanbodsturing met veel overheidsbemoeienis naar een vraaggerichte zorg met meer vrijheden èn verantwoordelijkheden voor cliënten, aanbieders en verzekeraars.

Dat staat in de nota "Vraag aan bod". Minister Borst en staatssecretaris Vliegenthart van VWS hebben deze nota vandaag namens het kabinet gepubliceerd. Met de nota lost het kabinet een belofte uit het Regeerakkoord van Paars II in.

Zorgvraag centraal

De vernieuwing in de zorg is gericht op het meer centraal plaatsen van de wensen van patiënten en cliënten. De bevolking stelt steeds hogere eisen aan de zorg, onder meer omdat men op medisch gebied steeds beter geïnformeerd is. Bovendien wordt de bevolking steeds ouder en komen er steeds meer mogelijkheden op medisch-technologisch terrein. Mensen nemen geen genoegen meer met standaardzorg, maar willen zorg die naar hun behoeften op maat is gesneden.

Zorgaanbieders en zorgverzekeraars

Om zorg-op-maat te kunnen bieden is het nodig dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars, binnen publieke randvoorwaarden, voldoende speelruimte krijgen. Dit kan het beste worden gerealiseerd door meer marktwerking in de verschillende onderdelen van de zorg, in een verantwoord tempo en op een verantwoorde manier. Aanbieders en verzekeraars dingen naar de gunsten van patiënten en verzekerden. Zij doen dat door in onderlinge concurrentie en dragen daarbij financiële risico's. Zo worden zij aangezet tot een innoverende, klantgerichte en kostenbewuste opstelling. De zorgverzekeraars krijgen een belangrijke rol bij de "inkoop" en de regie van de zorg. Om die rol goed te kunnen vervullen is het nodig dat de huidige versnippering in zorgverzekeringen plaatsmaakt voor één algemene verzekering.

Algemene verzekering

De nieuwe verzekering dekt alle noodzakelijke medische zorg. Dat is zorg die zijn werkzaamheid bewezen heeft, doelmatig toegepast kan worden en die mensen in het algemeen niet zelf kunnen betalen.
Verzekerden kunnen daarnaast kiezen voor arrangementen met "voorkeursaanbieders"; daarbij betalen ze een lagere premie als ze kiezen voor bepaalde, door de verzekeraar geselecteerde aanbieders van zorg. Ook bestaat er de mogelijkheid van collectieve contracten. Verzekerden kunnen één keer per jaar van verzekeraar wisselen.

Solidariteit

Kern van de nieuwe verzekering is dat de toegang tot noodzakelijke zorg voor iedereen, ongeacht leeftijd, gezondheid of inkomen gewaarborgd blijft. Dat wordt bereikt doordat alle Nederlanders wettelijk verzekerd zijn voor noodzakelijke zorg. Zorgverzekeraars hebben de plicht om iedereen te accepteren voor de verzekering, waarbij vaststaat welke aanspraken de verzekering dekt. De verzekeraar dient bovendien voor al zijn verzekerden dezelfde premie in rekening te brengen voor hetzelfde product.
Daarbij moet het voor de zorgverzekeraars aantrekkelijk zijn om ook mensen met een hoog gezondheidsrisico te verzekeren. Daarom komt er een "vereveningssysteem" waarmee de verzekeraars financieel gecompenseerd worden voor verzekerden met hoge gezondheidsrisico's.

Premiestelling en financiering

Beslissingen over de premiestructuur en eventuele eigen betalingen, en over de financiering van de nieuwe verzekering horen naar hun aard thuis bij het begin van de volgende kabinetsperiode. Dat is ook het moment om te besluiten over de compensatie van inkomenseffecten, die optreden omdat de huidige verschillen in premielast worden vervangen door één uniforme premiestructuur. Die besluitvorming dient ook in een breder afwegingskader plaats te vinden, waarbij ook de beschikbare budgettaire ruimte, de inkomensontwikkeling en het geheel van beleidsmatige prioriteiten wordt betrokken.

Adviezen

Minister Borst en staatssecretaris Vliegenthart ontvingen voor het nieuwe stelsel diverse adviezen en standpunten. Onder meer van de Sociaal- Economische Raad, de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, de Nederlandse Patiënten/Consumenten Federatie en de Consumentenbond. Borst en Vliegenthart organiseerden enkele debatten over dit onderwerp, zoals in 2000 de cyclus "Het stelsel op de schop" in de Balie in Amsterdam. Tevens spraken zij met diverse belanghebbende partijen.
De nota is naar het parlement gestuurd. VWS brengt nog in deze kabinetsperiode in kaart wat er allemaal moet gebeuren om de nieuwe verzekering te realiseren.