Voedingscentrum
Transvetzuren ongezonder dan verzadigde vetten
17 juli 2001

Het NRC Handelsblad maakte op 14 juli jl. melding dat transvetzuren nog ongezonder zijn dan verzadigde vetten. Maar wat zijn nu precies transvetzuren en waarom zijn ze ongezond?

Verzadigd en onverzadigde vetten
Vetten kennen we in verschillende vormen. Bijvoorbeeld een hard blok frituurvet, smeerbaar vet in een kuipje en vloeibaar als olie in een fles. Die soorten vet zijn allemaal duidelijk zichtbaar. We weten inmiddels ook dat hoe harder het vet is, hoe meer verzadigd vet er in zit en hoe minder we er van moeten eten.
Simpel gezegd kunnen we vetten verdelen in verzadigd en onverzadigd vet. Verzadigd vet verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed en daardoor ook de kans op hart- en vaatziekten. Daarom is het belangrijk minder verzadigd vet te eten. Vooral harde, dierlijke vetten bevat verzadigd vet.
Onverzadigde vetten werken juist gunstig bij het voorkomen van hart- en vaatziekten. Onverzadigd vet vindt u onder andere in oliën en in vis. Helaas hebben niet alle onverzadigde vetten een gunstig effect. Bekend was al dat een bepaald soort onverzadigde vetzuren, de zogenaamde transvetzuren, een ongunstig effect hebben op het cholesterolgehalte. Nu blijkt dat het waarschijnlijk ook een ongunstige invloed heeft op de structuur van de vaatwand. Door een verlaging van de hoeveelheid transvetzuren in onze voeding kan het aantal hartinfarcten met bijna een kwart afnemen.

Waar moet ik op letten?
Transvetzuren komen vooral voor in harde vetten en ontstaan onder andere tijdens het harden van oliën.
U vindt transvetzuren, net als verzadigd vet, met name in producten die worden bereid met geharde vetten, zoals koek, gebak, snoep en snacks. Daarnaast zitten ze ook in rund- en schapenvlees en zuivel, maar wel in mindere mate.
Inmiddels hebben met name de fabrikanten van margarines en halvarines hun productieprocessen aangepast, waardoor het transvetzuurgehalte in deze producten is gedaald. Als u wilt weten of er transvetzuren in margarine of halvarine zitten en hoeveel, kijkt u dan op het etiket. Hierop staat aangegeven hoeveel transvetzuren het product bevat. Op de etiketten van producten als koek, gebak, snoep en snacks staat nog niet aangegeven of er transvetzuren inzetten en hoeveel.

Advies Voedingscentrum
Behalve voor margarines en halvarines blijft het dus lastig voor u om te achterhalen of er transvetzuren in een product zitten en in welke hoeveelheid. Het Voedingscentrum adviseert u daarom op het volgende te letten:

· Kies voor mager vlees, vleeswaren en zuivel
· Kies de margarines en halvarines met weinig verzadigd en transvetzuren

· Snoep en snack niet teveel

Meer weten?
Bel de Voedingstelefoon (070) 306 88 10 (maandag tot en met vrijdag van 12.00 16.00 uur) of mail voedingscentrum@vc.agro.nl