Zuid Holland op zoek naar tuinbouwlokaties
Donderdag 12 juli 2001 - Na het jongste besluit van de regering voor
de ontwikkeling van een aantal nieuwe glastuinbouwgebieden, heeft de
provincie Zuid-Holland in samenwerking met een aantal andere
organisaties, waaronder de WLTO, een studie verricht naar mogelijke
nieuwe toekomstige glastuinbouwlokaties.
Gelijk is ook een aantal al bestaande mogelijkheden doorgelicht
waarbij het criterium duurzaamheid zo goed mogelijk is meegewogen.
Verder is gekeken naar lokaties waarvan de omschakeling naar
glastuinbouw of een andere (woon)functie bestuurlijk nog ter discussie
staat.
Een aantal gebieden viel af omdat ze niet duurzaam zouden zijn.
Gekeken is daarbij naar de bodemgesteldheid, waterhuishouding,
aansluiting op de infrastructuur, interne structuur en
vernieuwingspotentie. Daarvan bleek Zuid-Holland 450 hectare binnen
haar grenzen te hebben. Het betreft onder meer een gebied in de
woonkern van Bleiswijk, de Voorafsche Polder in Berkel en Rodenrijs,
verspreid liggend glas in Pijnacker, het gebied Albert 't Hartweg in
Nieuwerkerk, Sion/'t Haantje in Rijswijk en Stompwijk in Leidschendam.
De werkgroep die de studie verricht, heeft verder gekeken naar die
gebieden die op de nominatie staan om tot tuinbouwlokatie te worden
aangewezen maar waar gelijk ook andere ruimteclaims op liggen. Die
andere claim hoeft overigens nog niet te betekenen dat ook al een
bestuurlijke afweging is gemaakt. Gevonden zijn in Nootdorp het gebied
Noukoop, in Nieuwerkerk de Albert 't Hartweg, de Reijerwaard in
Ridderkerk, Sion/'t Haantje in Rijswijk, de Noordpolder in Berkel en
Rodenrijs en in Bleiswijk de Overbuurtsepolder. In totaal staat hier
nog 840 hectare ter discussie. Van de gebieden die als tuinbouwfunctie
al als niet-duurzaam werden aangemerkt, valt te verwachten dat ze voor
een andere bestemming in aanmerking kunnen komen.
Als derde onderdeel werd gekeken naar lokaties die nieuw dienen te
worden ontwikkeld. Van deze lokaties kwam naar voren dat ze allemaal
aan de duurzaamheidscriteria voldoen. Het betreft de
Oranjebuitenpolder bij Maasdijk, de Zuidplaspolder onder
Zevenhuizen-Moerkapelle, de Wilde Venen boven dezelfde woonkernen, de
gebieden Binnenmaas en Oostzomerlandse polder in het noorden en oosten
van de Hoeksche Waard, in 's-Gravendeel en Strijen de polders Oud en
Nieuw Bonaventura, de polder Grooten Blok op Oostflakkee en Tinte en
Vierpolders op Voorne. Het totale oppervlak aan nieuw gebied beslaat
zo'n 1800 hectare.
In de studie wordt opgemerkt dat de essentie van het Zuid-Hollands
glascomplex toch blijft: de nabijheid van productie, waardetoevoeging,
handel, verwerking, logistiek en kennis. Deze factoren maken maatwerk
mogelijk, gecombineerd met een snelle levering. Het huidige
glasdistrict blijft in dit opzicht het centrum, wel kunnen bepaalde
teelten op grotere afstand worden opgezet, vooral in de glasgroenten.
Gekeken wordt dan naar de noordzijde van Zeeland en de westzijde van
Noord-Brabant. Toch vinden de onderzoekers dat snijden in eigen glas
snijden in eigen vlees betekent. Er moet altijd voldoende massa voor
een eigen primaire productie overblijven. Tegelijk is het
Zuid-Hollands glasdistrict aan vernieuwing toe wil de productie
verdergaand kunnen worden geoptimaliseerd en het maatschappelijk
draagvlak behouden blijven. Een goede discussie, van eenzelfde kaliber
als is gebeurd over de Mainport Rotterdam, zou voor het Zuid-Hollands
glasdistrict dan ook op zijn plaats zijn, merken de samenstellers op.
Alleen zo kan een goede afweging worden gemaakt met de andere
concurrerende economische functies in de zogeheten Deltametropool.
Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: westweek@wlto.nl
(Auteur: Redactie Westweek)